Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010   (VERORDENING PRECARIOBELASTING 2010)

De raad van de gemeente Oegstgeest;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 oktober 2009, nr. 101a/09;

gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van

onroerendezaakbelastingen 2010

(VERORDENING ONROERENDEZAAKBELASTINGEN 2010)

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Voor de toepassing van de verordening

  • a.

    wordt verstaan onder een jaar : een kalenderjaar;

  • b.

    wordt verstaan onder een kwartaal : een kalenderkwartaal;

  • c.

    wordt verstaan onder een maand :een kalendermaand;

  • d.

    wordt verstaan onder een dag : periode van een dag aanvangend om 0.00 uur;

  • e.

    worden gedeelten van de in de tarieventabel genoemde tijds- en andere eenheden voor een gehele eenheid gerekend, met dien verstande dat, indien het heffingstijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van het tijdvak, het recht zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag beloopt als er na het aanvangstijdstip nog volle maanden van het heffingstijdvak resteren.

Belastingbedragen van minder dan € 4,54 worden niet geheven.

Artikel 2

Belastbaar feit

Onder de naam “precariobelasting” wordt een directe belasting geheven terzake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieven-tabel.

Artikel 3

Belastingplicht

  • 1.

    De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4

Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a.

    voorwerpen, waarvan de aanwezigheid door de gemeente op grond van een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins moeten worden gedoogd;

  • b.

    voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • c.

    het gebruik of genot van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond door de gemeente;

  • d.

    voorwerpen of werken, welke - noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak - aan het rijk, de provincie, de gemeente of de waterschappen toe-behoren;

  • e.

    wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en van andere overeenkomstige instellingen, alsmede van halteborden ten dienste van openbare middelen van vervoer;

  • f.

    voorwerpen gebruikt voor activiteiten met een politiek, godsdienstig, levens-beschouwelijk, sociaal, sportief, cultureel, recreatief of media doel, tenzij er sprake is van een directe of indirecte commerciële (neven)activiteit;

  • g.

    voorwerpen op de openbare weg bij kleinschalige, niet commerciële buurtactiviteiten;

  • h.

    voorwerpen ten behoeve van de bouw en renovatie van woningen door toegelaten instellingen, als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet;

  • i.

    voorzieningen aangebracht ten behoeve van mindervaliden tot het toegankelijk maken van een eigendom.

Artikel 5

Heffingsgrondslag en tarief

De belasting wordt geheven naar het aantal eenheden, bepaald en berekend aan de hand van de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 4 en 5 en de in de tabel gegeven aanwijzingen.

Artikel 6

Heffingstijdvak

Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het heffingstijdvak het kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn. In de overige gevallen is het heffingstijdvak het kalenderkwartaal waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 7

Wijze van heffing

De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8

Ontheffing

Indien het heffingstijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de voorwerpen zijn verwijderd vóór het verstrijken van het heffingstijdvak, wordt op verzoek van de belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend over de na de verwijdering resterende volle maanden van het heffingstijdvak, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 4,54.

Artikel 9

Tijdstip van verschuldigdheid

De belasting is verschuldigd bij het begin van het heffingstijdvak of, zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond een aanvang neemt.

Artikel 10

Termijn van betaling

  • 1.

    De aanslag(en) moet(en) worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11

Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 13

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening precariobelasting 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening met de daarbij behorende tarieventabel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening precariobelasting 2010”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 5 november 2009.

T A B E L   behorende bij de Precarioverordening 2010

Nummer

Omschrijving

Eenheid

Tarief 2010

 00

Algemeen tarief

 

 

 

 00.01

Voorwerpen waarvoor onder de volgende nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien

 

per m2 per jaar

 

 € 

 

13,43

 10

Bouwmaterialen

 

 

 

 10.01

Bouwmaterialen

per m2 per maand

 € 

4,33

 20

Voertuigen en containers

 

 

 

 20.01

Opleggers, chassis en aanhangwagens

per m2 per maand

 € 

8,79

 20.02

Caravans, vouwwagens en andere voertuigen

bestemd voor de recreatie

 

per m2 per maand

 

 € 

 

21,78

 20.03

Containers

per m2 per maand

 € 

4,33

 30

Buizen, kabels en leidingen

 

 

 

 30.01

Buizen, kabels en (transport)leidingen

per m1 per jaar

 € 

2,02

 40

Uitstallen

 

 

 

 40.01

Uitstallen van goederen

per m2 per jaar

 € 

31,47

 40.02

Als onder nummer 40.01

per m2 per maand

 € 

4,33

 40.03

Als onder nummer 40.01

per m2 per dag

 € 

0,53

 40.04

Banken, tafeltjes en stoelen of een terras

per m2 per maand

 € 

4,33

 50

Automaten

 

 

 

 50.01

Automatische weeg-, verkoop of andere toestellen,

over de frontoppervlakte

 

per ½ m2 per jaar

 

 € 

 

52,42

 60

Aankondigingen

 

 

 

 60.01

Reclame of andere aankondigingen,

zonder kunstverlichting

 

per m1 per jaar

 

 € 

 

13,17

 60.02

Als onder nummer 60.01

per m1 per maand

 € 

1,72

 60.03

Reclame of andere aankondigingen,

met kunstverlichting

 

per ½ m1 per jaar

 

 € 

 

13,17

 70

Diverse voorwerpen

 

 

 

 70.01

Vlaggenmast

per stuk per jaar

 € 

20,88

 70.02

Funderingen, koekoeken, perrons, vlonders, plankieren, steigers, leidingviaducten, duikers

 

per m2 per jaar

 

 € 

 

10,69

 70.03

Luifels, erkers, uitbouwen, overbouwingen en dergelijke

onderdelen van gebouwde eigendommen

 

per m2 per jaar

 

 € 

 

8,08

 70.04

Markiezen, zonneschermen en windschermen

per m2 per jaar

 € 

5,18

 

 

Behorende bij raadsbesluit d.d. 5 november 2009, nr. 101d/09.

 

De griffier van de gemeente Oegstgeest,

 

 F. Kromhout