Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BIZ Nootweg 2016

Geldend van 17-03-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-02-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BIZ Nootweg 2016

De raad van de gemeente Wijdemeren

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 december 2015

gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, wet op Bedrijven Investeringszones (BI-zones) en artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BIZ Nootweg 2016

(Verordening BIZ Nootweg 2016).

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    BI-zone:

    het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende kaart;

  • b.

    de wet:

    de wet op BI-zones;

  • c.

    het college:

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren;

  • d.

    Uitvoeringsovereenkomst:

    de Uitvoeringsovereenkomst tussen de gemeente Wijdemeren en Stichting Nootweg Loosdrecht.

Artikel 2 Aanwijzing stichting

De Stichting Nootweg Loosdrecht (hierna: de stichting) wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 3 Aard van de belasting

Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten ie zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone.

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt gedurende een periode van 5 jaren jaarlijks geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2. De belasting wort geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de BI-zone gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruiken.

  • 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan iwe dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor voltijdig geburik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

  • 4. Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaakhet genog krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzien wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Belastingobject

Artikel 6 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het nettogebruiksoppervlak van de onroerende zaak volgens de basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) van de gemeente Wijdemeren.

Artikel 7 Belastingtarief

De belasting bedraagt bijeen nettogebruiksoppervlakte van:

a.Kleiner dan 100 m2

€ 275,–

b.Groter dan of gelijk aan 100 m2 doch kleiner dan 200 m2

€ 325,–

c.Groter dan of gelijk aan 200 m2

€ 500,–

Het eerste jaar loopt van 1 februari 2016 tot en met 31 december 2016. Elk volgend jaar is gelijk aan een kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de BIZ-bijdrage.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 11 Algemeen

Op de subsidie opgrond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening 'Algemene Subsidieverordening Wijdemeren' niet van toepassing.

Artikel 12 Subsidieaanvraag

  • 1. De aanvraag voor een subsidie dient jaarlijks voor 1 september voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten plaatsvinden, ingediend te worden.

  • 2. Bij de aanvraag van een subsidie wordt in ieder geval de volgende informatie overgelegd:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      een begroting van het komende jaar, bestaande uit een raming vankosten en uitgaven die betrekking hebben op de activiteiten waarvoor de subsidie is aangevraagd.

Artikel 13 Subsidieverlening en subsidievaststelling

  • 1. Het college is bevoegd de besluiten omtrent subsidieverlening, subsidievaststelling, wijziging en intrekking.

  • 2. Subsidieverstrekking geschiedt door middel van subsidieverlening en subsidievaststelling ineens.

  • 3. Het college besluit omtrent subsidieverstrekking binnen 8 weken na de aanvraag.

  • 4. De subsidie wordt verstrekt aan de stichting voor de uitvoering van de activiteiten die worden opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

  • 5. De subsidie wordt vastgesteld op het geraamde bedrag van de BIZ-bijdragen die in de in artikel 4, eerste lid, bedoelde periode worden geheven, zoals opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 14 Wijze van betalen

  • 1. De subsidie wordt betaald in jaarlijkse termijnen vóór 1 september van elk jaar waarin de BIZ-bijdrage wordt geheven.

Artikel 15 Melding van relevante

  • 1. De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

  • 2. De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van verandering of beëindiging van activiteiten.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op een door het college te bepalen tijdstip, dat gelegen is op een datum nadat van voldoende steun, als bedoeld in artikel 4 van de wet, is gebleken.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 februari 2016.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening BIZ Nootweg 2016’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 januari 2016

De voorzitter,
M.E. Smit
De griffier,
I. Schutte