Regeling vervallen per 12-11-2020

Nadere regels spandoeken

Geldend van 06-02-2016 t/m 11-11-2020

Intitulé

Nadere regels spandoeken

SPANDOEKEN

Nadere regels betreffende artikel 2:10, lid 2 APV.

Onderwerp: Objecten voor tijdelijke niet-commerciële reclame

Het college van burgemeester en wethouders stelt op grond van artikel 2:10, lid 2, Algemene Plaatselijke Verordening Utrechtse Heuvelrug (APV) de volgende nadere regels vast:

Algemene regels

  • 1.

    Spandoeken zijn uitsluitend toegestaan voor niet-commerciële activiteiten.

  • 2.

    De maximale tijd dat de spandoeken in de openbare ruimte geplaatst mag worden is 2 weken.

  • 3.

    De spandoeken dienen te voldoen aan redelijke eisen van welstand, en het materiaal waarvan de spandoek gemaakt is dient weersbestendig te zijn.

  • 4.

    De spandoeken mogen geen schade aanrichten aan eigendommen van derden, waaronder de eigenaar van lichtmasten en dienen deugdelijk bevestigd te worden.

  • 5.

    Er mogen geen spandoeken op het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg worden geplaatst.

  • 6.

    Eventuele aanwijzingen, gegeven door de politie en/of gemeente dient direct te worden opgevolgd.

In werking

Deze regels treden in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug op 19 februari 2013.

De gemeentesecretaris, De burgemeester,

Drs. T.P. van der Steen G.F. Naafs

Toelichting

Wettelijk kader: Geen vergunningsplicht, wel verbodsbepaling met nadere regels ter voorkoming van gevaarlijke en ongewenste situaties.

Voor de inwerkingtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening Utrechtse Heuvelrug (APV) bestond een vergunningsplicht voor het plaatsen van objecten voor tijdelijke handels- en niet-commerciële reclame. Per aanvraag werd beoordeeld of de situatie toegestaan kon worden. Hierbij werd gekeken naar aspecten van openbare orde en veiligheid en zo nodig werden vergunningsvoorschriften gegeven waaraan men zich moest houden. Nu is de hoofdregel dat afwijkend gebruik van de weg door het plaatsen van deze objecten verboden is indien dit gevaarlijk is en/of in strijd met de redelijk eisen van welstand. Deze hoofdregel vindt u in artikel 2:10 APV.

Voor het ophangen van spandoeken hoeft geen vergunning meer te worden aangevraagd bij de gemeente. Het college van burgemeester en wethouders mag nadere regels stellen voor objecten op of aan de weg. Om inzicht te geven in de situaties waarin het plaatsen van spandoeken in het algemeen als niet gevaarlijk wordt aangemerkt en ook niet in strijd met de redelijke eisen van welstand, zijn deze nadere regels vastgesteld. Voor spandoeken geldt dat deze uitsluitend voor niet-commerciële doeleinden zijn toegestaan.

Houdt men zich niet aan de nadere regels dan is sprake van een overtreding van het verbod van artikel 2:10 APV. De nadere regels worden aangepast indien blijkt dat aanvullingen of wijzigingen nodig zijn in het belang van de openbare orde en veiligheid of in het belang van het uiterlijk aanzien van de buitenruimte.

Redelijke eisen van welstand

Spandoeken mogen niet gerafeld en/of verschoten zijn. Aan kleur en materiaalkeuze worden geen eisen gesteld, behalve dat het weersbestendig dient te zijn.

Verkeersveiligheid

Voor spandoeken zijn niet vooraf plaatsen aangewezen. Er mogen geen spandoeken op het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg worden geplaatst.

Handhaving

Handhaving vindt plaats door de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen personen. Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden, worden de spandoeken door de gemeente verwijderd, op kosten van degene onder wiens verantwoordelijkheid de spandoeken zijn geplaatst.