Regeling vervallen per 01-01-2013

Terugbouwregeling voor bebouwing in het Reeuwijkse plassengebied niet behorende tot bouwsteden

Geldend van 01-06-2002 t/m 31-12-2012

Intitulé

Terugbouwregeling voor bebouwing in het Reeuwijkse plassengebied niet behorende tot bouwsteden

Enig artikel

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn uitspraak van 27 juni 2001 (EO.98.0628/1) op de beroepschriften ingediend tegen het goedkeuringsbesluit van het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op het bestemmingsplan ‘Plassen, natuur- en weidegebieden’, in reactie op de beroepschriften van J.W. Schouten en N.C. Schouten — Doornenbal (Twaalfmorgen 391) en J. Laan en J. Roeloff (Ree 41-1) aangegeven dat bebouwing met een oppervlakte kleiner dan 10 m2 en een bouwhoogte van 2 meter of meer niet onbestemd mag worden gelaten indien het niet aannemelijk is dat deze bebouwing binnen de planperiode zal verdwijnen.

De uitspraak impliceert dat voor de bedoelde bebouwing op deze percelen alsmede bebouwing op andere percelen in het plassengebied, waar zich een zelfde situatie voordoet - al dan niet met meer dan 10 m2 aan bebouwing met een bouwhoogte van 2 meter of hoger -, een passende bestemming dient te worden gevonden. De uitspraak is voor enkele eigenaren reeds aanleiding geweest om verzoeken hiertoe in te dienen.

Deze bestemming dient in een herziening van het genoemde bestemmingsplan op te worden genomen. Vooruitlopend op deze herziening wordt in deze notitie de (terugbouw)regeling voor de betreffende bebouwing uiteengezet. Hieronder zijn de criteria van deze regeling aangegeven.

Welke bebouwing?

in de lijn van de voornoemde uitspraak mogen alleen gebouwen met een bouwhoogte van 2 meter of hoger die niet in de inventarisatie 1985/86 (naverkend 1990/91) zijn geregistreerd bij een perceel die in het bestemmingsplan ‘Plassen, natuur- en weidegebieden’ is voorzien van een bouwstede voor een woning, zomerwoning of recreatieverblijf, worden teruggebouwd. Daarbij is terugbouw alleen mogelijk indien een gebouw functioneel noodzakelijk is voor het onderhoud en het recreatief medegebruik van het betrokken perceel. Hierbij valt te denken aan gebouwtjes voor opslag, onderhoud en/of beheer en toiletgebouwtjes.

Concentratie

Bij terugbouw is de in het plassengebied voorgestane concentratieregeling — zoals onder meer verwoord in het voornoemde bestemmingsplan — van toepassing. Indien op een perceel meerdere gebouwen geregistreerd zijn, mag er slechts één (cluster van) gebouw(en) worden teruggebouwd, op een locatie alwaar één der gebouwen is geregistreerd.

Goot- en nokhoogte

Het terug te bouwen gebouw mag een goot- en nokhoogte van ten hoogste respectievelijk 2,5 meter en 3,5 meter hebben, onder voorwaarde dat de in de inventarisatie 1985/86 (naverkend 1990/91) geregistreerde inhoud van het (de) betreffende gebouw(en) niet wordt overschreden.

Oppervlakte

De totale oppervlakte van het terug te bouwen gebouw mag niet meer dan 10 m2 bedragen.