regeling inzake het verstrekken van hypothecaire geldleningen aan ambtenaren

1. Een aanvraag, als bedoeld in artikel 2, moet worden ingediend bij het bestuursorgaan.

2. Het bestuursorgaan kan een lening toekennen, wanneer:

• -

  de uit de gevraagde geldlening voortvloeiende kosten en overig financiële verplichtingen de draagkracht van de ambtenaar niet te boven gaan; toetsing vindt plaats aan de hand van de normen van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen, zoals die ten tijde van de aanvraag van kracht zijn;

• -

  zij de stichtingskosten, de aankoopkosten of het leningrestant aanvaardbaar achten, waarbij uitgangspunt is de getaxeerde waarde op grond van de Wet waardering onroerende zaken;

• -

  het recht van eerste hypotheek danwel - in de situatie in artikel 2, sub d omschreven - eventueel het recht van tweede hypotheek zal worden gevestigd en het recht van eerste hypotheek ook door de gemeente is gevestigd.

1. De lening wordt verstrekt voor een looptijd van ten hoogste 30 jaren.

2. De looptijd in jaren zal niet meer bedragen dan het verschil tussen de leeftijd van 70 jaar en de huidige leeftijd van de ambtenaar op het moment van de aanvraag.

1. De aflossing vindt plaats volgens de annuïtaire methode.

2. De geldnemer mag vervroegd en / of versneld aflossen, zonder boete of kosten op de vervaldagen.

1. De lening wordt verstrekt tegen een rente, welke de gemeente zelf voor de datum van de kredietaanvraag is c.q. zou zijn verschuldigd voor door haar te sluiten geldleningen, met een looptijd van 15 jaar.

2. Het is gedurende de looptijd der lening aan de ambtenaar toegestaan tweemaal een verzoek te doen tot wijziging van de in de hypotheekakte vastgelegde rente in een lager percentage. Vastlegging hiervan zal plaatsvinden door middel van een onderhandse overeenkomst. De bepaling van dit lagere percentage zal geschieden op de wijze, zoals omschreven in het eerste lid.

3. De geldleningsovereenkomst dient binnen 13 weken na de toekenning van de lening door het bestuursorgaan te zijn gepasseerd; bij overschrijding van die termijn zal het rentepercentage opnieuw worden bepaald op dezelfde wijze als aangegeven in het eerste lid.

4. Indien de rente tussen de datum van aanvragen van de lening en de datum van akte passeren daalt, wordt de lening verstrekt tegen het lagere percentage.

1. De geldlening zal na het verstrijken van een termijn van zes maanden onmiddellijk opeisbaar zijn zonder dat enige waarschuwing zal zijn vereist:

• a.

  indien het dienstverband van de ambtenaar eindigt anders dan overlijden, door toekenning van pensioen krachtens de Algemene Burgerlijke Pensioenwet of door toekenning van wachtgeld, zolang dit wachtgeld wordt genoten of een uitkering ten laste van de Wet Uitkering wegens vrijwillig vervroegd uittreden;

• b.

  indien de ambtenaar zonder noodzaak - zulks ter uitsluitende beoordeling van het bestuursorgaan - ophoudt de woning voor eigen bewoning te gebruiken;

• c.

  indien de ambtenaar in staat van faillissement wordt verklaard, de geldnemer surséance van betaling aanvraagt of onder curatele wordt gesteld of op het ver- bonden onroerend goed beslag wordt gelegd;

• d.

  indien de weduwe van de geldnemer hertrouwt;

• e.

  indien het aan de weduwe c.q. weduwnaar van de ambtenaar ingevolge van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet toegekend pensioen eindigt danwel vervallen wordt verklaard;

• f.

  indien de ambtenaar overlijdt zonder een weduwe c.q. weduwnaar achter te laten;

• g.

  indien de ambtenaar verzuimt de verschuldigde annuïteiten te voldoen c.q. andere op de lening rustende verplichtingen niet nakomt;

• h.

  indien zich ten aanzien van de in sub e bedoelde persoon de situaties voordoen als bedoeld in sub c en g.

2. In bijzondere gevallen kan het bestuursorgaan toestaan dat van het gestelde in het eerste lid van dit artikel wordt afgeweken.

1. In de hypotheekakte worden, behalve de gebruikelijke bedingen, opgenomen:

• a.

  de verplichtingen van de hypotheekgever, voortvloeiende uit deze regeling;

• b.

  de bedingen, bedoeld bij de artikelen 3:235, 264, 265, 268 e.v. van het Burgerlijk Wetboek en artikel 297 van het Wetboek van Koophandel;

• e.

  de verplichtingen van de hypotheekgever om het beding, bedoeld in artikel 297 van het Wetboek van Koophandel op zijn kosten aan de brandwaarborgmaatschappij te doen betekenen.

2. Alle kosten van vestiging, omzetting en royering van de hypothecaire lening en voor de gemeente uit het verstrekken van de lening voortvloeiende kosten komen ten laste van de hypotheekgever.

3. De woning en eventuele andere opstallen moeten steeds voldoende tegen brand- en stormschade zijn verzekerd, waarvan de polis of een duplicaat wordt overgelegd.

4. Het is verboden zonder toestemming van het bestuursorgaan de bestemming van de woning te wijzigen, de woning te verhuren, te veranderen of af te breken, te bezwaren, in gebruik te geven, te vervreemden of er zakelijke rechten op te vestigen of de bij de woning behorende grond te verkopen, te verpachten of daarop zakelijke rechten te vestigen.