Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR39453
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR39453/1
Regeling vervallen per 01-01-2014
Regeling functiewaardering gemeente Rijnwoude 2005
Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2013
Intitulé
Regeling functiewaardering gemeente Rijnwoude 2005Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rijnwoude;
Besluiten;
gelet op het bepaalde in artikel 4 van de Bezoldigingsregeling Gemeente Rijnwoude 2005;
Gelet op de in de commissie voor Georganiseerd Overleg bereikte overeenstemming;
vast te stellen de navolgende
Regeling functiewaardering gemeente Rijnwoude 2005
Artikel 1
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
- 1.
Medewerker
de ambtenaar in de zin van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR);
- 2.
Functie
Het geheel van werkzaamheden dat uit de vastgelegde doelstelling en taken van de gemeente is af te leiden en dat door één of meerdere medewerker(s) is te verrichten;
- 3.
Functiebeschrijving
Het op geordende wijze op een voorgeschreven formulier inhoudelijk weergeven van de functie;
- 4.
Functiewaarderingssysteem
Het in de bijlage opgenomen Gemeentelijk Functiewaarderingssysteem 1991, met uitzondering van 3.4 Zelfstandigheid (pag. 22) en van 3.5.1 Variant 1 (pag. 23 t/m 27) inclusief de conversietabel van de gemeente Rijnwoude;
- 5.
Waardering
Het op basis van de vastgestelde functiebeschrijving met behulp van het functiewaarderingssysteem vaststellen van de salarisschaal die aan de functie is verbonden;
- 6.
Adviseur
Een in- of externe functiewaarderingsdeskundige.
Artikel 2
Onder mannelijke naamgevingen worden in deze regeling tevens vrouwelijke naamgevingen begrepen.
Artikel 3
-
1. De adviseur stelt in overleg met het sectorhoofd voor iedere functie een functiebeschrijving op.
-
2. De functiebeschrijvingen van een bureau worden door het sectorhoofd besproken met het bureauhoofd in aanwezigheid van de adviseur.
-
3. Het sectorhoofd kan de functiebeschrijving in overleg met de adviseur (doen) bijstellen.
Artikel 4
-
1. De medewerker kan, indien hij dit wenst, de op hem van toepassing zijnde functiebeschrijving bespreken met zijn bureauhoofd dan wel met zijn sectorhoofd als direct leidinggevende.
-
2. De functiebeschrijvingen van een bureau worden in het werkoverleg besproken met de medewerkers in aanwezigheid van het sectorhoofd, het bureauhoofd en de adviseur.
-
3. Het sectorhoofd kan de functiebeschrijving in overleg met de adviseur (doen) bijstellen.
-
4. Alle functiebeschrijvingen worden besproken in het managementteam in aanwezigheid van de adviseur.
Artikel 5
-
1. Het sectorhoofden de gemeentesecretaris ondertekenen de functiebeschrijving, na bespreking in het managementteam, voor akkoord.
-
2. Indien de gemeentesecretaris niet akkoord is met de inhoud van de aangeboden functiebeschrijving, vindt overleg plaats met het sectorhoofd en de adviseur. Leidt dit overleg tot overeenstemming, dan wordt zonodig de functiebeschrijving gewijzigd en alsdan voor akkoord ondertekend door de gemeentesecretaris en het sectorhoofd.
-
3. Indien het in het tweede lid bedoelde overleg niet tot overeenstemming leidt, is de stem van de gemeentesecretaris beslissend.
-
4. Burgemeester en wethouders stellen de voor akkoord ondertekende functiebeschrijving vast.
Artikel 6
-
1. De adviseur voorziet de functie aan de hand van de functiebeschrijving en het functiewaarderingssysteem van een gemotiveerd waarderingsadvies.
-
2. De waarderingsadviezen worden voorgelegd aan de in artikel 7 bedoelde toetsingscommissie.
Artikel 7
-
1. Er is een toetsingscommissie functiewaardering.
De toetsingscommissie bestaat uit:
- 1.
de gemeentesecretaris, tevens voorzitter;
- 2.
de leden van het managementteam, lid;
- 3.
één lid op voordracht van de organisaties van overheidspersoneel vertegenwoordigd in de Commissie voor Georganiseerd Overleg;
- 4.
één lid op voordracht van de Ondernemingsraad.
- 1.
-
2. De leden van de toetsingscommissie worden benoemd door burgemeester en wethouders.
-
3. Aan de toetsingscommissie wordt door burgemeester en wethouders een secretaris toegevoegd. De secretaris heeft geen stemrecht.
-
4. De adviseur is aanwezig bij de vergaderingen van de toetsingscommissie.
Artikel 8
-
1. Het in artikel 6 bedoelde waarderingsadvies wordt door de adviseur toegelicht aan de toetsingscommissie.
-
2. Indien de waardering van de functie van een lid of de secretaris van de toetsingscommissie door de adviseur wordt toegelicht, neemt deze geen deel aan de vergadering.
-
3. Nadat de adviseur de toelichting op het waarderingsadvies heeft gegeven, doet hij zijn eindadvies - zonodig na bijstelling van zijn eerder uitgebrachte advies - schriftelijk aan burgemeester en wethouders toekomen.
-
4. De toetsingscommissie kan bij meerderheid van stemmen een afwijkend advies aan burgemeester en wethouders uitbrengen.
-
5. Indien en voor zover het geheel aan waarderingsadviezen daartoe aanleiding geeft, adviseert de toetsingscommissie over een aanpassing van de conversietabel van de gemeente Rijnwoude.
Artikel 9
-
1. De vergaderingen van de toetsingscommissie zijn niet openbaar.
-
2. De leden van de commissie, alsmede de secretaris en adviseur zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen uit de stukken of beraadslagingen bekend is geworden.
Artikel 10
-
1. Burgemeester en wethouders stellen de waardering vast.
-
2. In geval van integrale onderhoudsrondes wordt in overleg met de Ondernemingsraad een datum gepland waarop deze vaststelling uiterlijk plaatsvindt. Van termijnverdaging wordt gemotiveerd melding gemaakt.
Artikel 11
-
1. Burgemeester en wethouders doen schriftelijk mededeling aan de medewerker over de inhoud van de functiebeschrijving en de functiewaardering. Daarbij wordt de medewerker gewezen op de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen als bedoeld in artikel 12, eerste lid.
-
2. In geval van integrale onderhoudsrondes wordt in overleg met de Ondernemingsraad een datum gepland waarop deze mededeling uiterlijk plaatsvindt. Van termijnverdaging wordt gemotiveerd melding gemaakt.
Artikel 12
-
1. Binnen zes weken na ontvangst van de in artikel 11 bedoelde mededeling kan de medewerker schriftelijk en gemotiveerd bezwaar aantekenen tegen de inhoud van de functiebeschrijving en/of de functiewaardering bij burgemeester en wethouders.
-
2. Burgemeester en wethouders vragen advies over het bezwaar aan de bezwarencommissie functiewaardering.
Artikel 13
-
1. Er is een bezwarencommissie functiewaardering.
-
2. De bezwarencommissie bestaat uit drie leden:
- 1.
één lid op voordracht van burgemeester en wethouders, niet zijnde lid van dit college of de gemeenteraad of een medewerker van de gemeente;
- 2.
één lid op voordracht van de organisaties van overheidspersoneel vertegenwoordigd in de Commissie voor Georganiseerd Overleg, niet zijnde een medewerker van de gemeente;
- 3.
één lid, tevens voorzitter, op voordracht van de onder a en b genoemde leden
- 1.
-
3. De leden van de bezwarencommissie worden benoemd door burgemeester en wethouders.
-
4. Aan de bezwarencommissie wordt door burgemeester en wethouders een secretaris toegevoegd. De secretaris heeft geen stemrecht.
Artikel 14
-
1. De bezwarencommissie stelt de medewerker, die zich kan laten bijstaan door een raadsman, in de gelegenheid het bezwaar mondeling nader toe te lichten. Daarbij wordt een vertegenwoordiger van het bestuursorgaan uitgenodigd om het standpunt van het bestuursorgaan toe te lichten.
-
2. De bezwarencommissie kan deskundigen of informanten horen.
Artikel 15
De bezwarencommissie brengt schriftelijk en gemotiveerd advies uit over het bezwaar aan burgemeester en wethouders.
Artikel 16
-
1. De zittingen van de bezwarencommissie zijn niet openbaar.
-
2. De leden van de commissie, alsmede de secretaris, deskundigen en informanten die door de commissie zijn gehoord, zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen uit de stukken of beraadslagingen bekend is geworden
Artikel 17
Zo spoedig mogelijk na ontvangst van het advies van de bezwarencommissie nemen burgemeester en wethouders een beslissing op het bezwaar en doen hiervan schriftelijk en gemotiveerd mededeling aan de betrokken medewerker en eventueel overige belanghebbenden.
Artikel 18
-
1. Eenmaal per twee jaar wordt iedere functiebeschrijving door de sectorhoofden getoetst op haar structurele actualiteit. Het sectorhoofd dient bij significante functiewijziging een aanvraag voor de opstelling van een nieuwe functiebeschrijving voor te leggen aan de gemeentesecretaris.
-
2. De gemeentesecretaris adviseert burgemeester en wethouders over de in het eerste lid bedoelde aanvraag, na advies van de adviseur.
-
3. Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag.
-
4. Indien de functie opnieuw beschreven moet worden, zijn de bepalingen van deze regeling van overeenkomstige toepassing.
Artikel 19
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college van Burgemeester en Wethouders een bijzondere voorziening treffen.
Artikel 20
Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling functiewaardering gemeente Rijnwoude 2005”.
Deze regeling treedt met ingang van 1 januari 2005 in werking.
De regeling “Functiewaardering 2000” komt hiermee te vervallen.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Burgemeester en Wethouders van
7 december 2004,
de secretaris a.i., de burgemeester, wnd.,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl