Beleidsregels Beschut Werk gemeente Westland 2016

Geldend van 15-04-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Beschut Werk gemeente Westland 2016

Het college van burgemeester en wethouders gemeente Westland;

gelet op artikel 10, lid k van de re-integratieverordening Participatiewet ;

besluit:

vast te stellen de Beleidsregels Beschut Werk gemeente Westland 2016.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen.

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland

  • b.

    De wet: de Participatiewet, de Ioaw en Ioaz;

  • c.

    De belanghebbende: de persoon ten behoeve van wie beschut werk ter beschikking wordt gesteld dan wel de werkgever die een arbeidsovereenkomst sluit met de persoon ten behoeve van wie beschut werk ter beschikking wordt gesteld als zijnde de werknemer.

  • d.

    Beschut werk: het werken in een beschutte werkomgeving binnen de kaders van de Participatiewet.

  • e.

    Deskundige: een arbeidsdeskundige gebonden aan het medisch beroepsgeheim.

In deze beleidsregels worden dezelfde begripsbepalingen gebruikt als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

HOOFDSTUK 2 BESCHUT WERK

Artikel 2. Voorselectie door gemeente

  • De voorziening beschut werk kan worden ingezet voor personen uit de doelgroep van de Participatiewet;

    • a.

      die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig heeft dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt en;

    • b.

      met arbeidsvermogen die vanaf 1 januari 2015 geen aanspraak kan maken op een Wajong uitkering maar behoort tot de doelgroep van de Participatiewet en;

    • c.

      met een verwachte loonwaarde tussen de 40% en 60% en;

    • d.

      leerlingen afkomstig uit het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en de leerlingen van het Praktijkonderwijs (PRO)

  • 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1, sub c, en d kan op basis van individualisering, mits goed beargumenteerd, afgeweken worden. Op basis van de individuele ontwikkelmogelijkheden kan aan een belanghebbende met een verdiencapaciteit lager dan 40% van het wettelijk minimumloon alsnog de voorziening beschut werk ingezet worden.

  • 3. Indien het college aan een persoon uit de doelgroep de voorziening beschut werk wil aanbieden, vraagt het college een deskundige om vooraf onderzoek te doen of iemand voldoet aan de in het eerste lid genoemde criteria voor beschut werk. Bij de bepaling door het college of iemand de voorziening beschut werken krijgt aangeboden wordt rekening gehouden met de totale omvang van de aan te bieden werkplekken. In de toelichting is hiervoor een schema opgenomen.

Artikel 3. Advisering UWV

  • 1. Als het college aan een persoon uit de doelgroep de voorziening beschut werk wil aanbieden, dan vraagt het college aan het UWV, na de voorselectie én op basis van landelijk vastgestelde criteria, vast te stellen of de indicatie beschut werk voor de persoon wordt afgegeven.

  • 2. Alleen als sprake is van een onzorgvuldige totstandkoming van het advies onder lid 1 kan het college besluiten het advies niet te volgen.

  • 3. Van onzorgvuldig als bedoeld onder lid 3 is sprake als het UWV niet de landelijk vastgestelde criteria heeft gevolgd bij de vaststelling.

Artikel 4. Plaatsing

  • 1. Nadat is vastgesteld dat iemand tot de doelgroep 'beschut werk' behoort, wordt deze door het college bij de werkgever als aangegeven in artikel 6, aangemeld voor een dienstbetrekking onder beschutte omstandigheden.

  • 2. Een kopie van het advies UWV (zie artikel 3.1) wordt bij de aanmelding naar de werkgever als aangegeven in artikel 6 gevoegd.

Artikel 5. Vaststellen loonwaarde en loonkostensubsidie

  • 1. 1.Voor de vaststelling van de loonwaarde gelden de regels zoals deze zijn opgenomen in debeleidsregels loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Westland 2015.

  • 2. Eens per drie jaar wordt opnieuw de loonwaarde bepaald.

Artikel 6. Werkgeverschap

  • 1. De belanghebbende waarvan is vastgesteld dat hij in aanmerking komt voor een beschutte werkplek komt in loondienst van Patijnenburg. Patijnenburg treedt op als werkgever en zorgt zelf voor uit te voeren werkzaamheden.

  • 2. De beschutte werkplek betreft een dienstverband van 36 uur per week.

  • 3. Er kan een dienstverband van een geringere omvang geboden worden dan 36 uur. De minimale aanstelling is 8 uur.

  • 4. De beloning bedraagt 100% WML inclusief pensioenopbouw bij een voltijdse werkweek;

  • 5. Bij een dienstbetrekking van minder dat een voltijdse werkweek wordt de beloning naar rato vastgesteld.

  • 6. Bij aanvang wordt een dienstverband aangeboden voor de periode van een jaar.

  • 7. Als gedurende het dienstverband blijkt dat belanghebbende ontwikkelmogelijkheden heeft wordt hij, indien mogelijk, bemiddeld naar een reguliere werkgever in het kader van de Wet banenafspraak.

  • 8. Als na 12 tot 23 maanden van het tijdelijke dienstverband blijkt dat de belanghebbende zich niet kan door ontwikkelen naar regulier werk, kan het dienstverband worden omgezet in een vast dienstverband.

  • 9. Als er sprake is van een buitenproportionele begeleidingsbehoefte en een lagere loonwaarde dan 30% wordt het tijdelijk dienstverband niet verlengd mits er afgestemd op de omstandigheden van belanghebbende een andere passende voorziening beschikbaar is;

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 7 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 april 2016.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Beschut werk gemeente Westland 2016.

Ondertekening

Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 29 maart 2016
Burgemeester en wethouders van Gemeente Westland,
De secretaris, De burgemeester,
M. van Beek J. van der Tak

Toelichting beleidsregels Beschut werk gemeente Westland 2016

Per 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Binnen deze wettelijke kaders is Beschut Werk alsnieuwe voorziening opgenomen. Met de Participatiewet krijgen gemeenten een breed instrumentarium ter beschikking. Gemeenten hebben de vrijheid om te bepalen welke ondersteuning mensen nodig hebben. Daarmee kan worden voorkomen dat er wachtlijsten ontstaan. Eén van de instrumenten die door de gemeenten kan worden ingezet is de voorziening beschut werk.

De voorziening Beschut Werk is bedoeld voor mensen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding en aanpassing van de werkplek nodig hebben, dat van een reguliere werkgever niet mag worden verwacht dat hij/zij deze mensen in dienst neemt. Met de voorziening beschut werk kan de gemeente mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt toch in een dienstbetrekking laten werken.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel bevat de begripsbepalingen die op deze beleidsregels van toepassing zijn.

Artikel 2. Voorselectie door de gemeente

Gemeenten bepalen – binnen de wettelijke kaders van de Participatiewet - wie er voor de voorziening beschut werk in aanmerking komt. Het gaat om mensen die uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Beschut werk kenmerkt zich door een hoge mate van (structurele) ondersteuning en aanpassing van het werk. Of iemand in aanmerking komt voor beschut werk hoeft niets te zeggen over de mate van productiviteit van deze persoon.

In de Werkkamer is afgesproken en vervolgens in de Participatiewet neergelegd dat de gemeente bepaalt welke mensen zij voor een beoordeling beschut werk bij UWV voordraagt. UWV beoordeelt vervolgens, in opdracht van de gemeente, op basis van landelijke criteria of mensen tot de doelgroep beschut werk behoren en adviseert de gemeente hierover.

Door middel van een onderzoek door een deskundige van Patijnenburg wordt, aan de hand van de criteria zoals genoemd in artikel 2, lid 1 bekeken of iemand in aanmerking kan komen voor een indicatiestelling beschut werk door UWV. Op basis van individualisering kan, mits goed beargumenteerd, afgeweken worden. Dit is van toepassing bij een belanghebbende die niet tot de doelgroep behoort, zoals genoemd in artikel 2, lid 1, sub d of wanneer de verwachte loonwaarde lager ligt dan 40%. Bij een hogere loonwaarde dan 60% geldt dit overigens niet.

Het college biedt alleen beschut werk plekken aan op basis van de jaarlijks door het Rijk aan het participatiebudget toegevoegde middelen voor begeleiding/jobcoaching van deze personen. Dit leidt tot onderstaand schema van beschikbare plekken

Jaar

Aantal beschikbare plekken per jaar

2016

5

2017

8

2018

13

2019

18

2020

24

 

Artikel 3. Advisering UWV

De indicatiestelling wordt uitgevoerd door een deskundige van het UWV op basis van de landelijk vastgestelde criteria.

 

Artikel 4. Plaatsing

Geen toelichting noodzakelijk

 

Artikel 5. Vaststellen loonwaarde en loonkostensubsidie

De gemeente kan voor deze werknemers loonkostensubsidie verstrekken, aan de werkgever. Het college vraagt advies aan bij de deskundige van Patijnenburg of aanvullende voorzieningen noodzakelijk zijn (bijv. jobcoaching, werkplekaanpassingen, etc.). Dit advies is niet bindend.

 

De loonwaardebepaling bij beschut werk vindt om de drie jaar plaats.

 

Artikel 6 Werkgeverschap

De Participatiewet regelt geen specifieke arbeidsvoorwaarden voor mensen die beschut gaan werken. Het is aan de sociale partners om hierover afspraken te maken. De gemeenten in Haaglanden hebben het arbeidsvoorwaardenpakket Beschut zo eenduidig mogelijk ingericht. Er in een arbeidsvoorwaardenpakket opgesteld, gebaseerd op het model van Cedris/DZB. Dit arbeidsvoorwaardenpakket is niet algemeen bindend zoals bij een CAO. Landelijk wordt wel nagedacht over een Centrale Participatieovereenkomst. Als deze er inderdaad komt, is de kans groot dat het wordt gebaseerd op het model van Cedris/DZB.

 

De definitieve vaststelling van de arbeidsvoorwaarden vindt plaats door de directie van Patijnenburg.

 

Artikel 7. Onvoorziene gevallen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 8. Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 9 Citeertitel

Geen toelichting noodzakelijk