Nadere regels afvalstoffen Breda 2016

Geldend van 10-03-2016 t/m 19-01-2018

Intitulé

Nadere regels afvalstoffen Breda 2016

Het college van Breda;

gelet op de bepalingen van de Afvalstoffenverordening Breda 2016;

gezien het verslag van de inspraakprocedure;

overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen omtrent de dagen, tijden, plaatsen en wijze waarop afvalstoffen kunnen worden overgedragen of ter inzameling aangeboden aan de bij dit besluit aan te wijzen inzameldienst en andere inzamelaars, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening Breda 2016;

besluit vast te stellen de volgende nadere regels:

Nadere regels afvalstoffen Breda 2016

Artikel 1. Begrippen

  • - asbest en asbesthoudend afval: afval waarin zich asbest bevindt;

  • - banden: schone banden van motoren en personenauto’s, zonder en met velgen;

  • - bouw- en sloopafval: harde steenachtige materialen, zoals gipsplaten, gasbeton, dakpannen, sloophout en isolatiematerialen;

  • - dakleer: dakbedekkingsmaterialen, bestaand uit beplatingsmateriaal van hout of kunststof, voorzien van een laag koolteer of bitumen. Ook dakgrind, waaraan zich teer of bitumen bevinden valt hieronder;

  • - drankenkartons: verpakkingen, geschikt voor het verpakken van vloeibare levensmiddelen, bestaande voor ten minste 70% uit papier en karton en voor het overige uit één of meerdere andere materialen;

  • - drukhouders: drukhouders afkomstig van particulieren, zoals brandblussers (blustoestel bestaande uit een stalen of aluminium tank die een blusstof bevat en die over een brandhaard kan worden gespoten), gasflessen en spuitbussen;

  • - elektrische en elektronische apparatuur: Alles wat stroom of batterijen nodig heeft, zoals een televisie, boormachine, led-fietslampje en een kerstkaartje met muziekje erin en zoals genoemd in de ‘regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur’;

  • - frituurvet en -olie: gebruikte dan wel ongebruikte dierlijke of plantaardige olie om voedsel in te bereiden;

  • - groente-, fruit- en tuinafval: dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, beperkt is van omvang en apart wordt ingezameld;

  • - grof afval: grof afval is huishoudelijk restafval dat te groot en/of te zwaar is om in een inzamelmiddel (minicontainer of afvalzak) of inzamelvoorziening (ondergrondse-, bovengrondse-, inpandige containers) weg te gooien.

  • - harde kunststoffen: producten van plastic, niet zijnde verpakkingen zoals bedoeld onder lid n, die niet gemakkelijk te vouwen of plooien zijn;

  • - hout: massief hout dat geen oppervlakte behandeling heeft ondergaan;

  • - inzamelschema: lijst met de namen en dagen van een jaar waarop staat aangegeven wanneer huishoudelijk afval wordt ingezameld;

  • - klein chemisch afval; afval dat schadelijke stoffen bevat en in kleine hoeveelheden voorkomt in huishoudens zoals vermeld op de KCA-lijst van het verantwoordelijk ministerie;

  • - metaal: producten met als belangrijkste bestanddeel ferro en non-ferro zoals ijzer, staal en aluminium;

  • - papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon en niet vervuild is met andere productsoorten;

  • - piepschuin, tempex (EPS), polystyreen (verpakkings)materiaal;

  • - plastic verpakkingsafval: verpakkingen van kunststof zoals bedoeld in het kader van de Raamovereenkomst verpakkingen;

  • - puin: afvalmateriaal dat bestaat uit losse brokstukken, grotendeels bestaande uit stenen en beton van gesloopte of verbouwde gebouwen;

  • - restafval: al het afval afkomstig uit particuliere huishoudens dat overblijft na het scheiden van het herbruikbaar afval;

  • - snoeiafval: afval dat afkomstig is van gesnoeide bomen, zoals takken, stronken en stammen, maar ook van struiken;

  • - tapijt: vloerbedekking van textiel, vrij van rubber of bitumen;

  • - textiel: Alle textiel ook als het versleten of kapot is. Bijna alles kan hergebruikt worden. Het gaat hier om kleding, doeken, schoenen, lappen, dekens en lompen;

  • - TL-lampen, spaarlampen;

  • - verduurzaamd hout: hout dat een oppervlakte behandeling heeft ondergaan en is gelakt, gelijmd, geïmpregneerd of te herkennen aan groene of bruine kleur (zoals bielzen of tuinhout);

  • - verordening: Afvalstoffenverordening Breda 2016;

  • - verpakkingsglas: eenmalig verpakkingsglas zoals glazen flessen en potten waarin levensmiddelen, dranken, cosmetica en/of medicijnen hebben gezeten. Dit glas is te herkennen aan het glasbaklogo op het etiket;

  • - vlak glas: plaatglas;

  • - zand en grond: grond die niet zichtbaar vermengd is met resten puin, kool, gas, hout, metaal of asbest, en niet verontreinigd is op basis van historisch gebruik van de locatie van herkomst of op basis van uitgevoerd milieukundig onderzoek. Onder deze categorie worden ook graszoden (afkomstig van particuliere tuinen) ingenomen.

Artikel 2. Aanwijzing inzamelmiddelen- en voorzieningen

Op grond van artikel 6 van de verordening worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen:

  • a.

    Voor het aanbieden van restafval moet gebruik worden gemaakt van het daartoe verstrekte inzamelmiddel.

    Indien ten behoeve van de gebruikers van percelen een inzamelvoorziening is aangewezen, moet het huishoudelijk restafval via deze voorziening aan de inzameldienst worden aangeboden.

    In het BAB-gebied is het aanbieden van restafval in afvalzakken toegestaan, indien er geen inzamelmiddel is verstrekt of een inzamelvoorziening is toegewezen.

    De locatie van de inzamelvoorziening zal liggen binnen een afstand van, maximaal, 300 meter vanuit de, op deze inzamelvoorziening aangesloten, percelen.

  • b.

    Voor het aanbieden van groente-, fruit- en tuinafval (gft-afval) moet gebruik worden gemaakt van het daartoe verstrekte inzamelmiddel. Indien ten behoeve van de gebruikers van percelen een inzamelvoorziening is aangewezen, moet het gft-afval via deze voorziening aan de inzameldienst worden aangeboden.

  • c.

    Voor het aanbieden van papier en karton moet gebruik gemaakt worden van het daartoe verstrekte inzamelmiddel. Indien ten behoeve van de gebruikers van percelen een inzamelvoorziening is aangewezen, moet het papier en karton via deze voorziening aan de inzameldienst worden aangeboden.

  • d.

    Voor de inzameling van klein chemisch afval moet gebruik worden gemaakt van het daartoe verstrekte inzamelmiddel welke naar een milieustation gebracht kan worden of in uitzonderingsgevallen op afroep door Afvalservice wordt ingezameld.

  • e.

    Voor het aanbieden van textiel moet gebruik gemaakt worden van de daartoe geplaatste inzamelvoorziening (textielcontainers).

  • f.

    Voor het aanbieden van verpakkingsglas moet gebruik gemaakt worden van de daartoe geplaatste inzamelvoorziening (glascontainers).

  • g.

    Voor de gecombineerde inzameling van plastic verpakkingsafval en drankenkartons moet gebruik gemaakt worden van de daartoe geplaatste inzamelvoorziening (verzamelcontainers) of van de, door de inzameldienst ter beschikking gestelde inzamelmiddelen (minicontainers of afvalzakken).

  • h.

    Voor de overige afvalstromen wordt het milieustation aangewezen. Voor een beperkt aantal, kleine, soorten huishoudelijk afval kan ook een mobiel milieustation worden aangewezen. De inzameldienst maakt via het inzamelschema kenbaar welke afvalstromen bij een (mobiel) milieustation ingeleverd kunnen worden.

Artikel 3. Frequentie van inzamelen

  • 1. De volgende frequenties van inzameling voor de overige categorieën afval (niet zijnde restafval en groente-, fruit- en tuinafval) worden vastgesteld:

    • a.

      Plastic verpakkingsafval en drankenkartons bij gebruik van een inzamelmiddel, worden één maal per vier weken, of één maal per twee weken ingezameld afhankelijk van het type gebied. De inzameldienst maakt via het inzamelschema bekend welke inzamelfrequentie in welk gebied geldt.

    • b.

      Plastic verpakkingsafval en drankenkartons, aangeboden in een inzamelvoorziening (verzamelcontainer) worden ingezameld al naar gelang de vulgraad van de inzamelvoorziening dat vereist.

    • c.

      Papier en karton, bij gebruik van een inzamelmiddel, wordt één maal per 4 weken ingezameld.

    • d.

      Papier en karton aangeboden in een inzamelvoorziening (verzamelcontainer) wordt ingezameld al naar gelang de vulgraad van de inzamelvoorziening dat vereist.

    • e.

      Papier en karton wordt, bij persoonlijk aanbieden aan de inzameldienst in het BAB-gebied (zie kaart BAB gebied), ingezameld conform het inzamelschema en de daarop aangegeven routes.

    • f.

      Elektrische en elektronische apparatuur, metalen, snoeiafval en grof afval worden, gescheiden, tenminste één maal per vier weken, per perceel, op afroep ingezameld.

    • g.

      Verpakkingsglas aangeboden in een inzamelvoorziening (verzamelcontainer) wordt ingezameld al naar gelang de vulgraad van de inzamelvoorziening dat vereist.

    • h.

      Textiel aangeboden in een inzamelvoorziening (verzamelcontainer) wordt ingezameld al naar gelang de vulgraad van de inzamelvoorziening dat vereist.

  • 2. De volgende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen kunnen, gescheiden, bij het milieustation worden aangeboden:

    • -

      asbest en asbesthoudend afval;

    • -

      banden;

    • -

      bouw- en sloopafval;

    • -

      dakleer;

    • -

      drankenkartons;

    • -

      drukhouders;

    • -

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • -

      frituurvet en -olie;

    • -

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • -

      grof afval;

    • -

      harde kunststoffen;

    • -

      hout;

    • -

      klein chemisch afval;

    • -

      metaal;

    • -

      papier en karton;

    • -

      piepschuin, tempex (EPS), polystyreen (verpakkings)materiaal;

    • -

      plastic verpakkingsafval;

    • -

      puin;

    • -

      restafval;

    • -

      snoeiafval;

    • -

      tapijt;

    • -

      textiel;

    • -

      TL-lampen, spaarlampen;

    • -

      verduurzaamd hout;

    • -

      verpakkingsglas;

    • -

      vlak glas;

    • -

      zand en grond.

Artikel 4. Ter inzameling aanbieden

  • 1. Krachtens artikel 6, derde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels voor het gebruik van de door inzameldienst verstrekte inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen:

    • a.

      Het beheer van de inzamelmiddelen, die in bruikleen zijn verstrekt door of namens de inzameldienst, berust bij de inzameldienst;

    • b.

      De inzameldienst is bevoegd om het inzamelmiddel te voorzien van identificatie waardoor duidelijk wordt voor welke afvalstroom het inzamelmiddel bestemd is, wat het volume is en bij welk adres het inzamelmiddel hoort (aanduiding door middel van postcode, plaatsnaam, straatnaam en huisnummer);

    • c.

      De door of namens de inzameldienst verstrekte inzamelmiddelen behoren toe aan een perceel;

    • d.

      De gebruiker van een perceel dient zich tot de inzameldienst te wenden indien:

      • bij een verhuizing naar een perceel geen of een kapot, door of namens de inzameldienst te verstrekken inzamelmiddel, wordt aangetroffen;

      • er sprake is van verdwijning, vermissing of beschadiging van een door, of namens, de inzameldienst te verstrekken inzamelmiddel;

    • e.

      De inzamelmiddelen blijven eigendom van de inzameldienst en worden bij normale slijtage voor haar rekening technisch onderhouden;

    • f.

      De gebruiker is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen als ware deze zijn eigendom;

    • g.

      De gebruiker biedt het inzamelmiddel alleen ter inzameling aan op de daarvoor aangewezen tijden;

    • h.

      De gebruiker is verplicht de inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaken;

    • i.

      De verstrekte inzamelmiddelen mogen alleen worden gereinigd met water en milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen. Indien bij reiniging het inzamelmiddel wordt beschadigd is de gebruiker daarvoor aansprakelijk;

    • j.

      Het is verboden de volgende voorwerpen c.q. stoffen in de inzamelmiddelen of

      • -

        voorzieningen te deponeren:

        • brandende of gloeiende voorwerpen;

        • vloeibare stoffen;

        • agressieve, giftige of explosieve stoffen;

        • dode dieren, beenderen of andere dierlijke resten;

        • andere afvalstoffen dan waar het inzamelmiddel of de inzamelvoorziening voor bestemd is;

        • asbest, asbesthoudende voorwerpen;

        • voorwerpen die schade aan het inzamelvoertuig en /of inzamelend personeel kunnen veroorzaken c.q. toebrengen.

  • 2. Krachtens artikel 6, eerste lid, van de verordening stelt het college de volgende regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

    • a.

      Het ter inzameling aanbieden van afvalstoffen in het inzamelmiddel dient ordelijk te geschieden door:

      • -

        plaatsing op een verzamelplaats, welke binnen een afstand van maximaal 125 meter vanuit de aangesloten percelen zal liggen, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en ook zodanig dat gevaar of schade wordt voorkomen. Aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;

      • -

        plaatsing, indien er geen verzamelplaats is, van het inzamelmiddel op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg;

      • -

        plaatsing, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg; of

      • -

        plaatsing op een andere specifieke of eenmalige andere wijze, overeengekomen met de inzameldienst.

    • b.

      Inzamelmiddelen dienen gesloten te zijn en inzamelvoorzieningen moeten na gebruik gesloten worden;

    • c.

      Uit de inzamelmiddelen en de inzamelvoorzieningen mag geen afval steken;

    • d.

      Afvalstoffen die ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en die na inzameling daardoor in het inzamelmiddel of aan de openbare weg zijn achtergebleven, dienen onverwijld door de aanbieder te worden verwijderd;

    • e.

      Klein chemisch afval mag om veiligheidsredenen niet aan de openbare weg worden aangeboden, maar moet persoonlijk worden overhandigd aan de inzameldienst of bij een (mobiel) milieustation;

    • f.

      Bij de afgifte van afvalstoffen op een milieustation zijn de acceptatievoorwaarden en het reglement van de inzameldienst van toepassing;

    • g.

      De aanbieder van afvalstoffen moet zich bij toegang tot een milieustation kunnen identificeren met een, door de inzameldienst, verstrekte identificatiepas en/of kunnen legitimeren met een officieel legitimatiebewijs (rijbewijs of paspoort);

    • h.

      In het door de inzameldienst ter beschikking gestelde inzamelmiddel mag maximaal 80 kg afval worden gedeponeerd. Indien de inzameling plaatsvindt met afvalzakken mag het maximale gewicht van de afvalzak, met inhoud, maximaal 10 kg bedragen. De afvalzakken dienen gesloten te worden aangeboden;

    • i.

      De aanbieding van afvalstoffen met een inzamelmiddel mag alleen plaatsvinden op de inzameldagen zoals die zijn vermeld op het inzamelschema. De aanbieding van afvalstoffen die alleen op afroep worden ingezameld dient te gebeuren op de datum zoals deze door de inzameldienst bij de melding is doorgegeven;

    • j.

      Het in het BAB-gebied aanbieden van afvalstoffen aan de inzameldienst met een inzamelmiddel dient persoonlijk te geschieden op vertoon van een, door de inzameldienst verstrekte, identificatiepas.

  • 3. Op grond van artikel 6, tweede lid, van de verordening kunnen grof afval, snoeiafval, metaal en elektrische apparatuur zonder inzamelmiddel, maar wel gescheiden, ter inzameling worden aangeboden.

    • a.

      Grof afval mag bij het overdragen op de milieustraten, of bij het op afroep aanbieden, geen groter volume en/of gewicht hebben dan dat redelijkerwijs door één persoon te hanteren, en te tillen, is. Een overschrijding van de afmeting is toegestaan voor redelijkerwijs ondeelbare elementen;

    • b.

      Snoeiafval mag bij het overdragen op de milieustraten geen groter volume en/of gewicht hebben dan dat redelijkerwijs door één persoon te hanteren en te tillen, is en bij het aanbieden op afroep geen groter volume hebben dan 25 m3;

    • c.

      Kleinere stukken grof afval moeten zoveel mogelijk in één of meer bundels samengebonden worden waarbij een bundel niet langer mag zijn dan 1,50 meter, niet breder dan 0,5 meter en hanteerbaar voor, en te tillen door, één persoon;

    • d.

      Metaal moet zoveel mogelijk in één of meer bundels samengebonden worden waarbij een bundel niet langer mag zijn dan 1,50 meter, niet breder dan 0,5 meter en hanteerbaar voor, en te tillen door, één persoon;

    • e.

      In het BAB-gebied mag papier en karton ook zonder inzamelmiddel aangeboden worden aan de inzameldienst. Voor gft-afval geldt een maximum van 25 liter per aanbieding.

  • 4. Op grond van artikel 6, eerste lid van de verordening kunnen door de inzameldienst tijdelijke inzamelplaatsen worden aangewezen als het door werkzaamheden in de openbare ruimte niet mogelijk is om de normale plaatsen te bereiken waar de inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen staan. Dit voor de duur van de werkzaamheden of weersomstandigheden zoals sneeuw en gladheid.

Artikel 5. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Krachtens artikel 6, eerste lid, van de verordening stelt het college de volgende regels vast:

  • a.

    Inzamelmiddelen mogen alleen worden aangeboden vanaf 21.00 uur op de avond voor de inzameldag en uiterlijk 07.00 uur op de dag van inzameling en moeten zo spoedig mogelijk na de lediging, maar in ieder geval vóór 21.00 uur op de inzameldag weer van de openbare weg zijn verwijderd.

  • b.

    Grof afval wordt op afroep op de afgesproken inzameldag ingezameld en mag alleen worden aangeboden vanaf 21:00 uur op de avond voor de inzameling en uiterlijk 07:00 uur op de dag van de inzameling en moeten zo spoedig mogelijk indien onjuist of ten onrechte aangeboden, maar in ieder geval vóór 21:00 uur op de inzameldag weer van de openbare weg zijn verwijderd.

  • c.

    Om overlast te voorkomen mogen de inzamelvoorzieningen alleen gebruikt worden tussen 07:00 uur en 22:00 uur.

  • d.

    Voor het BAB-gebied geldt dat de inzameltijden worden vermeld op het inzamelschema van de inzameldienst.

Artikel 6. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Op grond van artikel 11 van de verordening kan de inzameldienst ook bedrijfsafval uit de kantoor-, winkel- en dienstensector inzamelen, mits hiervoor een overeenkomst is afgesloten met de inzameldienst.

Artikel 7. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Bedrijven die krachtens artikel 12 van de verordening bedrijfsafvalstoffen aanbieden dienen deze aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en deze nadere regels gestelde regels met betrekking tot huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Het college stelt op grond van artikel 13, derde lid, van de verordening de volgende regels:

  • a.

    in het BAB-gebied mag het bedrijfsafval alleen worden ingezameld binnen de door de inzameldienst vastgestelde venstertijden en conform de eventuele regels met betrekking tot de stedelijke distributie;

  • b.

    de inzamelmiddelen mogen niet op of aan de openbare weg geplaatst worden anders dan voor onmiddellijke overdracht aan de inzamelaar;

  • c.

    de gebruikte inzamelmiddelen dienen na lediging onmiddellijk te worden teruggeplaatst in of op het perceel van de gebruiker overeenkomstig de daarvoor geldende regels;

  • d.

    de veiligheidseisen van de hulpdiensten moeten in acht worden genomen.

Artikel 9. Intrekking oude uitvoeringsbesluit

Het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Breda 2009 wordt ingetrokken.

Artikel 10. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels afvalstoffen Breda 2016.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college d.d. 1 maart 2016,
burgemeester,
, secretaris

Bijlage I Kaart: BAB-gebied

Bijlage I Kaart: BAB-gebied