Regeling vervallen per 30-11-2023

Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2016

Geldend van 07-04-2016 t/m 29-11-2023

Intitulé

Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2016

De raad van de gemeente Uden;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 februari 2016;

gelet op artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij;

b e s l u i t

vast te stellen de

Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2016 gemeente Uden

Artikel 1:

Deze beleidsregel wordt toegepast bij een beoordeling van het woon- en leefklimaat in het kader van de Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2:

Bij het beoordelen van ruimtelijke initiatieven en plannen worden, als vertaling van het criterium ‘een aanvaardbaar woon- en leefklimaat’ uit stallen van veehouderijen, onderstaande waarden gehanteerd als toetswaarden die gelden ter plaatse van geurgevoelige objecten. Bij de berekening worden alleen de dieren meegenomen waarvoor een geschikte emissiefactor beschikbaar is.

Gebied

Achtergrondbelasting

Voorgrondbelasting

Goed

Afweegbaar

Slecht

Goed

Afweegbaar

Slecht

Woonkernen

0 – 6 ou

6 – 10 ou

>10 ou

0 – 3 ou

3 – 5 ou

>5 ou

Overgangsgebied

0 – 10 ou

10 – 14 ou

>14 ou

0 – 5 ou

5 – 8 ou

>8 ou

Buitengebied

0 – 14 ou

14 – 20 ou

>20 ou

0 – 8 ou

8 – 10 ou

>10 ou

Agrarisch ontwikkelingsgebied

0 – 14 ou

14 – 20 ou

>20 ou

0 – 8 ou

8 – 14 ou

>14 ou

Artikel 3:

De gebieden als bedoeld in artikel 2 zijn weergegeven op de bij deze beleidsregel gevoegde en gewaarmerkte kaart: gebiedsindeling.

Artikel 4:

  • 1.

    Er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij een geurgevoelig object als de geursituatie ter plaatse van het geurgevoelige object goedis volgens de tabel in artikel 2. Een nadere afweging is niet nodig.

  • 2.

    Er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij een geurgevoelig object als de geursituatie ter plaatse van het geurgevoelige object afweegbaar is volgens de tabel in artikel 2. Een expliciete afweging in de ruimtelijke onderbouwing moet wel worden opgenomen.

Artikel 5:

  • 1.

    Als de geursituatie gekwalificeerd is als slecht, is in beginsel geen sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

  • 2.

    Indien, met uitzondering van de toetswaarde in deze beleidsregel, de beoordeling van de overige milieu- en planologische aspecten wel positief uitvalt, kan overwogen worden om gemotiveerd van deze toetswaarde af te wijken. Bijvoorbeeld omdat er concreet zicht is op een verbetering van de achtergrondbelasting of er vanwege het gebruik weinig hinder te verwachten is of acceptabel wordt geacht. Een nadere motivering is dan wel nodig.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 31 maart 2016.

De Raad voornoemd

de griffier de burgemeester

drs. G.B. Gnodde drs. H.A.G. Hellegers

afbeelding binnen de regeling