Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR393868
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR393868/1
Regeling vervallen per 01-04-2016
Beleidsregel Verrekening bestuurlijke boete bij recidive Hilversum 2015
Geldend van 08-05-2015 t/m 31-03-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015
Intitulé
Beleidsregel Verrekening bestuurlijke boete bij recidive Hilversum 2015BELEIDSREGELS GEMEENTE HILVERSUM
Behorende bij Verordening Verrekening bestuurlijke boete bij recidive Hilversum 2015
4.VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE HILVERSUM 2015
Het college van burgemeester en wethouders van Hilversum,
Besluit
Vast te stellen de hieronder beschreven Beleidsregel Verrekening bestuurlijke boete bij recidive Hilversum 2015
Vastgesteld Collegevergadering24 maart 2015
Kader
Op grond van de Participatiewet (PW) is de gemeente in beginsel verplicht om een bestuurlijke boete op te leggen, als er sprake is van schending van de inlichtingenplicht door een bijstandsgerechtigde. De hoogte van de boete is daarbij wettelijk genormeerd. Legt het college voor een tweede maal binnen een tijdsbestek van 5 jaar een boete op, dan is er sprake van ‘recidive’ en wordt de boete in beginsel op 150% van het benadelingsbedrag gesteld (art. 18a, vijfde lid, PW).
Het college kan de boete bij recidive gedurende drie maanden verrekenen met een bijstandsuitkering, zonder dat de beslagvrije voet hoeft te worden gehanteerd (art. 60b, eerste lid, PW). De gemeenteraad heeft in aansluiting daarop in de ‘Verordening Verrekening Bestuurlijke boete bij Recidive Hilversum 2015’ bepaald, dat de eerste maand de beslagvrije voet niet wordt gehanteerd en de twee daaropvolgende maanden een beslagvrije voet van 80% wordt toegepast. Daarmee wordt een middenweg gekozen die enerzijds inspeelt op het uitgangspunt dat fraude niet mag lonen en anderzijds rekening houdt met de zorgplicht van de gemeente voor burgers met een laag inkomen. Om die reden heeft de raad tevens als voorwaarde gesteld dat verrekening van de recidiveboete niet mag leiden tot huisuitzetting of dat anderszins een ‘dringende reden’ ontstaat.
Met deze beleidsregels geeft het college invulling aan de bevoegdheid om daaraan invulling te geven.
Doelgroep
Personen met een bijstandsuitkering die zich onder bepaalde voorwaarden herhaald schuldig maken aan schending van de inlichtingenplicht.
Beleidsregel
Beleidsregel 4.1:
Gedurende de eerste drie maanden vanaf het moment van dagtekening waarop de recidiveboete bedoeld in artikel 60b PW is opgelegd, wordt de beslagvrije voet zodanig vastgesteld, dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen waarmee de woonlasten en de kosten voor de zorgverzekering kunnen worden voldaan. Voorwaarde is dan wel dat belanghebbende ermee instemt, dat het inkomen ter hoogte van die kosten op de bijstandsuitkering wordt ingehouden en wordt doorbetaald aan de betreffende crediteuren.
Toelichting: het verrekenen van de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet is een precaire aangelegenheid, die een zorgvuldige individuele aanpak vraagt, waarbij de consequenties voor belanghebbende ten volle worden betrokken. Verrekening mag er in ieder geval niet toe leiden dat belanghebbende en zijn gezin een achterstand oplopen bij de betaling van de woonlasten en zorgkosten. Huisuitzetting en royement zorgverzekering moeten voorkomen worden. Om dat effectief te maken wordt de voorwaarde gesteld, dat belanghebbende meewerkt aan inhouding en doorbetaling van de betreffende woonkosten en zorgverzekering vanuit de uitkering. Dit is staand beleid en wordt voortgezet onder de PW. Onder woonkosten wordt in dit verband verstaan: kosten van huur (na aftrek van de ontvangen huurtoeslag) en gas, elektriciteit en water, dan wel de hypotheekrente (onder aftrek van de teruggave Inkomstenbelasting vanwege de betaalde rente). Onder zorgverzekering wordt in dit verband verstaan de verschuldigde premie.
Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Verrekening bestuurlijke boete bij recidive Hilversum 2015.
Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2015.
Toelichting: met deze beleidsregel geeft het college invulling aan enkele aan hem toegekende bevoegdheden. Conform artikel 3:40 Algeme ne wet bestuursrecht (Awb) treedt deze beleidsregel in werking de dag nadat ze is bekend gemaakt. Het college beschikt reeds vanaf 1 januari 2015 over de betreffende bevoegdheden. Door het verlenen van terugwerkende kracht wordt beoogd de beleidsregel ook toe te passen op aanvragen die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend en waarop voor de datum bekendmaking nog niet is beslist, e.e.a. onverminderd de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, met name het rechtszekerheidsbeginsel en artikel 4:84 Awb ( verplichting om af te wijken i.v.m. bijzondere omstandigheden ).
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl