Nadere regels Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden

Geldend van 27-04-2016 t/m heden

Intitulé

Nadere regels Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden

MH406232

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEEUWARDEN;

gelet op artikel 2:10, lid 2, onder a., van de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden;

dat op grond hiervan nadere regels moeten worden vastgesteld voor het plaatsen van voorwerpen of voertuigen op of aan de weg;

BESLUITEN:

de volgende nadere regels vast te stellen:

Een vergunning als genoemd in lid 1 van art. 2.10 is niet nodig voor:

1. Alle wegen, niet zijnde de hoofdwegen zoals aangegeven op bijgevoegde kaart, indien:

  • 1.

    De plaatsing minimaal 150 m van een kruising met verkeerslichten is gelegen en;

  • 2.

    Gewerkt wordt volgens CROW 96 b en;

  • 3.

    Een minimale doorgang over blijft van 4,00 m.(excl. evt. aanwezige fietsstroken) en;

  • 4.

    De plaatsing buiten de spitsen plaatsvindt (op werkdagen: ochtendspits 07-09 uur en avondspits 16-18 uur) en;

  • 5.

    Bij de aanwezigheid van een doorgangsregeling en fietsstroken een afgeschermde fietsroute aan de zijde van de plaatsing wordt gecreëerd.

2. Brom/fietspaden indien:

  • 1.

    Gewerkt wordt volgens CROW 96 b en;

  • 2.

    Fietsverkeer doorgang kan vinden en;

  • 3.

    De plaatsing buiten de spitsen plaatsvindt (op werkdagen: ochtendspits 07-09 uur en avondspits 16-18 uur);

3. Trottoirs indien:

  • 1.

    Gewerkt wordt volgens CROW 96 b en;

  • 2.

    Een minimale doorgang over blijft van 1,00 m. of;

  • 3.

    Het een trottoir betreft, niet gelegen naast een hoofdweg of een ontsluitingsweg zoals aangegeven op bijgevoegde kaart, en niet gelegen is in het centrum binnen de stadsgrachten.  

Leeuwarden, 29 maart 2016

 

Burgemeester en wethouders voornoemd,

   

burgemeester,

    

secretaris.

Hoofd- en ontsluitingswegen