Regeling vervallen per 12-04-2011

Bijzondere subsidieverordening amateurkunst Olden­zaal 2001

Geldend van 01-11-2001 t/m 11-04-2011

Intitulé

Bijzondere subsidieverordening amateurkunst Olden­zaal 2001

De raad van de gemeente Oldenzaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 juni 2001, nr. 21/26 V;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2001;

b e s l u i t:

vast te stellen de Bijzondere subsidieverordening amateurkunst Olden­zaal 2001

Artikel 1 Subsidiabele activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen aan instellingen, actief op het gebied van de amateurkunstbeoefening, met volledige rechtsbevoegdheid een waardering-subsidie toekennen voor de stimulering van een openbare uitvoering in het kader van amateurkunstbeoefening.

Artikel 2 Criteria

  • 1. De openbare uitvoering moet van voldoende artistiek niveau zijn.

  • 2. De openbare uitvoering dient met name gericht te zijn op het Oldenzaalse publiek.

  • 3. De openbare uitvoering vindt in de gemeente Oldenzaal plaats, tenzij binnen de gemeente geen geschikte locatie beschikbaar is.

  • 4. De openbare uitvoering moet een niet commerciële activiteit betreffen.

  • 5. De totstandkoming of presentatie van de openbare uitvoering geschiedt met professionele begeleiding.

  • 6. De instelling moet op het moment waarop de subsidie-aanvraag wordt ingediend tenminste twee jaren in het register van de Kamer van Koophandel staan ingeschreven.

Artikel 3 Aanvraag

  • 1. De subsidie-aanvraag kan gedurende het gehele subsidiejaar worden ingediend.

  • 2. Voor een subsidie-aanvraag die wordt ingediend voor aanvang van het subsidiejaar geldt een beslistermijn van acht weken na aanvang van het betreffende subsidiejaar.

  • 3. Bij de aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      een activiteitenplan;

    • b.

      een begroting van de openbare uitvoering waarvoor de subsidie wordt gevraagd;

    • c.

      de laatst vastgestelde jaarrekening van de instelling.

Artikel 4 Grondslag voor de subsidie

  • 1. Subsidiabele kosten zijn die kosten die direct betrekking hebben op de totstandkoming en presentatie van openbare uitvoering. Kosten in verband met de verstrekking van consumpties zijn niet subsidiabel.

  • 2. Een aanvraag om een subsidie van meer dan € 925,00 ( 2.038,43) wordt voor advies omtrent de in artikel 2 genoemde criteria voorgelegd aan de adviesraad cultuur.

  • 3. De openbare uitvoering mag niet uitsluitend afhankelijk zijn van het verkrijgen van een gemeentelijke subsidie.

Artikel 5 Subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een subsidieplafond vast. Het subsidieplafond wordt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld bekendgemaakt.

Artikel 6 Verdeling van de subsidies

  • 1. De toekenning van een subsidie-aanvraag is afhankelijk van de spreiding van andere evenementen en activiteiten binnen het totale culturele aanbod in het betreffende subsidiejaar.

  • 2. De toekenning geschiedt mede op volgorde van binnenkomst van de subsidie-aanvragen.

  • 3. De toekenning is mede afhankelijk van de mogelijkheid een toereikend aanbod te realiseren.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 november 2001.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Bijzondere subsidieverordening amateurkunst Oldenzaal 2001.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 5 juli 2001, 

de secretaris, de voorzitter,