SUBSIDIEREGELING #IN DE BUURT

Geldend van 27-04-2016 t/m heden

Intitulé

SUBSIDIEREGELING #IN DE BUURT

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort,

gelezen de nota subsidieregeling #InDeBuurt d.d. 12 april 2016 nr.5218540;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3, artikel 4, artikel 5 en artikel 21 van de Algemene subsidieverordening 2015;

overwegende dat het gewenst is het netwerk van formele en informele voorzieningen en verbanden in de wijk en buurt (de sociale basisinfrastructuur) te versterken;

overwegende dat het gewenst is om laagdrempelige voorzieningen voor inwoners van Amersfoort te ontplooien die ze de mogelijkheid bieden tot advies (persoonlijk of digitaal), ontmoeting en lichte ondersteuning en toerusting;

overwegende dat het gewenst is om vrijwilligers en mantelzorgers te ondersteunen bij hun waardevolle inzet;

overwegende dat het gewenst is om te zorgen voor een stevig sociaal fundament met een preventieve en vroeg signalerende functie middels een combinatie van voorzieningen en functies;

besluit vast te stellen de volgende regeling, inclusief de bijbehorende toelichting:

SUBSIDIEREGELING #IN DE BUURT

Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop rustende bepalingen wordt (mede) verstaan onder:

  • -

    #InDeBuurt: de uitwerking van het gemeentelijk beleid voor de sociale basisinfrastructuur, zoals beschreven in het Meerjarig beleidskader Sociaal Domein 2015-2018 en het Inhoudelijk Kader #InDeBuurt;

  • -

    Algemene subsidieverordening: Algemene subsidieverordening 2015 van gemeente Amersfoort;

  • -

    basisactiviteiten: activiteiten in elke wijk (en op onderdelen stedelijk), in de regel uitgevoerd door sociaal arrangeurs

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

  • -

    formele initiatieven: organisatie die activiteiten uitvoert met hoofdzakelijk betaalde medewerkers;

  • -

    informele initiatieven: organisatie of netwerk grotendeels bestaand uit personen die zich onbetaald of vrijwillig inzetten;

  • -

    partij: organisatie verantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen geformuleerd in #IndeBuurt

  • -

    partijen in de wijk of stad: dit betreft inwoners, burgerinitiatieven en organisaties die samenwerken met de SBI, zoals gebiedsmanagers, sociale wijkteams, politie, onderwijs, sportverenigingen.

  • -

    sociaal arrangeurs: de door de partij aangewezen personen die de in deze regeling genoemde activiteiten uitvoeren;

  • -

    Subsidieregeling Projecten #InDeBuurt; de naar verwachting in september 2016 vast te stellen subsidieregeling die richting geeft aan de flexibele inzet in wijken en op stedelijk niveau;

  • -

    wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Doel van de regeling

Het verstrekken van de subsidie heeft tot doel het bijdragen aan de realisatie van met name de volgende gemeentelijke doelstellingen, zoals ook genoemd in het Meerjarig beleidskader Sociaal Domein 2015-2018:

  • -

    zorgen dat inwoners van gemeente Amersfoort weten waar zij terecht kunnen met vragen op het gebied van het sociaal domein en hun weg kunnen vinden naar zorg en ondersteuning en te voorzien in goede en toegankelijke informatie en goed en toegankelijk advies;

  • -

    streven naar open en prettige plekken in wijken van Amersfoort voor ontmoetingen, waarbij wordt aangesloten bij natuurlijk ontstane en bestaande plekken;

  • -

    zorgen dat de activiteiten en voorzieningen die plaatsvinden op basis van deze regeling vrij toegankelijk zijn voor alle inwoners van Amersfoort, ongeacht eventuele (fysieke) beperkingen, religie of seksuele geaardheid;

  • -

    bieden van ondersteuning voor inwoners van gemeente Amersfoort, zowel formeel als informeel en zowel collectief als individueel;

  • -

    mantelzorgers, actief voor inwoners van de gemeente Amersfoort, als specifieke groep ondersteunen en ontlasten bij hun taak.

  • -

    het behouden, ondersteunen en waarderen van vrijwilligers

Selectie van de aanbieder

Artikel 3. Vereisten aanvrager

De aanvraag kan worden ingediend door een rechtspersoon of een samenwerkingsverband van partijen waarvan ten minste de aanvrager een rechtspersoon is. De aanvraag moet aantoonbaar aan de volgende vereisten voldoen:

  • a.

    De aanvrager, of in het geval van een samenwerkingsverband een of meer leden hiervan, heeft kennis van - of kan snel verbinding maken met - de formele en informele netwerken in Amersfoort;

  • b.

    De aanvrager heeft, of in het geval van een samenwerkingsverband alle leden hebben, geen winstoogmerk met de uitvoering van de activiteiten of met de besteding van de subsidie anderszins;

  • c.

    De aanvrager is, of in het geval van een samenwerkingsverband alle leden zijn, financieel gezond (zie artikel 8e);

  • d.

    De aanvrager heeft minimaal 3 jaar ervaring met het aanbieden van de gevraagde activiteiten.

Artikel 4. Weigeringsgronden

De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    Er sprake is van een situatie beschreven in artikelen 4:25 of 4:35 van de wet of in artikelen 10 of 13 van de Algemene subsidieverordening;

  • b.

    Er niet wordt voldaan aan de vereisten, zoals bedoeld in artikel 3;

  • c.

    Er geen sprake is van subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in artikel 13;

  • d.

    Er niet minimaal een 6,0 gescoord wordt, zoals bedoeld in artikel 5;

  • e.

    Er niet minimaal 420 punten behaald worden, zoals bedoeld in artikel 5.

Artikel 5. Beoordelingscriteria en rangschikking

  • 1. De beoordeling vindt plaats in twee rondes.

    • a.

      De beoordeling in de eerste ronde vindt plaats aan de hand van de aanvraag op basis van de volgende beoordelingscriteria:

    • I.

      uw visie op de ambities en doelstellingen van #InDeBuurt;

    • II.

      een beschrijving van uw aanpak voor #InDeBuurt

    • III.

      de wijze waarop u informele en formele inzet verbindt in #InDeBuurt

    • IV.

      governance en middelen voor #InDeBuurt

    • b.

      De beoordeling in de tweede ronde vindt plaats aan de hand van het implementatieplan en een presentatie op basis van het volgende beoordelingscriterium:

    • V.

      implementatieproces voor de inrichting van de activiteiten, om te kunnen starten met de uitvoering vanaf 1 januari 2017.

  • 2. Elk beoordelingscriterium ontvangt bij de beoordeling een rapportcijfer tussen 0 en 10. Een rapportcijfer wordt gegeven op halve en hele cijfers.

  • 3. De adviescommissie geeft gezamenlijk één rapportcijfer per beoordelingscriterium.

  • 4. Een score op één of meer van de criteria lager dan 6,0 leidt tot directe uitsluiting.

  • 5. Het rapportcijfer per beoordelingscriterium wordt vermenigvuldigd met een factor:

    Beoordelingscriterium

    Factor

    I

    13

    II

    17

    III

    17

    IV

    13

    V

    40

  • 6. De totaalscore van de aanvraag komt tot stand door de scores per beoordelingscriterium bij elkaar op te tellen.

  • 7. Voor de tweede ronde worden de drie aanvragers met de hoogste totaalscores uit de eerste ronde uitgenodigd voor het geven van een presentatie, met dien verstande dat er minimaal een score van 420 punten (van de 600) moet zijn behaald.

  • 8. De partij met de hoogste totaalscore na twee beoordelingsronden zal door de adviescommissie aan het college voorgesteld worden als beoogde subsidieontvanger.

  • 9. In het geval van gelijke rangschikking van aanvragers geeft de adviescommissie haar voorkeur aan, met onderbouwing, en draagt deze voor aan het college.

Artikel 6. Adviescommissie

  • 1. Ten behoeve van deze regeling wordt door het college een adviescommissie ingesteld die aan het college advies uitbrengt over de rangschikking van de eerste en tweede beoordelingsronde;

  • 2. De adviescommissie bestaat uit ten minste negen leden, waarvan er minimaal drie leden werkzaam zijn binnen de gemeente Amersfoort, en zes externe leden. Deze leden hebben kennis van de stad Amersfoort, de sociale basisinfrastructuur en/of het sociaal domein.

  • 3. De in de adviescommissie zittende leden hebben geen persoonlijk belang bij het vaststellen van de rangschikking en hebben geen persoonlijk of zakelijk belang bij een aanvrager of in het geval van een samenwerkingsverband een lid;

  • 4. De adviescommissie beoordeelt de subsidieaanvraag, het implementatieplan en de presentatie aan de hand van de beoordelingscriteria zoals genoemd in artikel 5 en neemt in ogenschouw deze regeling, de wet en de Algemene subsidieverordening;

  • 5. De adviescommissie brengt aan het college een advies uit over de rangschikking en welke subsidieaanvrager in aanmerking zou moeten komen voor de subsidie.

  • 6. Voor een geldig advies dienen er tenminste zes leden aanwezig te zijn bij de vergaderingen over de beoordeling en het voorstel van de rangschikking van de eerste en tweede beoordelingsronde.

Artikel 7. Indieningstermijn aanvraag

De aanvraag voor een subsidie wordt uiterlijk 31 mei 2016, voor 12.00u digitaal ingediend met gebruikmaking van het digitale formulier “Aanvraag Subsidie #IndeBuurt”. In het geval van een tijdig ingediende onvolledige aanvraag, dat wil zeggen bij ontbreken van gegevens genoemd in artikel 8, krijgt de aanvrager een hersteltermijn conform artikel 4:5 van de wet. Niet tijdige of, na verstrijken hersteltermijn, niet volledig ingediende aanvragen worden niet in behandeling genomen.

Artikel 8. Gegevens aanvraag

In aanvulling op artikel 9 van de Algemene subsidieverordening legt de aanvrager bij de indiening van de subsidieaanvraag de volgende gegevens over:

  • a.

    een volledig ingevuld aanvraagformulier, te vinden op amersfoort.nl

  • b.

    een plan van aanpak waarin visie en werkwijze beschreven worden vanaf 1 januari 2017;

  • c.

    een implementatieplan waarin de stappen beschreven worden tot 1 januari 2017.

  • d.

    een begroting waarin inzichtelijk is gemaakt hoe het gehele budget voor de basisactiviteiten wordt verdeeld onder alle wijken van Amersfoort, inclusief inzicht in de gehanteerde kostprijs en de onderbouwing daarvan. Als richtlijn hiervoor dient onder meer de verdeling van het budget per wijk zoals genoemd in de Toelichting onder artikel 15, conform het format dat onderdeel uitmaakt het aanvraagformulier;

  • e.

    stukken waaruit blijkt dat de aanvrager of een van de leden van haar samenwerkingsverband minimaal 3 jaar ervaring heeft met het uitvoeren van de gevraagde activiteiten;

  • f.

    een Verklaring Omtrent Gedrag voor rechtspersonen van de aanvrager, of in het geval van een samenwerkingsverband van alle rechtspersonen.

Artikel 9. Procedure aanvraag

  • 1. Het college besluit over de subsidieaanvragen en stelt de rangschikking vast, na kennisneming van het advies van de adviescommissie;

  • 2. Het college kan gemotiveerd afwijken van het advies van de adviescommissie;

  • 3. Uiterlijk op 10 juli 2016 stelt het college de aanvragers schriftelijk in kennis van zijn besluit. Het advies van de adviescommissie wordt met de subsidiebeschikking meegezonden;

  • 4. Indien de beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening niet uiterlijk op 10 juli 2016 kan worden gegeven, stelt het college de aanvrager daarvan in kennis en noemt daarbij de termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien;

  • 5. Tijdens de behandeling van een aanvraag wordt geen inhoudelijke informatie verstrekt.

Artikel 10. Uitvoeringsovereenkomst

  • 1. De subsidie zal worden verleend onder de opschortende voorwaarde van het aangaan van een overeenkomst ex artikel 4:36 Awb, waarin wordt overeengekomen dat de subsidieontvanger verplicht is de activiteiten te verrichten waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. In het geval de subsidieaanvrager die als nummer 1 in de definitieve rangschikking staat de subsidieovereenkomst niet binnen zes weken na ontvangst heeft getekend, kan het college de subsidiebeschikking aan deze partij intrekken en besluiten de subsidie te verlenen aan de subsidieaanvrager die als tweede is geëindigd in de definitieve rangschikking, met inachtneming van lid 1. [idem dito nummer 3 en 4].

Artikel 11. Toepasselijkheid Wet Bibob

Een subsidie op grond van deze regeling wordt geweigerd of ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 van de Wet integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Voorbereidings- en uitvoeringsfase

Artikel 12. Implementatieproces

De uitvoering van de implementatieactiviteiten vangt aan op 1 augustus 2016, of eerder als partijen dit overeenkomen.

Artikel 13. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt aan één partij die de basisactiviteiten zal gaan uitvoeren. Met de activiteiten wordt het stimuleren van de gemeentelijke doelstellingen, zoals genoemd in artikel 2, bevorderd. De activiteiten komen geheel ten goede aan de inwoners van gemeente Amersfoort. De activiteiten worden uitgevoerd door sociaal arrangeurs die verantwoordelijk zijn voor het organiseren en realiseren van de functies en thema’s zoals benoemd bij art 13a en 13b.

  • 2. Op grond van deze regeling wordt subsidie verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • a.

      De analyse van prioriteiten per wijk en op stedelijk niveau;

    • b.

      Het opbouwen van sociale netwerken in de wijken en de stad Amersfoort;

    • c.

      Het verbinden van initiatieven (formeel en informeel);

    • d.

      Het opstellen van plannen van aanpak per wijk en stedelijk, in overleg met partijen in de wijk of stad;

    • e.

      Het maken van afspraken met informele initiatieven voor de realisatie van de plannen van aanpak;

    • f.

      Het uitvoeren van Subsidieregeling Projecten #InDeBuurt;

    • g.

      Het stimuleren en ondersteunen van informele initiatieven;

    • h.

      Het subsidiëren van formele initiatieven voor de realisatie van de plannen van aanpak;

    • i.

      Het gedeeltelijk uitvoeren van de 3 genoemde functies op de 3 thema’s door de partij;

    • j.

      Het monitoren van voortgang en het verantwoorden van resultaten en middelen.

  • 3. Op grond van deze regeling wordt geen subsidie verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • a.

      beheer van gemeentelijke accommodaties;

    • b.

      sport, cultuur en onderwijs;

    • c.

      gezondheidszorg;

    • d.

      re-integratie en dagbesteding;

    • e.

      minimabeleid

    • f.

      geïndiceerde zorg.

Artikel 13a. Thema’s

De thema’s, zoals genoemd in artikel 13, zijn:

  • 1.

    opgroeien en opvoeden: kinderen en jongeren groeien op in een vertrouwde, veilige en uitdagende omgeving.

  • 2.

    samenredzaamheid bevorderen: inwoners die moeite hebben met participeren worden ondersteund om zelfstandig te kunnen leven en wonen, inwoners die anderen helpen worden ondersteund bij hun activiteiten.

  • 3.

    sociale leefbaarheid: inwoners geven in hun wijk en buurt zelf vorm aan een vertrouwde, veilige, uitdagende en actieve sociale leefomgeving.

Artikel 13b. Functies

De functies, zoals genoemd in artikel 13, zijn:

  • 1.

    advies en informatie: waar kan ik terecht met mijn vragen, hoe kan ik helpen, wie kan mij helpen?;

  • 2.

    ontmoeten: het contact met buurt- en lotgenoten;

  • 3.

    ondersteuning en toerusting: mensen helpen om hun leven op orde te krijgen of houden, of bijvoorbeeld mantelzorg te kunnen blijven bieden

Artikel 14. Verplichtingen

In aanvulling op de verplichtingen die op grond van de wet en de Algemene subsidieverordening zijn opgelegd, is de subsidieontvanger verplicht om:

  • a.

    samen te werken met partijen in de wijk of stad;

  • b.

    jaarlijks een plan van aanpak op te stellen per wijk en op stedelijk niveau en dit af te stemmen met het college. Hierbij maakt de aanvrager in ieder geval gebruik van:

  • a.

    belangrijke partners in de wijken en stad, zoals inwoners, wijkteams, gebiedsmanager en politie,

  • b.

    de wijkscans (stadsgebiedscans), welke de subsidieontvanger elke twee jaar vernieuwd;

  • c.

    de beschikbare informatie over zorg en ondersteuning vanuit onder meer de GGD monitor en onderzoek van de gemeente;

  • d.

    analyses en rapportages van de wijkteams.

  • c.

    per kwartaal en jaarlijks de inzet van de middelen en de bereikte effecten te verantwoorden, waarbij in overleg met de gemeente een efficiënte wijze van verantwoording wordt gekozen;

  • d.

    de gemeentelijke doelstellingen, zoals genoemd in artikel 2, te realiseren;

  • e.

    verlenen en verantwoorden van subsidies namens het college aan partijen anders dan de partij of leden van zijn coalitie, op basis van de door het college vast te stellen Subsidieregeling Projecten #InDeBuurt voor de inzet van aanvullende activiteiten, anders dan de basisactiviteiten;

  • f.

    de aanvrager verplicht zich om minimaal de volgende activiteiten uit te voeren:

    • o

      Deelname aan het Jeugd Interventie Team (JIT);

    • o

      In 2017 continueren van programma’s Piep zei de Muis/Billy Boem, cursussen voor jongeren i.v.m. huiselijk geweld en KOPP/KVO cursussen (in samenwerking met Indigo);

    • o

      In het kader van de decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefunctionarissen zijn 7.7 FTE Combinatiefunctionarissen werkzaam op het terrein van jeugd en onderwijs. Deze activiteit dient met deze functionarissen voortgezet te worden;

    • o

      Onafhankelijke cliëntadvisering;

    • o

      Mantelzorgondersteuning (uitgezonderd de uitvoering van het mantelzorgcompliment);

    • o

      Inburgering en taalondersteuning;

    • o

      Sociale begeleiding van inwoners met een beperking;

    • o

      Sociaal juridisch advies; afhankelijk van evaluatie halverwege 2016

    • o

      Aansluiten op de Verwijsindex ‘@ Risk’;

    • o

      Deelname aan project gezonde wijkaanpak.

  • g.

    de volgende verplichtingen gelden ten aanzien van de kwaliteit van ingezette professionals:

    • o

      Professionals dienen zich te houden aan de geldende beroepscode;

    • o

      professionals dienen aan te sluiten bij de diversiteit van de inwoners bijvoorbeeld wat betreft herkomst, beperkingen, religie, seksuele voorkeur;

    • o

      professionals zijn op de hoogte van algemene en cliëntgebonden risico's op het gebied van sociale en fysieke veiligheid. Zij nemen indien nodig in samenspraak met deelnemers aan activiteiten maatregelen om deze risico's te minimaliseren;

    • o

      betaalde beroepskrachten en vrijwilligers die worden ingezet door de organisatie en werken met inwoners zijn in het bezit van een geldige VOG bij aanvang van de werkzaamheden;

    • o

      de aanbieder voert een eigen beleid ten aanzien van de veiligheid van personeel en deelnemers aan activiteiten en ongewenst gedrag.

  • h.

    de subsidieontvanger verplicht zich om zich in te spannen om zoveel mogelijk medewerkers van bestaande welzijnsinstellingen in Amersfoort activiteiten uit te laten voeren.

  • i.

    de subsidieontvanger onthoudt zich bij de invulling- en uitvoering van zijn activiteiten tot situaties waarin oneerlijke concurrentie plaatsvindt; de subsidieontvanger houdt zich aan de geldende wet- en regelgeving:

  • j.

    Samen te werken met het college van de gemeente Amersfoort en het Regionaal Sociaal Werkvoorzieningschap Amersfoort en omgeving (RWA Amfors) om participatieplekken in de sociale basis infrastructuur te realiseren.

  • k.

    Zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande locaties waar welzijnsactiviteiten worden uitgevoerd.

Artikel 15. Subsidieplafond

Het college stelt het subsidieplafond, het totale maximale subsidiebedrag voor de coördinerende partij, zijnde het gehele budget voor de basisactiviteiten en de coördinerende rol, per kalenderjaar, voor het eerst voor het jaar 2017, per afzonderlijk besluit vast binnen vier weken na vaststelling van de begroting door de gemeenteraad. Voor het implementatieproces voor de inrichting van de activiteiten in de periode van 1 augustus tot en met 31 december 2016 is een apart budget beschikbaar met een subsidieplafond van € 300.000,-.

Artikel 16. Vervolgsubsidieregeling

Op korte termijn zal de Subsidieregeling Projecten #InDeBuurt worden opgesteld waarvan de uitvoering gemandateerd wordt aan de subsidieontvanger van deze regeling.

De uitgangspunten voor de Subsidieregeling Projecten #InDeBuurt zijn onder meer:

  • o

    De Subsidieregeling Projecten #InDeBuurt wordt vastgesteld door het college;

  • o

    De uitvoering van de Subsidieregeling Projecten #InDeBuurt wordt gemandateerd aan de partij;

  • o

    De partij verleent subsidies in een beschikking namens het college;

  • o

    De partij legt verantwoording af over alle verleende subsidies aan het college;

  • o

    Het mandaat is van toepassing op het verlenen van subsidies tot maximaal €100.000,- per jaar per aanvrager;

  • o

    Voor het verlenen van kleinere subsidies geldt een vereenvoudigde procedure;

  • o

    De partij, of een van de leden van het samenwerkingsverband, komt zelf niet in aanmerking voor subsidies uit de Subsidieregeling Projecten #InDeBuurt;

  • o

    Subsidies kunnen worden verleend aan zowel formele als informele initiatieven;

  • o

    Inwoners kunnen via het ‘right to challenge’ een aanvraag doen voor activiteiten die voorheen door formele initiatieven uitgevoerd werden.

Artikel 17. Verantwoording en subsidievaststelling

De verantwoording vindt plaats per kwartaal. Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie geschiedt jaarlijks. Bij de verantwoording en de aanvraag tot vaststelling worden de stukken overlegd zoals genoemd in artikel 23 lid 6 van de Algemene subsidieverordening met inachtneming van lid 7.

Artikel 18. Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze subsidieregeling afwijken indien toepassing van de bepalingen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 19. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

  • 2. Deze regeling vervalt op 31 december 2019.

Artikel 20. Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als Subsidieregeling #InDeBuurt.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 12 april 2016.
Namens het college van burgemeester en wethouders,
De secretaris, De burgemeester,

Toelichting

TOELICHTING SUBSIDIEREGELING #IN DE BUURT