Regeling vervallen per 01-01-2020

Woonschepenverordening Littenseradiel

Geldend van 31-10-2000 t/m 31-12-2019

Intitulé

Woonschepenverordening Littenseradiel

De raad van de gemeente Littenseradiel;

overwegende, dat het in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne, recreatie, natuurbescherming en het aanzien van de gemeente noodzakelijk is regels te stellen aan het innemen van ligplaatsen door woonschepen binnen de gemeente;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 2000;

gehoord de raadscommissie Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer d.d. 26 september 2000;

gelet op de artikels 147 en 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Woonschepenverordening Littenseradiel

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: burgemeester en wethouders;

  • b.

    woonschip: elk drijvend of anderszins geheel of in hoofdzaak in het water geplaatst voorwerp, niet zijnde een bouwwerk in de zin van de bouwverordening van de gemeente Littenseradiel, dat uitsluitend of in hoofdzaak als woning gebezigd of tot woning bestemd is, ook indien het nog in aanbouw is;

  • c.

    vaartuig: een vaartuig in de zin van het Binnenvaart Politie Reglement (BPR).

Artikel 2 Algemeen verbod

Het is de eigenaar of gebruiker van een woonschip verboden binnen de gemeente met een woonschip ligplaats in te nemen op een andere plaats dan die in artikel 4 van deze verordening daarvoor is aangewezen, voor zover daar een vergunning volgens artikel 6 voor is verstrekt.

Artikel 3 Woonschepen in aanbouw of reparatie

Het verbod bedoeld in artikel 2 is niet van toepassing op woonschepen die in aanbouw of in reparatie zijn, zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel in of bij een reparatie-inrichting bevinden.

Artikel 4 Aanwijzing ligplaats

Als ligplaats in te nemen door één woonschip bij verblijf binnen de gemeente Littenseradiel is voorlopig aangewezen de oever van de Bolswardertrekvaart ter hoogte van de Trekwei, grenzend aan het perceel gemeente Wommels sectie L, nr. 1234 (dls.), zoals is aangegeven op bijgaande situatietekening.

Artikel 5 Ontheffing ligplaatsenverbod

  • 1. Het bestuursorgaan kan voor een daarbij aangegeven plaats ontheffing verlenen van het verbod, vervat in artikel 2.

  • 2. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

  • 3. Het is de eigenaar of gebruiker van een woonschip, aan wie een ontheffing bedoeld in het eerste lid is verleend, verboden met zijn woonschip een andere ligplaats in te nemen, dan in die ontheffing is aangewezen.

Artikel 6 Ligplaatsenvergunning

  • 1. Het is de eigenaar of gebruiker van een woonschip verboden, zonder vergunning van het bestuursorgaan, ligplaats in te nemen met een woonschip op de ligplaats als bedoeld in artikel 4.

  • 2. Een vergunning, als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      geen ligplaats of geen ligplaats van voldoende grootte beschikbaar is;

    • b.

      het woonschip belemmeringen zal kunnen veroorzaken aan het verkeer te water of te land;

    • c.

      het woonschip in slechte staat van onderhoud verkeert of ernstige constructiegebreken heeft;

    • d.

      redelijkerwijs moet worden aangenomen dat niet voldaan zal worden aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

    • e.

      redelijkerwijs moet worden aangenomen dat het woonschip niet wordt gebruikt voor permanente bewoning.

  • 3. Een vergunning, bedoeld in het eerste lid, kan geweigerd worden, indien de aanvrager niet in sociaal en/of economisch opzicht gebonden is aan de gemeente Littenseradiel.

  • 4. De vergunning, als bedoeld in het eerste lid, wordt gesteld ten name van de hoofdbewoner van het woonschip dan wel ten name van de in het woonschip duurzame samenwonende personen; de vergunning vermeld tevens het ligplaatsnummer.

  • 5. De vergunning, als bedoeld in het eerste lid, is persoonsgebonden en niet overdraagbaar.

  • 6. Het is de eigenaar of gebruiker van een woonschip aan wie een vergunning, bedoeld in het eerste lid is verleend, verboden met zijn woonschip een andere ligplaats in te nemen, dan in die vergunning is aangewezen.

Artikel 7 Wijzigen ligplaatsvergunning

  • 1. Indien de houder van een vergunning, bedoeld in artikel 6, het in de vergunning vermelde woonschip wil gaan vervangen door een ander woonschip of anderszins de situatie wil gaan veranderen, zodanig dat de overige gegevens vermeld in de vergunning niet meer zullen overeenstemmen met de toekomstige situatie, dient hij het bestuursorgaan te verzoeken de vergunning te wijzigen.

  • 2. Op een verzoek om wijziging, bedoeld in het eerste lid, is het bepaalde in artikel 6, tweede lid, sub b tot en met e van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Intrekking ligplaatsvergunning

Het bestuursorgaan kan de vergunning, bedoeld in artikel 6, intrekken indien:

  • a.

    de gegevens zoals deze zijn vermeld in de vergunning, niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie en de vergunninghouder niet binnen 12 weken na het tijdstip waarop deze omstandigheid is ingetreden, een verzoek tot wijziging van de vergunning bij het bestuursorgaan heeft ingediend;

  • b.

    niet langer voldaan wordt aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

  • c.

    indien zich een omstandigheid, als bedoeld in artikel 6, tweede lid, sub c of e, voordoet dan wel indien de gebruiker van het woonschip belemmeringen veroorzaakt aan het verkeer te water of te land.

Artikel 9 Vervallen van een ligplaatsvergunning

  • 1. De ligplaatsvergunning, bedoeld in artikel 6, vervalt van rechtswege zodra het gebruik van de ligplaats door ontruiming wordt beëindigd.

  • 2. Het bepaalde in het eerst lid geldt niet in die gevallen waarbij er spake is van tijdelijke beëindiging van het gebruik, mits:

    • a.

      de eigenaar of gebruiker van het betreffende woonschip voorafgaand aan de ontruiming van de ligplaats de door het bestuursorgaan aangewezen ambtenaar van de tijdelijke beëindiging van het gebruik op de hoogte heeft gesteld;

    • b.

      de ligplaats binnen 26 weken na de dag van vertrek weer zal worden ingenomen.

  • 3. Het bestuursorgaan kan in bijzondere gevallen de in het tweede lid onder b genoemde termijn verlengen tot maximaal één jaar.

Artikel 10 Verbod bouwwerkzaamheden

  • 1. Het is verboden op de in artikel 4 genoemde ligplaats een woonschip of een ander vaartuig te bouwen of te slopen, met uitzondering van onderhoudswerkzaamheden.

  • 2. Het bestuursorgaan kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Aan een zodanige ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 11 Verbod gebruik generator

  • 1. Het is de eigenaar of gebruiker van een woonschip gelegen op een ligplaats als bedoeld in artikel 4 verboden gebruik te maken van generatoren ten bate van opwekking van elektriciteit.

  • 2. Het bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Aan een zodanige ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 12 Nakoming aanwijzingen

Bij het innemen van een ligplaats als bedoeld in artikel 4, dienen de door of namens het bestuursorgaan gegeven aanwijzingen omtrent de ligplaatsen in acht te worden genomen.

Artikel 13 Nadere regelen

  • 1. Het bestuursorgaan kan nadere regelen stellen met betrekking tot het gebruik van de ligplaats, als bedoeld in artikel 4.

  • 2. Het bestuursorgaan kan de eigenaar of gebruiker van een woonschip verplichten een andere ligplaats in te nemen indien zulks noodzakelijk is met het oog op een evenredige verdeling van ligplaatsen. Eerst dient overleg met de betrokken eigenaar of gebruiker plaats te vinden.

Artikel 14 Toezicht

  • 1. Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening wordt opgedragen aan de door het bestuursorgaan aangewezen gemeenteambtenaren.

  • 2. De eigenaar of gebruiker van een woonschip is verplicht gevolg te geven aan de door de aangewezen ambtenaren van politie of gemeente in het belang van de openbare orde of van de vrijheid of veiligheid van het verkeer gegeven bevelen en aanwijzingen, behoudens beroep op het bestuursorgaan.

Artikel 15 Opsporingsambtenaren

Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de ambtenaren genoemd in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de daartoe door het bestuursorgaan aangewezen ambtenaren.

Artikel 16 Binnentreden van woningen

Aan hen die met het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening en met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn belast, wordt de last verstrekt de woongedeelten en andere al dan niet afgesloten gedeelten van een woonschip, ondanks de wil van de bewoners of eigenaars, te betreden of binnen te treden zo dikwijls de medewerking aan de uitvoering van deze verordening of de zorg voor de naleving van deze verordening zulks vereist, één en ander met inachtneming van de bepalingen van de wet van 31 augustus 1853, Staatsblad 83.

Artikel 17 Strafbepalingen

Overtreding van de bepalingen van deze verordening, alsmede overtreding van de regelen die door het bestuursorgaan op grond van artikel 13 zijn vastgesteld, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

Artikel 18 Overgangsbepaling

Aan de gebruiker van een woonschip die op het in artikel 20 bedoelde tijdstip een ligplaats heeft ingenomen, op de in artikel 4 genoemde ligplaats, wordt binnen acht weken een vergunning, als bedoeld in artikel 6, verleend.

Artikel 19 Titel

Deze verordening kan worden aangehaald onder titel “Woonschepenverordening Littenseradiel”.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Ondertekening

Wommels, 16 oktober 2000

De raad voornoemd,

, voorzitter.

, secretaris.

i3832.pdf [Klik hier om het document te downloaden]