Nadere regels voor bouwobjecten gemeente Oisterwijk 2016

Geldend van 30-01-2016 t/m heden

Intitulé

Nadere regels voor bouwobjecten Gemeente Oisterwijk 2016

Het college van de Gemeente Oisterwijk,

Overwegende dat het wenselijk is ter bescherming van het bepaalde in artikel 2:10 lid 2 en 4 van de Algemene plaatselijke verordening Gemeente Oisterwijk 2015 (APV) nadere regels te stellen met betrekking tot het plaatsen van een bouwobject als bedoeld in artikel 2:10 lid 2 van de APV;

Gelet op het bepaalde in artikel 156 lid 3 van de Gemeentewet en artikel 2:10 van de APV

Besluit

vast te stellen de navolgende ‘Nadere regels voor bouwobjecten Gemeente Oisterwijk 2016’:

Artikel 1 begripsbepalingen

Bouwobjecten: Objecten die functioneel zijn voor bouw-, onderhoud of sloopactiviteiten zoals containers, bouwmaterialen, steigers, schaftketen en chemische toiletten.

Weg: hetgeen in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder wordt verstaan.

Artikel 2 meldplicht

Indien de plaatsing van een bouwobject voldoet aan de regels zoals gesteld in artikel 3 en 4 van deze nadere regels:

  • a.

    Is het aanvragen van een omgevingsvergunning niet vereist;

  • b.

    Is een schriftelijk melding van de plaatsing van het bouwobject op een door het college vastgesteld formulier vereist.

Artikel 3 Meldingsplichtige plaatsing van bouwobjecten op gemeentegrond

Het is toegestaan om zonder omgevingsvergunning bouwobjecten op de weg te plaatsen indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De duur van plaatsing van het bouwobjecten bedraagt niet langer dan 29 dagen.

  • 2.

    Binnen een tijdvak van drie maanden kan ten behoeve van bouw-, sloop- of onderhoudsactiviteiten op een terrein slechts éénmaal gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om omgevingsvergunningsvrij bouwobjecten te plaatsen.

  • 3.

    De plaatsing van bouwobjecten op of aan de weg kan alleen plaatsvinden als er op het terrein waar bouw-, sloop- of onderhoudsactiviteiten worden verricht geen mogelijkheid is voor de plaatsing van deze bouwobjecten.

  • 4.

    Ten opzichte van de plaatsing van bouwobjecten moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het gezamenlijk oppervlak van de te plaatsen bouwobjecten mag niet meer bedragen dan 20 m2;

    • b.

      Bij aanwezigheid van een parkeervak dienen de bouwobjecten in een parkeervak te worden geplaatst. Daarbij dient ten minste een strook van 0.60m, gemeten vanaf de rijbaan, vrij te worden gehouden. Indien geen parkeervak aanwezig is, of de aard van het object plaatsing binnen het parkeervak niet toelaat, kan met inachtneming van de overige regels het bouwobject op het trottoir worden geplaatst.

    • c.

      Plaatsing van bouwobjecten op de rijbaan is niet toegestaan.

    • d.

      Vluchtwegen, nooduitgangen en onder- en bovengrondse brandkranen moeten worden vrijgehouden.

    • e.

      Zand, aarde, grind e.d. kan alleen in zakken worden geplaatst en mag niet los worden gestort.

  • 5.

    a. Plaatsing van bouwobjecten op gehandicaptenparkeerplaatsen of betaalde parkeerplaatsen zoals bedoeld in artikel 8 van de Verordening Parkeerbelastingen 2016 is verboden.

    • b.

      Het verbod zoals genoemd onder sub a geldt niet voor betaalde parkeerplaatsen indien men in het bezit is van een dagkaart voor parkeren zoals bedoeld in de Verordening Parkeerbelastingen 2016.

    • c.

      Indien men in het bezit is van een dagkaart voor parkeren zijn de artikelen van de Verordening precariobelasting 2016 niet van toepassing.

  • 6.

    Ten opzichte van de vrije doorgang moet, ongeacht het overig bepaalde, voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Bouwobjecten dienen zodanig te worden geplaatst dat voor voetgangers, rolstoelgebruikers, bestuurders van een scootmobiel, voetgangers met kinderwagens en overige daarmee gelijk te stellen gebruikers minimaal een vrije doorgang van 1.50 m op het trottoir danwel voetgangersgedeelte vrij blijft.

    • b.

      Indien in de bestrating een blindegeleidestrook is aangebracht dient deze blindegeleidestrook in ieder geval vrij te blijven. Deze blindegeleidestrook maakt altijd onderdeel uit van de vrije doorgang.

    • c.

      Ambulances, politie- en brandweervoertuigen moeten ongehinderd kunnen passeren. Hiervoor is een doorrijdbreedte van minimaal 3,50 meter en een doorrijdhoogte van minimaal 4,50 meter vereist.

  • 7.

    De plaatsing van bouwobjecten moet voldoen aan de volgende veiligheidsvoorwaarden:

    • a.

      Een open container of puinzak dient tussen in ieder geval tussen 22:00 uur en 6:00 uur te worden afgedekt ter voorkoming van het verspreiden van vuil;

    • b.

      Containers dienen op de buitenste hoeken, de hoeken gelegen aan de zijde van de rijbaan, duidelijk gemarkeerd te zijn met reflecterende schilden, reflecterende tape of een reflecterende gevarendriehoek zodat deze hoeken zichtbaar voor het verkeer zijn.

    • c.

      Bij de plaatsing van bouwobjecten dienen ter voorkoming van verspreiding van vuil en/of ten behoeve van de opvang van vallend materiaal maatregelen te worden genomen.

Artikel 4 gevallen waarin geen tijdelijke bouwobjecten zijn toegestaan

Bouwobjecten kunnen niet worden geplaatst indien deze een belemmering vormen voor:

  • a.

    Aan, onder, op of boven de weg te verrichten onderhoudswerkzaamheden door de gemeente of door nutsbedrijven;

  • b.

    Het houden van evenementen, markten, kermissen en andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang.

Artikel 5 opruimen vervuiling en schade

  • 1. Na het verwijderen van de bouwobjecten dient de openbare ruimte schoon te worden achtergelaten;

  • 2. Elke schade als gevolg van het tijdelijk gebruiken van gemeentegrond of schade die in verband gebracht kan worden met het tijdelijk gebruiken van gemeentegrond, dient aan de gemeente gemeld te worden. Het herstellen van deze schade is voor rekening van de gebruiker van de gemeentegrond.

Artikel 6 Het opvolgen van aanwijzingen

Door of namens een bestuursorgaan gegeven aanwijzingen in het kader van het algemene belang, de openbare orde of veiligheid dienen strikt te worden opgevolgd. Deze aanwijzingen kunnen onder andere betrekking hebben op het geheel of gedeeltelijk verplaatsen danwel verwijderen van de geplaatste bouwobjecten zonder dat de initiatiefnemer aanspraak kan maken op schadevergoeding.

Artikel 7 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als ‘Nadere regels voor bouwobjecten Gemeente Oisterwijk 2016’

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Oisterwijk, 19 januari 2016

Het college,

Ineke Depmann Hans Janssen secretaris burgemeester