Verordening commissie bezwaarschriften 2016

Geldend van 29-12-2015 t/m 17-02-2020

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften 2016

Geconsolideerde tekst van de regeling

De raad van de gemeente Dronten,

gelezen het voorstel van het college van 27 oktober 2015, No. B15.001379

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de raadscommissie van december 2015;

overwegende dat het wenselijk is om continuïteit te waarborgen in de dienstverlening van de commissie bezwaarschriften;

B E S L U I T:

Vast te stellen de Verordening commissie bezwaarschriften 2016:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.verwerend orgaan:

bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

b.commissie:

commissie bezwaarschriften:

c.college:

het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3. De commissie adviseert niet in gevallen waarin haar voorzitter op grond van artikel 12, tweede lid, met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder a of b, van de Awb, heeft besloten af te zien van het horen van een belanghebbende.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4. Kamers

  • 1. De commissie kan kamers instellen, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

  • 2. De commissie bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld.

  • 3. Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden:

    • a.

      een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de voorzitter of een van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen;

    • b.

      ten minste twee andere leden, door de commissie aangewezen uit haar midden.

  • 4. De commissie wijst uit haar midden voor elk lid een eerste en een tweede plaatsvervanger aan.

  • 5. De kamer kan beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift door de commissie zal geschieden.

  • 6. Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie en haar kamers is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 6. Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij kunnen tweemaal voor een periode van maximaal vier jaar worden herbenoemd.

  • 2. De commissie maakt een rooster van aftreden.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 4. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 7. Vergoeding

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van een vergadering van de commissie, alsmede een reiskostenvergoeding.

  • 2. De vergoeding voor het bijwonen van een vergadering bedraagt voor de voorzitter van de vergadering 275% en voor de leden 175% van het bedrag, genoemd in Tabel IV bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, voor de gemeenteklasse 20.001 – 50.000 inwoners, zoals deze geldt ten tijde van de betreffende vergadering.

  • 3. Het voorgaande lid heeft terugwerkende kracht tot 1 juli 2009.

  • 4. De reiskostenvergoeding bedraagt de maximaal door de Belastingdienst vrijgestelde kilometervergoeding.

Artikel 8. Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 9. Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 10. Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 11. Bemiddeling

De secretaris kan, in overleg met de voorzitter en na overleg met het verwerend orgaan, onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden bijgelegd en daartoe de nodige handelingen verrichten.

Artikel 12. Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van de artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid genoemde artikel besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 13. Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan medegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 14. Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in ieder geval de voorzitter of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 15. Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 16. Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar, met uitzondering van de zitting van de Kamer personele zaken en van de Kamer sociale zaken.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 17. Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag, als bedoeld in de artikelen 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 18. Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 19. Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 20. Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 17 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 21. Intrekking oude regeling

De Verordening commissie bezwaarschriften 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 22. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel 23. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften 2016.

Ondertekening

Dronten, 17 december 2015
de raad van Dronten,
D.Petrusma MMC mr. A.B.L. de Jonge
griffier voorzitter