Regeling vervallen per 25-09-2012

Verordening op de openbaarheid van bestuur

Geldend van 06-02-1987 t/m 24-09-2012

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Graafstroom, ieder voor zoveel zijn bevoegdheden betreft;

gelet op de bepalingen van de Wet openbaarheid van bestuur, het Besluit openbaarheid van bestuur en de gemeentewet;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende

VERORDENING OP DE OPENBAARHEID VAN BESTUUR

TITEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN.

ARTIKEL 1.

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. wet: de Wet openbaarheid van bestuur;

b. informatie: gegevens, neergelegd in documenten;

c. documenten:

schriftelijke stukken en ander materiaal dat gegevens bevat en die berusten bij overheidsorganen en bij instellingen, diensten en bedrijven, die onder verantwoordelijkheid van deze organen werkzaam zijn. Onder documenten zijn niet begrepen schriftelijke stukken en ander materiaal dat gegevens bevat, die bestemd zijn om te worden verzonden of reeds zijn verzonden, totdat mag worden aangenomen dat zij de geadresseerde(n) hebben bereikt; concepten voor en kopieën van zulke stukken en zulk ander materiaal worden eveneens pas als documenten beschouwd als de stukken of het andere materiaal zelf de geadresseerde(n) hebben bereikt.

d. gemeentelijke bestuursorganen:

de raad, burgemeester en wethouders of de burgemeester;

e. niet-ambtelijke adviescommissie:

een college dat tot taak heeft een gemeentelijk bestuursorgaan te adviseren en waarvan geen ambtenaren lid zijn tot wier functie behoort het adviseren van dat gemeentelijk bestuursorgaan over de problematiek, waarvoor de adviescommissie is ingesteld. Ambtenaren, die secretaris of adviserend lid zijn van een adviescommissie, worden voor toepassing van deze verordening niet als leden daarvan beschouwd.

TITEL II. PASSIEVE OPENBAARHEID.

ARTIKEL 2.

PLICHT TOT INFORMATIE OP VERZOEK.

Een verzoek om informatie, gericht tot een gemeentelijk bestuursorgaan, wordt ingewilligd tenzij daartegen bezwaar bestaat op een van de in artikel 10 van deze verordening genoemde gronden.

ARTIKEL 3.

VERZOEK OM INFORMATIE.

1. Een verzoek om informatie kan zowel mondeling als schriftelijk worden gedaan.

2. De verzoeker vermeldt daarbij de bestuurlijke aangelegenheid waarover hij informatie wenst te ontvangen.

ARTIKEL 4.

INDIENING VERZOEK

1. Voor een verzoek om informatie kan men zich zowel wenden tot de gemeentelijke bestuursorganen, als tot instellingen, diensten en bedrijven, die onder verantwoordelijkheid van deze organen werkzaam zijn.

2. Indien het verzoek betrekking heeft op gegevens, die berusten bij een ander gemeentelijk bestuursorgaan, bij enig ander overheidsorgaan of bij een onder verantwoordelijkheid van dat bestuurs- of overheidsorgaan werkzame, andere instelling, dienst of bedrijf dan waartoe het verzoek is gericht, wordt de verzoeker daarheen verwezen. Is het verzoek schriftelijk gedaan, dan wordt het doorgezonden onder mededeling van de doorzending aan de verzoeker.

ARTIKEL 5.

INDIENING VERZOEK, GERICHT TOT DE RAAD.

Een verzoek om informatie als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, gericht tot de raad, wordt ingediend bij de burgemeester.

ARTIKEL 6.

BEHANDELING VERZOEK, GERICHT TOT DE RAAD.

Na ontvangst van een verzoek om informatie als bedoeld in het vorige artikel, stelt de burgemeester dit verzoek in de eerstvolgende vergadering van de raad aan de orde, tenzij hij van oordeel is dat toepassing dient te worden gegeven aan het bepaalde in artikel 4, tweede lid, van deze verordening. In dat geval draagt hij er zorg voor dat overeenkomstig het bepaalde in dat artikel verwijzing plaatsvindt. Van de verwijzing doet hij mededeling aan de raad in diens eerstvolgende vergadering.

ARTIKEL 7.

BESLISSING OP HET VERZOEK DOOR DE RAAD.

Op een verzoek om informatie, gericht tot de raad, wordt in de regel beslist in de vergadering, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

ARTIKEL 8.

BESLISSING OP HET VERZOEK DORO DE ANDERE GEMEENTELIJKE BESTUURSORGANEN.

1. In andere gevallen dan die bedoeld in het vorige artikel wordt op een verzoek om informatie zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen tien dagen na ontvangst van het verzoek, door of vanwege het gemeentelijk bestuursorgaan dat het aangaat, beslist.

2. De in het vorige lid bedoelde termijn kan eenmaal met ten hoogste tien dagen worden verlengd. Van die verlenging wordt binnen eerstgenoemde termijn aan de verzoeker mededeling gedaan.

ARTIKEL 9.

MEDEDELING BESLISSING AAN DERDEN.

Indien de informatie op een verzoek als bedoeld in artikel 2 van deze verordening betrekking heeft op een derde, worden de beslissing op dit verzoek en de informatie schriftelijk aan hem medegedeeld indien hij dit verzoekt.

ARTIKEL 10.

GRONDEN TOT WEIGERING VAN INFORMATIE.

1. Het verstrekken van informatie naar aanleiding van een verzoek als bedoeld in artikel 2 van deze verordening blijft achterwege.

- indien dit

a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen of

b. de veiligheid van de staat zou kunnen schaden;

- indien het betreft

c. bedrijfs- en fabricagegegevens, voor zover deze door natuurlijke of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn medegedeeld;

- indien en voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:

d. de betrekkingen van Nederland met andere landen;

e. de economische en financiële belangen van de staat en andere publiekrechtelijke lichamen;

f. de opsporing en vervolging van strafbare feiten;

g. inspectie, controle en toezicht door of vanwege overheidsorganen;

h. het recht van een ieder op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van medische en psychologische onderzoekresultaten die individuele gevallen betreffen;

i. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, dan wel van derden.

2. Zonder af te doen aan het bepaalde in het vorige lid wordt een verzoek om informatie, vervat in documenten die zijn opgesteld ten behoeve van intern beraad, ingewilligd behoudens voor zover het betrekking heeft op:

a. Gegevens, die nog in bewerking zijn of die, hoewel gereed, op zichzelf een onvolledig en daardoor vertekend beeld zouden geven;

b. persoonlijke beleidsopvattingen van bewindslieden, bestuurders of ambtenaren. Informatie wordt wel verstrekt voor zover het verzoek om informatie betrekking heeft op feitelijke gegevens die zijn vervat in documenten voor intern beraad, alsmede op de uit die gegevens afgeleide prognoses en op beleidsalternatieven.

ARTIKEL 11.

AFWIJZING VERZOEK

Een beslissing als bedoeld in de artikelen 7 en 8 van deze verordening die een gehele of gedeeltelijke afwijzing van een verzoek om informatie inhoudt, wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de verzoeker medegedeeld, indien de verzoeker zijn verzoek handhaaft.

ARTIKEL 12.

WIJZE VAN INFORMATIEVERSTREKKING.

1. De informatie wordt – binnen redelijke termijn – verstrekt door van documenten, die de verlangde informatie bevatten:

a. kopie te geven of de letterlijke inhoud ervan in andere vorm te verstrekken;

b. kennisneming van de inhoud toe te staan;

c. uittreksel of samenvatting van de inhoud te geven; of

d. inlichtingen daarover te verschaffen.

2. Bij het kiezen tussen de vormen van informatie, genoemd in het vorige lid, houdt het gemeentelijk bestuursorgaan rekening met de voorkeur van de verzoeker en met het belang van een vlotte voortgang der werkzaamheden.

3. Het verstrekken van informatie over gegevens in documenten die zijn opgesteld ten behoeve van intern beraad, geschiedt in geobjectiveerde vorm.

TITEL III. ACTIEVE OPENBAARHEID.

ARTIKEL 13.

VERSTREKKEN VAN INFORMATIE UIT EIGEN BEWEGING.

1. Het gemeentelijk bestuursorgaan, dat het rechtstreeks aangaat, verschaft uit eigen beweging informatie over het beleid, waaronder begrepen de voorbereiding en de uitvoering daarvan, zodra dit in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering.

2. Daarbij draagt het er zorg voor dat de informatie wordt verschaft in begrijpelijke vorm, op zodanige wijze, dat belanghebbende en belangstellende burgers zoveel mogelijk worden bereikt en tijdstippen, dat deze hun inzichten in de loop van het bestuursproces tijdig ter kennis van het betrokken gemeentelijk bestuursorgaan kunnen brengen.

ARTIKEL 14.

ALGEMENE UITZONDERINGEN OP INFORMATIEPLICHT UIT EIGEN BEWEGING.

Het verstrekken van informatie uit eigen beweging blijft achterwege, indien daartegen bezwaar bestaat op de in artikel 10, eerste lid, van deze verordening genoemde gronden.

ARTIKEL 15.

UITZONDERINGEN OP INFORMATIEPLICHT UIT EIGEN BEWEGING TEN AANZIEN VAN DOCUMENTEN OPGESTELD TEN BEHOEVE VAN INTERN BERAAD.

Op het uit eigen beweging verstrekken van informatie, vervat in documenten opgesteld ten behoeve van intern beraad, is het bepaalde in artikel 10, tweede en derde lid, van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL 16.

INFORMATIE UIT EIGEN BEWEGING OVER ONVOLLEDIGE GEGEVENS VERVAT IN DOCUMENTEN VOOR INTERN BERAAD.

In afwijking van het bepaalde in artikel 15 kan het gemeentelijk bestuursorgaan, dat het aangaat, uit eigen beweging informatie verstrekken over gegevens die nog in bewerking zijn of die, hoewel gereed, op zichzelf een onvolledig en daardoor vertekend beeld zouden geven, mits het gemeentelijk bestuursorgaan daarbij vermeldt dat het om zulke gegevens gaat.

ARTIKEL 17.

INFORMATIE UTI EIGEN BEWEGING OVER PERSOONLIJKE BELEIDSOPVATTINGEN, VERVAT IN DOCUMENTEN VOOR INTERN BERAAD.

1. In afwijking van het bepaalde in artikel 15 kan het gemeentelijk bestuursorgaan, dat het rechtstreks aangaat, uit eigen beweging informatie verstrekken over persoonlijke beleidsopvattingen van bestuurders of ambtenaren.

2. Van de in het vorige lid gegeven bevoegdheid wordt alleen gebruik gemaakt, voor zover de bestuurders of ambtenaren om wiens opvattingen het gaat:

a. van het voornemen tot het verstrekken van informatie over zijn persoonlijke beleidsopvattingen op de hoogte is gesteld, voordat hij die opvattingen heeft geuit; of

b. nadat hij deze heeft geuit, vóór het verstrekken van informatie daarover daarmee heeft ingestemd.

TITEL IV.

OPENBAARMAKING ADVIEZEN VAN NIET-AMBTELIJKE ADVIESCOMMISSIES.

ARTIKEL 18.

OPENBAARMAKING VAN ADVIEZEN.

1. Zonder af te doen aan het elders bij of krachtens de wet omtrent openbaarmaking bepaalde, draagt het gemeentelijk bestuursorgaan, dat het rechtstreeks aangaat, zorg voor het openbaar maken, zo nodig en zo mogelijk met toelichting, van adviezen met het oog op het te vormen beleid aan dat gemeentelijk bestuursorgaan uitgebracht door niet-ambtelijke adviescommissies.

2. Adviezen worden openbaar gemaakt door de verslagen van de vergaderingen van niet-ambtelijke adviescommissies ter inzage te leggen, kopie ervan te verstrekken op uit te lenen. Mededeling daarvan geschiedt op een door burgemeester en wethouders te bepalen wijze binnen 30 dagen na ontvangst.

ARTIKEL 19.

UITZONDERINGEN OP PLICHT TOT OPENBAARMAKING.

Het openbaar maken van adviezen van niet-ambtelijke adviescommissies blijft achterwege, indien daartegen bezwaar bestaat op de in artikel 10, eerste lid, van deze verordening genoemde gronden.

TITEL V.

SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN.

ARTIKEL 20.

KOSTEN.

Op de verstrekking van schriftelijke informatie zijn de bepalingen van de Legesverordening dezer gemeente onverkort van toepassing.

ARTIKEL 21.

OVERGANGSREGELING OPENBAARMAKING ADVIEZEN.

Deze verordening verplicht niet tot het openbaar maken van adviezen bedoeld in artikel 18, die zijn uitgebracht vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de wet.

ARTIKEL 22.

INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL.

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die van haar afkondiging.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening openbaarheid van bestuur van de gemeente Graafstroom”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Graafstroom d.d. 26 januari 1987.

De secretaris, De voorzitter,

W. van Meeteren. G.W. Abbring

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders der gemeente Graafstroom d.d. 27 januari 1987.

De secretaris, De burgemeester,

van Meeteren. G.W. Abbring.

Aldus vastgesteld door de burgemeester der gemeente Graafstroom d.d. 27 januari 1987.

G.W. Abbring.