Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Peel en Maas

Geldend van 14-10-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Peel en Maas

Hoofdstuk 1 Algemeen

Inleiding

In deze notitie wordt het beleid en de beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (WKO) vastgelegd. Dit heeft betrekking op organisaties voor kinderopvang (inclusief gefiscaliseerd peuterspeelzaalwerk), gastouderbureaus en voorzieningen voor gastoudervang. Dit beleid is gebaseerd op het model van de VNG. Dit model zoomt direct in op sancties. Omdat de gemeente Peel en Maas vanuit partnerschap samenwerkt met de organisaties voor kinderopvang, verder te noemen kindcentrum, wordt in eerste instantie het accent in handhavingsacties gelegd op de stappen die vóór de sancties komen, namelijk overleg en overreding en het geven van een waarschuwing. In 2013 en 2014 heeft dit zijn vruchten afgeworpen en zien we dat de houders zich meer aan de regels van de WKO houden. Dit heeft alles te maken met de aard van de overtreding en de communicatie daar rondom. En zeker de insteek van alle partijen om vooral te kijken naar de betekenis van de overtreding voor het kind en welke acties het herstel van de overtreding vragen. We zien daardoor in de eerste helft van 2015 dat het aantal en de aard van de overtredingen bij de kinderopvang lager en minder ernstig wordt.

Omdat handhavingsbeleid landelijk als onderdeel wordt gezien van de totale regelgeving rond de WKO, wordt in dit document aangegeven hoe te handelen indien de eerste twee stappen, overleg en overreding en het geven van een waarschuwing, onvoldoende blijken te zijn. Het college heeft daarmee de mogelijkheid met sancties in te grijpen mocht dit nodig zijn. Dit gaat op bij situaties waar de ambtelijke handhaver aangeeft dat vervolgacties nodig zijn vanwege niet oplossen van de overtreding of vanwege recidive

Artikel 1 Toepassing

Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving naar aanleiding van overtreding van de bij of krachtens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gestelde regelgeving.

Artikel 2 Vormen van sanctioneren

Bij het uitvoeren van het handhavingsbeleid heeft het college de volgende mogelijkheden:

  • a.

    herstelsanctie;

  • b.

    bestraffende sanctie.

Artikel 3 Kwaliteitseisen

  • 1. De kwaliteitseisen, waar aan voldaan moet worden, staan genoemd in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en alle aanverwante regelgeving. Ze worden tevens expliciet in het door de toezichthouder opgestelde rapport genoemd.

  • 2. In deze Beleidsregels WKO gemeente Peel en Maas wordt uitgegaan van deze kwaliteitseisen.

  • 3. In het afwegingsoverzicht dat als bijlage aan deze beleidsregels is toegevoegd worden voor de prioritering en de hoogte van de bestuurlijke boete per domein de kwaliteitseisen geclusterd weergegeven.

Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Artikel 4 Herstelsancties

  • 1. Indien gebleken is dat een houder van een kindcentrum, een gastouderbureau of voorziening voor gastouderopvang niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en alle daaruit voortvloeiende regelgeving, start het college in beginsel een herstellend traject. Dit traject is gericht op beëindiging van de overtreding(-en) en voorkoming van herhaling van de overtreding(-en).

  • 2. Bij het uitvoeren van het herstellend traject hanteert het college de volgende stappen:

    • a.

      stap 1: aanwijzing

    • b.

      stap 2: last onder dwangsom/last onder bestuursdwang,

    • c.

      stap 3: exploitatieverbod

    • d.

      stap 4: verwijdering uit het landelijk register kinderopvang of het register peuterspeelzalen

  • 3. Indien de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college besluiten om een bepaalde stap of bepaalde stappen van het herstellende traject over te slaan dan wel meerdere keren toe te passen.

  • 4. De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit die is toegekend aan de kwaliteitseis zoals afgeleid kan worden uit het afwegingsoverzicht dat als bijlage is opgenomen.

  • 5. Bij het opleggen van een aanwijzing gelden de volgende hersteltermijnen:

    • a.

      prioriteit hoog: maximaal 4 weken

    • b.

      prioriteit gemiddeld: maximaal 3 maanden

    • c.

      prioriteit laag: maximaal 6 maanden

     

Artikel 5

Indien niet (langer) wordt voldaan aan de definities van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voor wat betreft de te registreren voorzieningen (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang) zal de registratie worden verwijderd uit het register kinderopvang.

Hoofdstuk 3 Bestraffend traject

Artikel 6 Gebruik bevoegdheid opleggen bestuurlijke boete

Als de omstandigheden van het geval (waaronder prioriteit van de overtreding, recidive, context van de overtreding) daartoe aanleiding geven, kan het college een bestuurlijke boete opleggen.

Artikel 7 Hoogte bestuurlijke boete

  • 1. Bij de berekening van de bestuurlijke boete wordt voor alle overtredingen het boetebedrag dat is neergelegd in het afwegingsoverzicht als uitgangspunt gehanteerd. Deze bedragen gelden als maximale bedragen en als richtinggevend.

  • 2. In afwijking van het vorige lid, geldt voor voorzieningen voor gastouderopvang als uitgangspunt dat het boetebedrag zoals neergelegd in het afwegingsoverzicht met 0,5 kan worden vermenigvuldigd.

Artikel 8 Recidive

Bij de vaststelling van de boete wordt uitgegaan van:

  • a.

    1,5 maal het onder artikel 8 bepaalde boetebedrag indien een door een bestuurlijke boete te handhaven overtreding plaatsvindt binnen een periode van twee jaar nadat een eerdere overtreding van dezelfde wettelijke norm heeft plaatsgevonden;

  • b.

    2 maal het onder artikel 8 bepaalde boetebedrag indien er sprake is van een derde of volgende overtreding van dezelfde wettelijke norm binnen een periode van twee jaar nadat de daaraan voorafgaande overtreding zich heeft voorgedaan.

Artikel 9 Matiging

Als sprake is van bijzondere omstandigheden waarin bij de vaststelling van deze Beleidsregels niet is voorzien, kan het college besluiten de hoogte van de bestuurlijke boete te matigen dan wel geen bestuurlijke boete op te leggen. Bij de beoordeling of sprake is van bijzondere omstandigheden neemt het college in aanmerking:

  • -

    de ernst van de overtreding,

  • -

    de mate van verwijtbaarheid,

  • -

    de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan of

  • -

    de omstandigheden waarin de overtreder verkeert.

Artikel 10 Samenloop

De totale bij boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval er sprake is van meerdere overtredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking overeenkomstig afdeling 3.6 Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Peel en Maas”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van burgemeester en wethouders van 26 mei 2015
gemeentesecretaris/directeur, burgemeester
drs. H. Mensink, W.G.A. Delissen-van Tongerlo

Bijlage Afwegingsoverzicht

Afwegingsoverzicht

Algemene toelichting

Algemene toelichting

Artikelgewijze toelichting

Artikelgewijze toelichting