Regeling vervallen per 20-12-2010

Controleverordening

Geldend van 01-01-2006 t/m 19-12-2010

Intitulé

Controleverordening

Controleverordening gemeente Achtkarspelen

De raad van de gemeente Achtkarspelen;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 januari 2006;

gelet op artikel 213 van de gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten;

besluit vast te stellen de:

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Achtkarspelen.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    Accountant

    een door de raad benoemde registeraccountant belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening.

  • b.

    Accountantscontrole

    de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door de raad benoemde accountant van:

    • -

      het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;

    • -

      het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties;

    • -

      het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet;

    • -

      de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;

      waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden genomen.

  • c.

    Rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole

    het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met ter zake geldende wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole gemeenten.

  • d.

    Deelverantwoording

    een in opdracht van de raad ten behoeve van de verslaglegging opgestelde verantwoording van een afzonderlijke organisatie-eenheid binnen de gemeentelijke organisatie, welke verantwoording onderdeel uit maakt van de jaarrekening.

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1

    De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door de raad te benoemen accountant. De benoeming van de accountant geschiedt voor een periode van ten hoogste vier jaar.

  • 2

    Het college bereidt in overleg met de raad de aanbesteding van de accountant voor.

  • 3

    De toe te passen goedkeuringstoleranties worden bepaald overeenkomstig de eisen in het Besluit accountantscontrole gemeenten.

  • 4

    De toe te passen rapporteringstoleranties worden bepaald overeenkomstig de eisen in het Besluit accountantscontrole gemeenten.

  • 5.

    De raad stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse controle opgenomen:

    • a.

      de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;

    • b.

      de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles;

    • c.

      de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering;

    • d.

      en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar:

      • I.

        de posten van de jaarrekening en deelverantwoordingen met eventueel bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden;

      • II.

        de gemeentelijke functies en of organisatieonderdelen met eventueel bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden.

  • 6.

    In afwijking van artikel 5, lid d, kan de raad in het controleprotocol opnemen, dat de raad jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant vaststelt, de gemeentelijke organisatieonderdelen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden en welke rapporteringstoleranties hij daarbij dient te hanteren.

Artikel 3. Informatieverstrekking door college

  • 1.

    Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende in- en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • 2.

    Het college draagt er zorg voor, dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota's, collegebesluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

  • 3.

    Bij de jaarrekening bevestigt het college schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 4.

    Het college overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen uiterlijk 15 juli volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft aan de raad.

  • 5.

    Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountant gemeld.

Artikel 4. Inrichting accountantscontrole

  • 1.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden. .

  • 2.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

  • 3.

    Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant, (een vertegenwoordiging uit) de raad, (een vertegenwoordiging uit) het college, (een vertegenwoordiger van) de rekenkamerfunctie, de raadsgriffier, de algemeen directeur en de concerncontroller.

  • 4.

    Van het onder in punt 3 genoemde overleg wordt door de griffie een verslag gemaakt.

Artikel 5. Toegang tot informatie

  • 1.

    De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het college draagt er zorg voor, dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.

  • 2.

    De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen, die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. De algemeen directeur draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

  • 3.

    Het college draagt er zorg voor, dat de ambtenaren van de gemeente zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

Artikel 6. Overige controles en opdrachten

  • 1.

    Het college kan de door de raad benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het college informeert de raad vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.

  • 2.

    Het college draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries. Het college is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant.

  • 3.

    Het college draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze verantwoording dient te worden uitgevoerd door een accountant, is het college bevoegd hiervoor de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant.

Artikel 7. Rapportering

  • 1.

    Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan de raad en zendt een afschrift hiervan aan het college.

  • 2.

    In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel-)controles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de algemeen directeur en de concerncontroller.

  • 3.

    De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aan de raad door de accountant aan het college voorgelegd met de mogelijkheid voor het college om op deze stukken te reageren.

  • 4.

    De accountant bespreekt voorafgaand aan de raadsbehandeling van de jaarstukken het verslag van bevindingen met een daarvoor door de raad ingestelde vertegenwoordiging van de raad, de portefeuillehouder financiën, de algemeen directeur en de concerncontroller.

Artikel 8. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006.

  • 2.

    Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum wordt ingetrokken de Controleverordening gemeente Achtkarspelen, vastgesteld door de raad op 6 november 2003.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Controleverordening gemeente Achtkarspelen".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Achtkarspelen van
26 januari 2006
griffier, voorzitter