Regeling vervallen per 01-05-2019

Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden Alkmaar

Geldend van 01-04-2016 t/m 30-04-2019

Intitulé

Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden Alkmaar

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar;

Overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het behouden van de cultuurhistorische waarde en aan het behouden en verbeteren van de historische beeldkwaliteit.

Gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening Alkmaar.

Besluit: Vast te stellen de navolgende regeling:

Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden Alkmaar

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    A sv: Algemene subsidieverordening Alkmaar.

  • b.

    beeldbepalende panden : panden en objecten opgenomen op de door het college vastgestelde lijst van beeldbepalende panden dan wel op de lijst van gemeentelijke monumenten categorie 3 dan wel die als zodanig zijn opgenomen in het bestemmingsplan;

  • c.

    beschermde gemeentelijke monumenten: onroerende monumenten die op grond van de bepalingen in de betreffende gemeentelijke Alkmaarse verordening als zodanig dan wel als gemeentelijk monument categorie 1 of categorie 2 zijn aangewezen;

  • d.

    beschermde rijksmonumenten: onroerende monumenten die zijn ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers;

  • e.

    bouwhistorisch onderzoek: onderzoek naar de bouw, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis van gebouwen, complexen van gebouwen, of gebieden, in hun ruimtelijke samenhang bezien, aan de hand van de vorm, de constructies, de gebruikte materialen en de afwerking. Hieronder wordt mede begrepen kleurhistorisch onderzoek;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar;

  • g.

    eigenaar: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een beschermd rijks- of gemeentelijk monument, beeldbepalend pand of stolp;

  • h.

    instandhouding door normaal onderhoud: reguliere werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor en gericht zijn op het behoud van de monumentale waarde;

  • i.

    kerkgebouw: beschermd monument of zelfstandig onderdeel, dat in oorsprong uitsluitend of voor een overwegend deel is vervaardigd voor het gezamenlijk belijden van de godsdienst of levensovertuiging;

  • j.

    stolpen: onroerende gebouwenvan oorsprong boerderij die in een bestemmingsplan zijn gemerkt met de dubbelbestemming waarde cultuurhistorie en die niet zijn opgenomen op een lijst of zijn ingeschreven in een register zoals bedoeld in artikel 1 b t/m d;

  • k.

    subsidiabele kosten: de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten (bijlage 1), zoals vastgesteld door het college;

Artikel 2 Doel

Het doel van deze nadere regels volgt het vigerend beleid: het in stand houden van objectgerichte restauratie en onderhoudsaanpak ten behoeve van het behoud of verbetering van de cultuurhistorische waarde van panden en objecten, voor zover noodzakelijk geacht door het college.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaren van een beschermd rijksmonument, beschermd gemeentelijk monument, een beeldbepalend pand, een stolp of een object dat volgens het college voldoende cultuurhistorische waarden bezit én dat zich bevindt binnen de grenzen van de gemeente Alkmaar.

Artikel 4 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt indien het betreft:

    • a.

      onderdelen die in stijl en materiaal aansluiten bij de architectonische en cultuurhistorische authenticiteit;

    • b.

      maatregelen ten behoeve van het behouden van de cultuurhistorische waarde en het behouden en verbeteren van de historische beeldkwaliteit;

    • c.

      bouwhistorisch onderzoek of documentatie;

    • d.

      werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen, die als zodanig zijn aangemerkt in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten, zoals vastgesteld door het college (bijlage 1), met uitzondering van onderhoudsschilderwerk (alleen subsidiabel bij gemeentelijke monumenten).

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op het bepaalde in de artikel 9 van de Algemene subsidieverordening kan de subsidie in ieder geval worden geweigerd indien:

    • a.

      met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen;

    • b.

      niet wordt voldaan aan het bepaalde in deze nadere regels;

    • c.

      binnen een periode van 15 jaar voor dezelfde activiteit reeds subsidie is verstrekt;

    • d.

      voor zover aan de aanvrager voor dezelfde activiteit reeds eerder op grond van deze nadere regels subsidie is verstrekt en de aanvraag binnen de in artikel 8 genoemde desbetreffende periode is ingediend;

    • e.

      de subsidiabele kosten lager zijn dan € 750;

    • f.

      op andere wijze een subsidie is te verkrijgen, een lening van het Nationaal Restauratiefonds is te verkrijgen, of de schade gedekt is door een verzekering, of de mogelijkheid bestaat tot fiscale aftrek.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid onder c en f geldt niet voor subsidie die wordt verstrekt op grond van artikel 8 lid 7.

Artikel 6 Procedurebepalingen

  • 1. De aanvraag om subsidie wordt op een door het college beschikbaar te stellen formulier bij het college ingediend.

  • 2. Naast het in het lid 1 bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag te worden vergezeld van een restauratieplan (zie lid 3) of een beschrijvende begroting (zie lid 4) of een gespecificeerde offerte.

  • 3. Het in lid 2 bedoelde restauratieplan bestaat uit:

    • a.

      een beschrijving van de technische staat van het beschermde rijks- of gemeentelijk monument of beeldbepalend pand, waarin de gebreken nauwkeurig vermeld staan;

    • b.

      tekeningen van de bestaande toestand en tekeningen waarop de voorgenomen herstelwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;

    • c.

      een op de onder a. bedoelde beschrijving gebaseerd bestek of gebaseerde werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede van wijze van verwerking daarvan.

  • 4. De in lid 2 bedoelde beschrijvende begroting is een opsomming van de uit te voeren restauratiewerkzaamheden en de daarmee samenhangende kosten, gespecificeerd in hoeveelheden, uren en materialen, welke begroting niet ouder is dan 2 jaar.

  • 5. De aanvrager meldt de aanvang van het werk middels het daartoe vastgestelde formulier.

  • 6. De aanvrager meldt voltooiing van de werkzaamheden bij het college op een door haar vastgesteld gereedmeldingsformulier en legt daarbij rekening en verantwoording af van de verrichte werkzaamheden, onder indiening van de volgende gegevens:

    • a.

      een overzicht en samenstelling van de rekeningen;

    • b.

      rekeningen en betaalbewijzen, betreffende geleverde materialen en verrichte arbeid, en die controleerbaar zijn wat betreft levering en verrichting.

HOOFDSTUK 2 KOSTEN DIE VOOR SUBSIDIE IN AANMERKING KOMEN

Artikel 7 Bouwhistorisch onderzoek en bouwhistorische documentatie

  • 1. Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument, rijksmonument, stolp, beeldbepalend pand of een object waarvan het college van mening is dat er voldoende cultuurhistorische waarde aanwezig is, kan subsidie worden verstrekt voor het uitvoeren van een kleur- en bouwhistorisch onderzoek en een bouwhistorische (deel-)documentatie, zoals omschreven in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten;

  • 2. De in het eerste lid bedoelde subsidie bedraagt 100% van de kosten indien deze kosten onderzoek betreffen ten behoeve van een restauratie, herbestemming of andere ingreep;

  • 3. De in het eerste lid bedoelde subsidie bedraagt 30% van de kosten met een maximum van € 1.000, indien deze kosten bouwhistorische (deel-)documentatie betreffen van op basis van een omgevingsvergunning te verwijderen bouwhistorisch en cultuurhistorisch waardevolle onderdelen.

Artikel 8 Rijksmonumenten

  • 1. Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, niet zijnde een kerkgebouw of een woonhuis, kan voor het opstellen van een 6-jaren-periodiek instandhoudingsplan met een bouwkundige opname een subsidie worden verstrekt van 30% van de totale kosten voor het opstellen van dat plan, met een maximum van  € 1.000, eens per 6 jaar;

  • 2. Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een kerkgebouw, kan voor het opstellen van een 6-jaren-periodiek instandhoudingsplan met een bouwkundige opname een subsidie worden verleend van 30% van de totale kosten voor het opstellen van dat plan, met een maximum van € 2.500, eens per 6 jaar;

  • 3. Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een kerkgebouw, kan in geval de begeleiding van de uitvoeringswerkzaamheden van het instandhoudingsplan bedoeld onder b, door een externe deskundige is gedaan, een subsidie worden verstrekt van 30% van de inhuurkosten, met een maximum van € 6.000, te verstrekken ineens na voltooiing van de werkzaamheden;

  • 4. . Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een kerkgebouw, kan voor onderhouds- en restauratiewerkzaamheden een subsidie worden verstrekt van 30% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 6.000 per kalenderjaar;

  • 5. Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een woonhuis, kan eens per kalenderjaar voor een restauratie waarvan de kosten niet hoger zijn dan € 4.000, een subsidie worden verstrekt van 30% van de subsidiabele kosten;

  • 6. Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een woonhuis, kan eens per kalenderjaar voor een Quick Scan door het Nationaal Restauratiefonds ten behoeve van een kostenraming van de restauratiebehoefte, een subsidie worden verstrekt van 100% van de kosten, indien dit leidt tot een restauratieplan;

  • 7. Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een molen kan, indien een BRIM 6-jaren-periodiek instandhoudingsplan is toegekend, ten behoeve van onderhoudswerken een subsidie worden verstrekt voor onderhoudskosten, tot een maximum van € 2.000 per jaar per molen;

  • 8. Bij een subsidie zoals bedoeld onder 7 van gezamenlijk meer dan €20.000, bevat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie een financieel jaarverslag, met daarin het onderhoud per rijksmonument.

Artikel 9 Gemeentelijke monumenten

  • 1. Aan de eigenaar van een beschermd gemeentelijk monument kan per kalenderjaar subsidie verstrekt worden ten behoeve van normale onderhoudskosten als bedoeld in artikel 1, onder h:

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele kosten, doch ten hoogste € 6.000 per kalenderjaar.

  • 3. De subsidie kan in geval van funderingsherstel en eventueel bijbehorend cascoherstel per beschermd gemeentelijk monument eenmalig worden verhoogd naar 30% van € 40.000.

Artikel 10 Beeldbepalende pandenen stolpen

  • 1. Aan de eigenaar van een beeldbepalend pand of stolp kan per kalenderjaar subsidie worden verstrekt voor de kosten van onderhoud anders dan onderhoudsschilderwerk, ter verbetering of instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle delen van het pand:

  • 2. De subsidie bedraagt 30% van de kosten, waarbij de maximaal subsidiabele kosten zijn gesteld op € 2.300 per kalenderjaar.

HOOFDSTUK 3 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 11 Berekening van de subsidie

  • 1. Berekening en vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van de door het college goedgekeurde werkelijke kosten en met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in deze nadere regels.

  • 2. Vaststelling en uitbetaling van een op grond van dit hoofdstuk verleende subsidie vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht en nadat:

    • a.

      de in artikel 4 bedoelde werkzaamheden door het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • b.

      de in artikel 6, lid 6 bedoelde rekeningen en betaalbewijzen inzake de uitgevoerde restauratie op dezelfde wijze zijn gerangschikt als de in artikel 6, lid 2 bedoelde begroting en door het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 3. Bij de berekening van de subsidie worden op de subsidiabele restauratiekosten die kosten in mindering gebracht, die op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 op verschuldigde belasting in aftrek kunnen worden gebracht.

Artikel 12 Verdeling van het subsidieplafond

Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld. Indien aanvragen zijn ingediend op dezelfde datum, wordt de volgorde bepaald door loting.

Artikel 13 Verplichtingen

  • 1. Aan de subsidie wordt in elk geval de verplichting verbonden dat:

    • a.

      de restauratiewerkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in de Standaard uitvoeringsvoorschriften voor restauratie en onderhoud van rijks- en gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden in de gemeente Alkmaar;

    • b.

      de restauratiewerkzaamheden binnen 12 maanden na de verlening van de subsidie moeten zijn afgerond.

    • c.

      de eigenaar bij de restauratiewerkzaamheden vrijkomende historische bouwmaterialen om niet beschikbaar dient te stellen aan de gemeente.

  • 2. Het college kan voorts aan de verlening van de subsidie voor beschermde monumenten bedoeld in artikel 8, 9 en 10 in elk geval de voorwaarde stellen dat de eigenaar vooruitlopend op de werkzaamheden een kleur- en/of bouwhistorisch onderzoek dient te laten uitvoeren.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1. De Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden 2013 Alkmaar worden ingetrokken.

  • 2. Deze nadere regels treden in werking op 1 april 2016.

  • 3. Aanvragen en bezwaarschriften die zijn ingediend voor dat deze nadere regels in werking treden, worden afgehandeld volgens de onder 1 ingetrokken regeling.

Artikel 15 Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als “Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden Alkmaar”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 19-01-2016.
Het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar,
P.M. Bruinooge, burgemeester
Mw. W.J. Pelk MBA, waarnemend secretaris

bijlage Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten

Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten