Verordening burgerparticipatie Sociaal Domein

Geldend van 06-04-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Verordening burgerparticipatie Sociaal Domein

De raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 februari 2016, no. ….;

gelet op artikel 2.1.3 derde lid  van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 2.10 van de Jeugdwet, artikel 47 van de Participatiewet en artikel 150 van de Gemeentewet;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende

Verordening burgerparticipatie Sociaal Domein

Artikel 1 BEGRIPSBEPALINGEN

In deze Verordening wordt verstaan onder:

1. Burgerparticipatie Sociaal Domein: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de zelforganisaties van belanghebbenden evenals individuele belanghebbenden betrekt bij de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie gebaseerd op de bepalingen van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet en de Participatiewet.

2. Platform Sociaal Domein, hierna ook aangehaald als het platform: de door burgemeester en wethouders als zodanig erkende en in deze gemeente actief zijnde vertegenwoordigers van zelforganisaties en individuele belanghebbenden op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet en de Participatiewet verenigd in de Stichting Platform Sociaal Domein Hardinxveld-Giessendam. De vertegenwoordigers van de zelforganisaties zijn voor deze taak door de zelforganisaties voorgedragen.

3. Hulp en ondersteuning: 

. 1. het bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en het vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met beperkingen, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld, 

. 2. het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met beperkingen of met chronische, psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving,

. 3.  het bieden van beschermd wonen en opvang,

. 4. het bevorderen dat jeugdigen gezond en veilig opgroeien, kansen krijgen om zich te ontwikkelen en naar vermogen kunnen meedoen in de samenleving,

. 5. het bevorderen van meer eigen regie, zelfstandigheid en zelfredzaamheid op het gebied van werk en het verwerven van inkomen.

4. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardinxveld-Giessendam.

5. Raad: de gemeenteraad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam

Artikel 2 DOELSTELLINGEN

De burgerparticipatie Sociaal Domein heeft de volgende doelstellingen:

1. het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet, door zelforganisaties en individueel, vanuit onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling en uitvoering van het beleid ten aanzien van het Sociaal Domein;

2. het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het beleid ten aanzien van het Sociaal Domein.

Artikel 3 BELEIDSTERREIN

Het gemeentelijke beleid in de beleidsvoorbereiding, de vaststelling, de uitvoering en de evaluatie daarvan op het terrein van hulp en ondersteuning, zoals aangegeven in artikel 1 lid 3 van deze Verordening en beschreven in de inhoud van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet.

Artikel 4 WERKWIJZE

  • 1 In het kader van de burgerparticipatie Sociaal Domein vraagt het college het platform tijdig om advies.

  • 2 Het platform is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college.

  • 3 Het college vraagt het platform in ieder geval om advies bij onderwerpen als bedoeld in artikel 3.

  • 4 De adviezen worden op zodanige tijdstippen gevraagd dat zij van wezenlijke invloed kunnen zijn op de te nemen besluiten.

  • 5 De adviezen van het platform worden gestuurd aan het college, waar nodig geacht met kopie aan de raad. In het geval het college in een voorstel aan de raad afwijkt van het advies van het platform wordt tevens aangegeven op welke gronden van het advies van het platform is afgeweken.

  • 6 Het college informeert het platform, binnen redelijke termijn, schriftelijk wat met de adviezen van het platform is gedaan.

  • 7 Het college voorziet het platform van begrijpelijke informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van het platform. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om (de voorbereiding van) beleid en uitvoering te kunnen begrijpen en om in de gelegenheid te zijn tijdig en onderbouwd te reageren op plannen voor ontwikkelingen en wijzigingen. De informatie wordt desgevraagd in speciale leesvorm aangeleverd (braille, grootletterschrift, daisy-rom).

  • 8 Tussen het college en het platform vindt minimaal eenmaal per jaar een structureel overleg plaats, waarvoor beide partijen onderwerpen kunnen agenderen.

  • 9 Resultaten van overleg tussen het college en het platform worden in overleg, binnen redelijke termijn, schriftelijk vastgelegd.

  • 10 Het college wijst een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor het platform. Het platform en de contactambtenaar hebben minimaal vier maal per jaar structureel overleg.

  • 11 Indien het platform niet meer zou functioneren, zal het college acties gericht op het weer goed functioneren bevorderen.

  • 12 Desgewenst kan ook de raad het platform rechtstreeks om advies vragen.

  • 13 Het platform is gerechtigd uit eigen beweging ook advies uit te brengen aan de raad.

Artikel 5 FACILITEITEN

  • 1 Het college stelt aan het platform zodanige middelen ter beschikking dat het platform redelijkerwijze in staat kan worden geacht in het kader van de uitvoering van deze verordening zijn taken uit te voeren. Hierbij zijn in ieder geval vergoedingen voor de volgende onkosten inbegrepen: deskundigheidsbevordering, overleg in regionaal verband, documentatie, ondersteuning, kantoorkosten, eindejaarsattentie alle vrijwilligers, overleg achterban, PR, overleg met andere doelgroepen, kosten voorlichting inclusief die aan leerlingen van groep 8 van de basisscholen in de gemeente in het kader van het Gehandicapten Informatie Project Scholen (GIPS).

  • 2 De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting.

  • 3 Voor niet reguliere activiteiten kan het platform bij het college projectsubsidies aanvragen.

Artikel 6 SLOTBEPALINGEN

  • 1 In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college in overleg met het platform.

  • 2 Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Burgerparticipatie Sociaal Domein

  • 3 Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking van de regeling en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

  • 4 Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening wordt de bij raadsbesluit van 2 december 2010 vastgestelde Verordening burgerparticipatie Wmo ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam van 31 maart 2016.
De voorzitter,
drs. R.H. Augusteijn
De griffier,
A. van Vliet-v.d. Ploeg