Verordening ex art. 6 Wet geurhinder en veehouderij

Artikel 1: Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

Wet:

de Wet geurhinder en veehouderij.

bebouwde kom:

een bebouwd gebied met overwegend een woon- en verblijfsfunctie die een samenhangend geheel vormt of ten opzichte van elkaar op beperkte afstand over enige oppervlakte is verspreid zodat van een min of meer op zichzelf staande gemeenschap van enige betekenis kan worden gesproken;

Teneinde voor de gemeente Littenseradiel duidelijkheid te verschaffen in welke gevallen naar de mening van de gemeenteraad sprake is van een bebouwde kom in de zin van de Wet geurhinder en veehouderij zijn voor een aantal dorpen de grenzen van de bebouwde kom vastgesteld en aangegeven op de bij deze verordening behorende kaarten

Voor de overige van toepassing zijnde definities wordt aangesloten bij de definities genoemd in de Wet geurhinder en veehouderij.

Artikel 2: Andere waarden voor vaste afstanden

Op grond van artikel 6, lid 2 van de Wet en in afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt voor de op bijgaande inventarisatielijst (bijlage 1) en op de situatietekeningen (bijlage 2) voorkomende adressen de minimale afstand genoemd tussen een verblijf waar dieren worden gehouden, waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissie-factor is vastgesteld, en de buitenzijde van:

• -

  een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom ten minste 50 meter;

• -

  een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom ten minste 25 meter.

Indien er binnen het bedrijf, waar binnen de genoemde afstand vanaf een geurgevoelig object, een veebezetting aanwezig is en geen uitbreiding van de veebezetting plaats vindt, is er sprake van een “stand still beginsel” ofwel; de situatie wordt geaccepteerd zoals deze op het moment van vaststelling van deze verordening is.