Vervangingsregeling directie en management gemeente Waalwijk

Paragraaf 1. Vervanging leden directieteam

Art. 1. Aanwijzing plaatsvervanger directieteam (DT)

• 1.

  Het directielid draagt zorg voor een adequate vervanging bij diens afwezigheid.

• 2.

  Hij/zij wijst daartoe een plaatsvervanger aan.

• 3.

  Als plaatsvervanger kan uitsluitend het andere lid van het DT optreden of een vooraf aangewezen teammanager of programmamanager.

Art. 2. Bevoegdheden en beperkingen

• 1.

  De plaatsvervanger is bevoegd de taken en verantwoordelijkheden van het directielid uit te oefenen bij diens afwezigheid.

• 2.

  Het te vervangen directielid kan beperkingen stellen aan de uitoefening van diens taken en verantwoordelijkheden voor de plaatsvervanger.

• 3.

  De beperkingen als bedoeld in het vorige lid worden alsdan schriftelijk vastgelegd.

• 4.

  Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door een plaatsvervanger, dient dit in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht door gebruikmaking van de woorden ‘plaatsvervangend’, gevolgd door functie en eigen naam.

Art. 3. Vergoeding

Voor het plaatsvervangerschap wordt geen financiële vergoeding toegekend, rekening houdend met het gestelde in artikel 3:1:2 CAR-UWO.

Paragraaf 2. Vervanging management programmamanagers

Art. 4. Aanwijzing plaatsvervangers programmamanagers

• 1.

  De programmamanager draagt zorg voor een adequate vervanging bij diens afwezigheid.

• 2.

  Hij/zij wijst daartoe een eerste en een tweede plaatsvervangend programmamanager aan.

• 3.

  Als eerste en tweede plaatsvervangend programmamanager kunnen uitsluitend programmamanagers worden aangewezen. Uitsluitend met toestemming van het DT kan hiervan worden afgeweken.

Paragraaf 3. Vervanging management projectleiders

Art. 4. Aanwijzing plaatsvervangers projectleiders

• 4.

  De projectleider draagt zorg voor een adequate vervanging bij diens afwezigheid.

• 5.

  Hij/zij wijst daartoe een eerste en een tweede plaatsvervangend medewerker aan binnen zijn/haar project.

Bij afwezigheid van één van de projectleiders wordt voor het ondertekenen van stukken de bevoegdheid overgedragen aan de 1e of 2e vervanger.

Paragraaf 4. Vervanging management teammanagers

Art. 5. Aanwijzing plaatsvervangers teammanagers

• 1.

  De teammanager draagt zorg voor een adequate vervanging bij diens afwezigheid.

• 2.

  Hij/zij wijst daartoe een eerste en een tweede plaatsvervangend teammanager aan.

• 3.

  Als plaatsvervangend teammanager kunnen uitsluitend teammanagers worden aangewezen. Uitsluitend met toestemming van het DT kan hiervan worden afgeweken.

Art. 6. Bevoegdheden en beperkingen

• 1.

  De plaatsvervanger is bevoegd de taken en verantwoordelijkheden van de teammanagers, programmamanagers en projectleiders uit te oefenen bij diens afwezigheid; de tweede plaatsvervanger is daartoe bevoegd bij afwezigheid van de eerste plaatsvervanger.

• 2.

  De teammanager, programmamanager en projectleider kan beperkingen stellen aan de uitoefening van diens taken en verantwoordelijkheden voor de eerste en tweede plaatsvervanger, ieder afzonderlijk.

• 3.

  De beperkingen als bedoeld in het vorige lid worden dan schriftelijk vastgelegd.

• 4.

  Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door een plaatsvervanger, dient dit in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht door gebruikmaking van de woorden ‘plaatsvervangend’, gevolgd door functie en eigen naam.

Art. 7. Aanwezigheid

• 1.

  De teammanager, programmamanager of projectleider draagt er zoveel mogelijk zorg voor dat bij diens afwezigheid de eerste plaatsvervanger aanwezig is.

• 2.

  Indien de teammanager, programmamanager of projectleider ook de eerste plaatsvervanger afwezig is, is op zijn minst de tweede plaatsvervanger aanwezig.

Art. 8. Vergoeding

Voor het plaatsvervangerschap wordt geen financiële vergoeding toegekend, rekening houdend met het gestelde in artikel 3:1:2 CAR-UWO.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Art. 1. Onvoorzien

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de algemeen directeur/gemeentesecretaris en treft deze zo nodig maatregelen.

Art. 2. Inwerkingtreding

Met deze regeling wordt de regeling ‘Vervangingsregeling directie en management van de gemeente Waalwijk 2012 ingetrokken.

Deze regeling treedt op 1 januari 2016 in werking.

Art. 3. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Vervangingsregeling directie en management van de gemeente Waalwijk’.

Vastgesteld door het college van Waalwijk in de vergadering van: 24 november 2015

Het college van Waalwijk,

de secretaris, de burgemeester,

J.Lagendijk, drs. A.M.P. Kleijngeld