Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR39203
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR39203/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Verordening nadeelcompensatie bouwhinder
Geldend van 10-06-2010 t/m 31-12-2023
Intitulé
Verordening nadeelcompensatie bouwhinderHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de raad van deze gemeente in zijn vergadering van 4 maart 2010 heeft besloten:
1. de Verordening nadeelcompensatie bouwhinder vast te stellen.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
-
College: college van burgemeester en wethouders van Eindhoven
-
Bouwhinder: ernstige hinder.
-
Ernstige hinder: in door het college vast te stellen beleidsregels inzake ernstige hinder bouw-, sloop- en onderhoudswerkzaamheden wordt aangegeven wat onder ernstige hinder als verwoord in artikel 4.1.5, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening moet worden verstaan.
-
Aanvraag: een aanvraag om schadevergoeding als bedoeld in artikel 5.
-
Aanvrager: omwonende, die nadeelcompensatie aanvraagt .
-
Hoofdbewoner:de huurder dan wel eigenaar/bewoner van een zelfstandige woning op wiens naam het huurcontract is gesteld dan wel in de openbare registers de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens staat ingeschreven.
-
VROM-puntenstelsel: door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), als onderdeel van het Besluit huurprijzen woonruimte, ontwikkelde waarderingsstelsel voor zelfstandige woonruimte.
-
Omwonenden: hoofdbewoners of ondernemers in de omgeving van de locatie waar bouwhinder wordt of werd veroorzaakt.
-
Zelfstandige woning: woonruimte die een eigen toegang heeft en door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat die daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, waarbij als wezenlijke voorzieningen worden aangemerkt: keuken en toilet. Onder een zelfstandige woning wordt in deze regeling eveneens begrepen een volledig voor kamerbewoning bestemde woning.
-
Kamerbewoning: meerdere zelfstandige huishoudens binnen een zelfstandige woning.
Artikel 2. Het recht op nadeelcompensatie
-
1. Indien het college in de rechtmatige uitvoering van een publiekrechtelijke bevoegdheid of taak schade veroorzaakt die uitgaat boven het normaal maatschappelijk risico en een benadeelde in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft, kent het college de omwonende op zijn aanvraag een vergoeding toe, voor zover dit wordt veroorzaakt doorhet rechtmatig in werking hebben van toestellen, installaties of apparaten voor bouw-, sloop- en onderhoudswerkzaamheden of te verrichten handelingen waardoor voor deze omwonende ernstige hinder door geluid of trillingen wordt veroorzaakt.
-
2. Schade blijft in elk geval voor rekening van de aanvrager voor zover:
- a.
hij het risico van het ontstaan van schade heeft aanvaard,
- b.
hij heeft nagelaten redelijke maatregelen ter voorkoming of beperking van schade te nemen, of
- c.
de vergoeding van de schade anderszins is verzekerd.
- a.
-
3. Indien een schadeoorzaak uit het eerste lid tevens voordeel voor de benadeelde heeft opgeleverd, wordt dit bij de vaststelling van de te vergoeden schade in aanmerking genomen.
Artikel 3. Termijn voor indiening verzoek
-
1. De aanvraag om nadeelcompensatie wordt zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is bij het college ingediend.
-
2. De aanvraag om nadeelcompensatie kan door het college worden afgewezen indien het niet binnen 3 maanden na beëindiging van de ernstige hinder veroorzakende werkzaamheden is ingediend.
Artikel 4. De aanvraag
-
1. De aanvraag bevat mede:
- a.
een aanduiding van de schadeoorzaak, en
- b.
een opgave van de aard van de geleden of te lijden schade en voor zover redelijkerwijs mogelijk, het bedrag van de schade en een specificatie daarvan.
- a.
-
2. De hoofdbewoner toont aan feitelijk woonachtig te zijn op het aangegeven adres, ten tijde van de ernstige hinder veroorzakende activiteiten door middel van:
- a.
het huurcontract dan wel het eigendomsbewijs van de woning,
- b.
een geldig legitimatiebewijs of een uittreksel uit het bevolkingsregister;
- c.
een kopie van een recent bankafschrift, niet ouder dan één maand.
- a.
Artikel 5. Behandeling van de aanvraag
De aanvraag wordt behandeld door het college.
Artikel 6. Nadeelcompensatie
-
1. Compensatie voor aantasting van het woongenot wordt verleend aan de hoofdbewoner.
-
2. Het college stelt een lijst met adressen van woningen vast waarvan de hoofdbewoner in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming vanwege gederfd woongenot. Het college bepaalt voorts:
- a.
de periode waarin sprake is van gederfd woongenot,
- b.
de hoogte van de tegemoetkoming, alsmede
- c.
de ingangsdatum waarop het recht van de financiële tegemoetkoming ontstaat.
- a.
-
3. De financiële tegemoetkoming kan worden toegekend voor de periode waarin hinder is ondervonden en de hoofdbewoner feitelijk woonachtig is op het aangegeven adres, vanaf de ingangsdatum en voor de periode die genoemd staan op de lijst.
-
4. De duur van de bewoning van de woning is niet relevant voor het al dan niet verstrekken van een financiële tegemoetkoming.
-
5. Het college kan afwijken van het bepaalde in het derde lid indien een strikte toepassing naar zijn oordeel zou leiden tot een onvoldoende vergoeding van het gederfde woongenot.
-
6. Het college kan in plaats van een financiële tegemoetkoming voorzien in een vergoeding in natura.
-
7.
- a.
Ondernemers kunnen inkomstenderving of winstderving declareren onder overhandigen van bewijsstukken.
- b.
Op verzoek van een door de gemeente aangewezen onafhankelijk accountantskantoor kunnen meer of andere bewijsstukken vereist zijn
- a.
Artikel 7. Hoogte van de tegemoetkoming
-
1. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op het VROM-puntenstelsel.
-
2. De werkzaamheden geven recht op een maandelijkse financiële tegemoetkoming gebaseerd op de tegenwaarde van 40 punten overeenkomstig het VROM-puntenstelsel.
-
3. Het college stelt jaarlijks aan de hand van de daarvoor geldende VROM-tabel de waarde van één VROM-punt vast. In 2008 was één VROM-punt gelijk aan € 4,61.
Artikel 8. Besluit op de aanvraag
-
1. Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken of – indien een adviseur als bedoeld in afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is ingeschakeld - binnen zes maanden na de ontvangst van de aanvraag.
-
2. Het college kan de beslissing eenmaal voor ten hoogste acht weken of - indien een adviseur als bedoeld in afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is ingeschakeld – zes maanden verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.
-
3. In het besluit wordt aangegeven voor welke periode de nadeelcompensatie wordt gegeven.
Artikel 9. Voorschot
Een voorschot wordt niet verleend.
Artikel 10. Hardheidsclausule
Het college kan artikel 2 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van nadeelcompensatie bouwhinder leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 11. Citeertitel
Deze regeling kan worden aangehaald als “Verordening nadeelcompensatie bouwhinder”.
Artikel 12. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op een nader door het college te bepalen tijdstip.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl