Subsidieregeling reserves en voorzieningen gesubsidieerde instellingen

Geldend van 09-07-2014 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling reserves en voorzieningen gesubsidieerde instellingen.

Het college van burgemeester en wethouder van Oldenzaal;

Gelet op titel 4.2 subsidies van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2014;

besluit:

vast te stellen de c.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene reserve: onderdeel van het eigen vermogen van de instellingen en is gevormd door exploitatieoverschotten uit voorgaande jaren. De algemene reserve is vrij besteedbaar;

  • b.

    Bestemmingsreserve: onderdeel van het eigen vermogen waarvoor een inhoudelijke onderbouwing wordt gegeven waarom het noodzakelijk is een bepaald bedrag te reserveren en met welk doel

  • c.

    Voorziening: onderdeel van het eigen vermogen van de instelling en gevormd met het oog op toekomstige verplichtingen

Artikel 2 Reikwijdte

Tenzij in deze subsidieregeling anders is bepaald, laat deze subsidieregeling onverlet de in de wet en in andere wettelijke voorschriften met betrekking tot subsidies opgenomen bevoegdheden en verplichtingen.

Artikel 3 Algemene reserve

Het is de instelling, aan wie structureel subsidie is verleend en de activiteiten heeft gerealiseerd toegestaan om een algemene reserve te vormen. Deze algemene reserve mag jaarlijks niet meer bedragen dan 20% van de jaarlijks structureel verleende subsidie.

Artikel 4 Bestemmingsreserves

  • 1. Het is de instelling, aan wie subsidie is verleend, toegestaan een bestemmingsreserve te vormen.

  • 2. De instelling dient bij het aanvragen van de subsidie:

    • a.

      het doel van de reserve aan te geven;

    • b.

      de gewenste maximale omvang van de reserve te vermelden;

    • c.

      een motivatie te geven van het tijdstip waarop de organisatie de middelen nodig heeft.

Artikel 5 Voorziening

  • 1. Het is de instelling, aan wie subsidie is verleend, toegestaan een voorziening te vormen;

  • 2. Een voorziening wordt gevormd voor toekomstige kosten die een periode van tenminste twee jaren omvatten en die niet binnen de jaarlijkse exploitatie opgevangen kunnen worden, nu al te voorzien zijn, onvermijdelijk zijn, hun oorzaak in het verleden hebben en kwantificeerbaar en/ of berekenbaar zijn;

  • 3. De instelling dient bij het aanvragen van de subsidie:

    • a.

      het doel van de voorziening aan te geven;

    • b.

      de gewenste maximale omvang ;

    • c.

      een motivatie te geven van het tijdstip waarop de organisatie de middelen nodig heeft.

Artikel 6 Specifieke voorwaarden

  • 1. Het vormen, dan wel het voeden van een algemene reserve en of bestemmingsreserves met gemeentelijke subsidiegelden is uitsluitend mogelijk wanneer er bij de structureel gesubsidieerde organisatie sprake is van een positief jaarresultaat, voor zover dat niet wordt veroorzaakt door het niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren van activiteiten waarvoor de subsidie is verleend;

  • 2. Uit de jaarstukken moet blijken welke reserves en voorzieningen er zijn;

  • 3. Overschrijding van de norm kan leiden tot een lagere vaststelling van de subsidie of het college kan bij de beoordeling van de subsidie voor volgende jaren besluiten dat de instelling ( tijdelijk) niet meer of voor een minder hoge subsidie in aanmerking komt als de instelling zich in een zodanige positie bevindt dat de subsidie feitelijk overbodig is;

  • 4. Het college kan aanvullende gegevens opvragen die nodig zijn om zich een juist oordeel te vormen.

Artikel 7 Afwijkingsmogelijkheid

  • a. Het college kan afwijken van een of meerdere bepalingen in deze subsidieregeling

  • b. In gevallen waarin deze subsidieregeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 juli 2014

Artikel 9 Citeertitel

Deze subsidieregeling kan worden aangehaald als: Subsidieregeling reserves en voorzieningen gesubsidieerde instellingen.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 1 juli 2014,
het college van burgemeester en wethouders
de secretaris de burgemeester

Toelichting met betrekking tot Subsidieregeling reserves en voorzieningen gesubsidieerde instellingen 2014

(vastgesteld bij collegebesluit van 1 juli 2014, reg. nr. INTB-14-01458)

Algemeen

Als gesubsidieerde instellingen eigen vermogen mogen opbouwen, kan dit een spanningsveld opleveren. Enerzijds moeten gesubsidieerde instellingen voldoende vrijheid van handelen krijgen om bedrijfsmatig(er) te werken. Een positief resultaat direct en volledig afromen kan niet alleen ervaren worden als een afstraffing van efficiënte bedrijfsvoering, het ontneemt de instelling bovendien de mogelijkheid om reserves op te bouwen voor een periode waarin financiële tegenvallers zich voordoen. Daarbij kan het direct en volledig afromen er toe leiden dat aan het eind van een begrotingsjaar uitgaven gedaan worden die niet direct noodzakelijk zijn.

Voorkomen moet worden dat instellingen de gelegenheid wordt geboden om gemeenschapsgelden te gaan gebruiken voor overmatige reservevorming. Reservevorming is dus wenselijk en noodzakelijk maar moet in aantal en omvang beperkt zijn en in redelijke verhouding staan tot de doelen waarvoor ze zijn gereserveerd.

Reserves

Reserves maken onderdeel uit van het eigen vermogen van de instelling. De instelling heeft de vrijheid hierover te beschikking. Ze worden gevormd uit de exploitatieoverschotten die zich in enig jaar voor kunnen doen. We spreken hier over resultaatbestemming. Er wordt onderscheid gemaakt tussen algemene reserve en bestemmingsreserves. Een algemene reserve is vrij besteedbaar en kan gebruikt worden om eventuele onvoorziene bedrijfsrisico’s op te vangen. Een bestemmingsreserve is ene specifieke reserve waaraan vooraf een bestemming is gegeven.

Voorbeelden van bestemmingsreserves zijn:

  • Reserve ten behoeve van inventaris ( onderhoud en vervanging)

  • Reserve ten behoeve van onderhoud eigen gebouwen

  • Reserve ten behoeve van bepaalde omschreven, niet reguliere activiteiten zoals jubilea

Voorzieningen

Voorzieningen maken deel uit van het vreemd vermogen van de instelling. Dit vermogen is gevormd met het oog op toekomstige verplichtingen.

Voorbeelden van voorzieningen zijn:

  • Personele verplichtingen ( ziektevervanging, reorganisatiekosten, wachtgeldverplichtingen e.d.)

  • Belastingverplichtingen

  • Te verwachten schadeclaims van derden

  • Groot onderhoud en renovaties