Bijdrageregeling Minima

1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en het Richtlijnenboek.

2. In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  rechthebbende: ingezetene, niet zijnde een student, die 18 jaar of ouder is en waarvan het adres op het moment van de aanvraag overeenkomt met de gemeentelijke basisadministratie en die een inkomen heeft dat netto niet meer bedraagt dan 125% van de voor hem geldende bijstandsnorm. Niet als rechthebbende wordt aangemerkt de persoon aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen of een andere vreemdeling is dan die, bedoeld in artikel 11 tweede en derde lid van de Wet werk en bijstand;

  Deze persoon kan eveneens voor zijn thuisinwonende ten laste komende minderjarige kind(eren) een aanvraag indienen;

• b.

  jaar: het jaar lopende van 1 januari tot en met 31 december.

• c.

  student: degene van 18 jaar of ouder die aanspraak kan maken op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

1. Het dagelijks bestuur van de ISDzwf verleent rechthebbende een bijdrage in de kosten van op naam gestelde bewijzen van betaling van sociaal-culturele en/of sportieve activiteiten zoals genoemd in artikel 3.

2. Van de gemaakte kosten wordt 100% vergoed tot een maximum van € 100,00 per volwassene per jaar en tot een maximum van € 150,00 per jaar voor een thuisinwonend ten laste komend kind tot 18 jaar.

1. Het aanvragen van de bijdrage c.q. het declareren van de kosten van deelname aan voorzieningen geschiedt per jaar. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een door het dagelijks bestuur van de ISDzwf vastgesteld formulier.

2. De aanvragen dienen te worden ingediend voor 1 februari van het jaar volgend op het jaar waarin de kosten zijn gemaakt.

3. Met het aanvraag-/declaratieformulier moeten de op de betaling van de kosten betrekking hebbende bewijsstukken worden overgelegd, waarbij het inkomen over de maand voorafgaande aan die waarin wordt aangevraagd, bepalend is.