Regeling vervallen per 13-12-2012

Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden

Geldend van 01-04-1996 t/m 12-12-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1995

De raad van de gemeente Reeuwijk,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 februari 1996;

gelet op de artikelen 96, 97, 98 en l49 van de Gemeentewet en het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stbl. 244;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende VERORDENING GELDELIJKE VOORZIENINGEN RAADS- EN COMMISSIELEDEN.

Artikel l.

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de leden van de raad : de leden van de raad die geen lid zijn van het college van burgemeester

    en wethouders;

  • b.

    commissie : een commissie genoemd in de bij deze verordening behorende lijst;

  • c.

    A.M.v.B. : het Koninklijk Besluit van 22 maart l994 houdende regels betreffende

    de rechtspositie van raads- en commissieleden.

Artikel 2.

  • 1. De leden van de raad ontvangen per kalenderjaar een vergoeding voor hun werkzaamheden

    en een tegemoetkoming in de kosten ten bedrage van l00% van de bedragen, vermeld in de bij

    A.M.v.B. behorende tabel 1, zoals die bedragen telkenjare door de minister van binnenlandse

    Zaken zijn of worden vastgesteld voor een gemeente in klasse 5 (l2.00l t/m l4.000 inwoners).

  • 2. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt de

    vergoeding en de tegemoetkoming in de kosten, als bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid

    van het aantal dagen dat hij het lidmaatschap van de raad heeft bekleed.

Artikel 3.

Bij overgang van de gemeente naar een lagere klasse, vermeld in de bij de A.M.v.B. behorende tabel l, in verband met een vermindering van het aantal inwoners, behouden de zittende leden tot hun aftreden de geldende vergoeding en tegemoetkoming.

Artikel 4.

  • 1. De leden van de commissie, die geen raadslid zijn, ontvangen per bijgewoonde commissievergadering een vergoeding overeenkomstig het bedrag, vermeld in de bij de A.M.v.B. behorende tabel 2, zoals dat bedrag telkenjare door de minister van binnenlandse zaken wordt vastgesteld voor een gemeente in klasse 2 (l0.00l t/m 20.000 inwoners).

  • 2. De leden van de commissie voor de Bezwaar- en Beroepschriften ontvangen, in afwijking van het bepaalde in lid 1 een vergoeding groot 2,70 maal de in lid 1 bedoelde vergoeding, afgerond op een veelvoud van 1,- per bijgewoonde vergadering.

Artikel 5.

De leden van de raad en de leden van een commissie, als bedoeld in de artikelen 2 en 4 van deze verordening, ontvangen een vergoeding van reisen verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van het gemeentebestuur of een gemeentelijke commissie, welke wordt vastgesteld overeenkomstig de regels voor de vergoeding welke een rijksambtenaar ingevolge de Reisregeling binneland voor dienstreizen ontvangt.

Artikel 6.

  • 1. De in deze verordening bedoelde vergoedingen worden uitbetaald:

    • a.

      aan de in artikel 2 bedoelde rechthebbenden maandelijks;

    • b.

      aan de in artikel 4 bedoelde rechthebbenden na afloop van elk kalenderjaar.

  • 2. Op het moment van inwerkingtreden van deze verordening bestaande van het gestelde in lid l afwijkende betalingsregelingen blijven - indien rechthebbende zulks wenst - gehandhaafd voor zolang rechthebbende zonder wezenlijke onderbreking het lidmaatschap van de raad of van een commissie behoudt.

Artikel 7.

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden".

  • 2.

    Zij wordt geacht in werking te zijn getreden op l januari l995.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Reeuwijk,

gehouden op 25 maart 1996

de secretaris, de burgemeester,

H.Bruins Y. Verstoep-Bauer

Bijlage Lijst van commissies, behorende bij de ''verordening geldelijke voorzieningen raads en commissieleden''.

  • 1.

    De financiële commissie;

  • 2.

    de commissie voor algemeen bestuurlijke zaken;

  • 3.

    de commissie voor ruimtelijke ordening;

  • 4.

    de commissie voor openbare werken en verkeer;

  • 5.

    de commissie voor het welzijn;

  • 6.

    de commissie voor sociale zorg;

  • 7.

    de commissie voor bezwaaren beroepschriften

  • 8.

    de sportraad, algemeen bestuur en dagelijks bestuur;

  • 9.

    de commissie voor de straatnaamgeving;

  • 10.

    de monumentencommissie;

  • 11.

    de commissie voor het milieu.