Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR400474
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR400474/1
Regeling vervallen per 01-07-2014
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010
Geldend van 22-04-2010 t/m 30-06-2014 met terugwerkende kracht vanaf 11-03-2010
Intitulé
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010De raad van de gemeente Oldenzaal;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 maart 2010, nr. 14/3, reg.nr. INT-10-00194;
gelet op artikel 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99, 147 van de Gemeentewet;
gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
b e s l u i t :
vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010
HOOFDSTUK I BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;
- b.
Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;
- c.
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;
- d.
Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;
- e.
Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;
- f.
Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;
- g.
raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;
- h.
Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424;
- i.
griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
- j.
gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.
HOOFDSTUK II VOORZIENINGEN VOOR RAADSLEDEN
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde maximum, behorend bij de toepassing zijnde gemeenteklasse.
Artikel 3 Onkostenvergoeding
-
1. De vergoeding voor de aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden onkosten is gelijk aan het bedrag behorend bij de van toepassing zijnde gemeenteklasse vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
-
2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag behorend bij de van toepassing zijnde gemeenteklasse, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen
-
1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
-
2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.
Artikel 5 Reiskosten
-
1. Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden vergoed.
-
2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.
- a.
Artikel 6 Verblijfkosten
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 7 Congres, seminar of symposium
-
1. De kosten van deelname van een raadslid aan congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd dienen gedekt te worden uit het fractiebudget.
Artikel 8 Computer en internetverbinding
-
1. Op aanvraag stelt het college het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking.
-
2. Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid, ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.
-
3. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:
- a.
aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
- b.
gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.
- a.
-
4. Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de aanlegkosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of tweede lid genoemde computerapparatuur.
-
5. Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de helft van de abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of tweede lid genoemde computerapparatuur.
-
6. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
-
7. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 9 Kinderopvang
(Vervallen)
Artikel 10 Spaarloonregeling/levensloopregeling
-
1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
-
2. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
-
3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.
Artikel 10a Fietsregeling
-
1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de fietsregeling zoals deze geldt voor het gemeentelijke personeel. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel de vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in Uitvoeringsregeling.
-
2. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
-
1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
-
2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad
-
1. Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.
-
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.
Artikel 13a Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
-
1. De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 en tot met 12 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande, dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.
-
2. De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde, en vijfde lid en 11 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.
HOOFDSTUK III VOORZIENINGEN VOOR WETHOUDERS
Artikel 14 Onkostenvergoeding
-
1. De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag behorend bij de van toepassing zijnde gemeenteklasse, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.
-
2. Indien de wethouder op grond van artikel 22 een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking is gesteld, wordt de onkostenvergoeding vermeld in lid 1, verminderd met het percentage dat het component ‘telefoonkosten’ onderdeel uitmaakt van de onkostenvergoeding, zoals de VNG deze heeft berekend, echter niet verder dan het bedrag voor het gebruik van de privételefoon zoals genoemd in artikel 2 van de regeling rechtspositie burgemeester.
Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer
(Niet van toepassing)
Artikel 16 Zakelijke reiskosten
-
1. Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 15 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 15 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt.
De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;
- c.
een vergoeding van noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfskosten.
- a.
-
2. Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.
Artikel 17 Dienstauto
(Niet van toepassing)
Artikel 18 Verblijfkosten
(Vervallen)
Artikel 19 Buitenlandse dienstreis
-
1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.
-
2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.
Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium
-
1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
-
2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 21 Computer en internetverbinding
-
1. Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
-
2. Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan de wethouders in bruikleen ter beschikking worden gesteld.
-
3. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:
- a.
aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
- b.
gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan de wethouders in bruikleen ter beschikking worden gesteld.
- a.
-
4. Op aanvraag worden de wethouder de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of tweede lid genoemde computerapparatuur vergoed.
-
5. De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
-
6. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 22 Mobiele telefoon
-
1. Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld die mede gebruikt mag worden voor privé doeleinden, met inachtneming van de gebruiksregels en de wet op de loonbelasting.
-
2. De wethouder ondertekent een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
-
3. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
-
4. De wethouder ondertekent een verklaring zakelijk gebruik, dat onderdeel uitmaakt van de gebruikersovereenkomst.
Artikel 23 Spaarloonregeling/levensloopregeling
-
1. De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
-
2. De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
-
3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
-
4. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 23a Fietsregeling
-
1. De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 va de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de uitvoeringsregeling.
-
2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
- a.
reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 Regeling rechtspositiebesluit wethouders;
- b.
verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 Regeling rechtspositiebesluit wethouders;
Artikel 25 Kinderopvang
(Vervallen)
HOOFDSTUK IV VOORZIENINGEN VOOR COMMISSIELEDEN
Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
-
1. De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 3 vastgestelde maximum.
-
2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.
-
3. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie
- a.
als raadslid of wethouder;
- b.
uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.
- c.
als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.
- a.
-
4. Het college kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen, ten aanzien van
- a.
een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en
- b.
een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.
- a.
Artikel 27 Reis- en verblijfkosten
-
1. Aan het lid van een commissie dat een vergoeding ontvangt op basis van artikel 25, worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed, indien het lid buiten gemeentelijk grondgebied woonachtig is.
De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikelen 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.
- a.
-
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente aan het commissielid dat een vergoeding ontvangt op basis artikel 25, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders, vergoed.
Artikel 28 Buitenlandse excursie of reis
-
1. De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.
-
2. De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.
-
3. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium
De kosten van deelname van een commissielid aan congressen, seminars en symposia die in het belang zijn voor de gemeente dienen gedekt te worden uit het werkbudget.
HOOFDSTUK V DE PROCEDURE VAN DECLARATIE
Artikel 30 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:
- a.
betaling uit eigen middelen; of
- b.
rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.
Artikel 31 Declaratie van vooruit betaalde kosten
-
1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 16, 19 en 24 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.
-
2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier binnen 1 maand bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Artikel 32 Declaratie vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen
-
1. Voor de vergoeding bedoeld in artikel 26 wordt gebruik gemaakt van een presentielijst.
-
2. Na ondertekening van de presentielijst door de ambtelijk secretaris dient deze de presentielijst in bij het verantwoordelijk afdelingshoofd.
Artikel 33 Rechtstreekse facturering bij de gemeente
-
1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 16, 10, 20 en 24 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.
-
2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.
-
3. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen 2 maanden in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.
Artikel 34 Gebruik creditcard
(Niet van toepassing)
HOOFDSTUK VI CITEERTITEL EN INWERKINGTREDING
Artikel 35 Intrekking oude regeling
De verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006 wordt ingetrokken op het moment dat de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010 in werking treedt.
Artikel 36 Inwerkingtreding
De regeling treedt in werking op 22 april 2010 en werkt voor de artikelen 1 tot en met 13a en 26 tot en met 29 terug tot en met de dag van de beëdiging van de raadsleden, te weten 11 maart 2010.
De artikelen 30 tot en met 34 werken voor zover betreft raads- en commissieleden terug tot 11 maart 2010.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering van 12 april 2010,
de griffier, de voorzitter,
J.H. Brokers F.T.J.M. Backhuijs
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl