Reglement van orde voor de vergaderingen van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling DCMR Milieudienst Rijnmond

Geldend van 01-02-1994 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling DCMR Milieudienst Rijnmond

Artikel 1

  • 1. De vergaderingen worden in de regel vier keer per jaar gehouden of zoveel vaker als één of meer leden van het dagelijks bestuur dit nodig achten.

  • 2. Het dagelijks bestuur bepaalt de dag en het uur van deze vergaderingen.

  • 3. De voorzitter leidt de vergaderingen en bepaalt de orde van de vergaderingen.

  • 4. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt deze vervangen door de vice-voorzitter.

Artikel 2

De leden van het dagelijks bestuur en de secretaris kunnen zich in de vergaderingen doen vergezellen vaneen ambtelijk adviseur.

Artikel 3

  • 1. In dit artikel wordt verstaan onder regeling:

    de Gemeenschappelijke regeling tot instandhouding en beheer van de DCMR Milieudienst Rijnmond.

  • 2. Ieder lid van de raad van een aan de regeling deelnemende gemeente van wel van provinciale staten van Zuid-Holland kan aan het dagelijks bestuur schriftelijk vragen stellen.

  • 3. De vragen moeten kort en duidelijk worden geformuleerd. Zij moeten bij de voorzitter worden ingediend.

  • 4. Tenzij het dagelijks bestuur in verband met het algemeen belang bezwaar heeft tegen vorm of inhoud van de vragen, brengt de voorzitter deze zo spoedig mogelijk ter kennis van alle raden van de

    aan de regeling deelnemende gemeenten en aan provinciale staten van

    Zuid-Holland.

  • 5. Het dagelijks bestuur beantwoordt de vragen zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen twee maanden, nadat de vragen de voorzitter hebben bereikt. De antwoorden worden door de voorzitterzo spoedig mogelijk schriftelijk aan de raden van de aan de regeling deelnemende gemeenten enaan provinciale staten van Zuid-Holland medegedeeld. Bij de antwoorden worden de vragen opnieuwvermeld.

Artikel 4

Dit reglement treedt onmiddellijk na vaststelling in werking.