Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR3878
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR3878/1
nr 04.18 Verordening baatbelasting riolering nog aan te sluiten percelen buitengebied 2004
Geldend van 15-12-2004 t/m heden
Intitulé
nr 04.18 Verordening baatbelasting riolering nog aan te sluiten percelen buitengebied 2004De raad van de gemeente Angerlo;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 september 2004;
gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het “Bekostigingsbesluit riolering nog aan te sluiten percelen” vastgesteld bij raadsbesluit van 22 april 2002, nr. 02/28;
BESLUIT:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van baatbelasting riolering nog aan te sluiten percelen buitengebied gemeente Angerlo 2004
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1. Deze verordening verstaat onder een onroerende zaak:
- 1.
een gebouwd eigendom;
- 2.
een ongebouwd eigendom;
- 3.
een gedeelte van een onder 1 of 2 bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
- 4.
een samenstel van twee of meer van de onder 1 of 2 bedoelde eigendommen [of onder 3 bedoelde gedeelten daarvan] die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam ‘Baatbelasting nog aan te sluiten percelen buitengebied 2004’ wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente Angerlo binnen de omlijning op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, die op 1 september 2004 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur.
-
2. De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten de aanleg van een rioleringsstelsel met de daarbij behorende technische werken voor nog aan te sluiten percelen in het buitengebied van de gemeente Angerlo.
Artikel 3 Belastingplicht
-
1. De belasting wordt geheven van degene die van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.
-
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
-
3. Indien de lasten die zijn verbonden aan de voorzieningen genoemd in artikel 2, tweede lid, ter zake van een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan, wordt de belasting ter zake van die onroerende zaak niet geheven.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De maatstaf van heffing is een bedrag per onroerende zaak als bedoeld in artikel 1 van deze verordening, gedifferentieerd naar woningen en woningen met bedrijf.
Artikel 5 Belastingtarief
De belasting bedraagt per woning: € 3.537,00 De belasting bedraagt per woning met bedrijf: € 5.352,00 Artikel 6 Regeling inzake heffing in de vorm van een jaarlijkse belasting
- 1.
In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 10 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen 6 weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.
- 2.
Het belastingjaar loopt van 15 december tot en met 14 december van het daaropvolgende kalenderjaar.
- 3.
De jaarlijkse belasting bedraagt de annuïteit van het totaal verschuldigde, berekend op basis van een periode van 10 jaren en een rentevoet van 4,5%.
- 4.
De belasting over de nog niet verstreken belastingjaren kan elk jaar worden afgekocht. De afkoopsom wordt bepaald op de contante waarde van de op 1 november van het belastingjaar, waarin de afkoop plaatsvindt, nog te verschijnen belastingbedragen berekend naar een rentevoet van 4,5%.
- a.
Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel.
- b.
In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste lid gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.
- a.
- 6.
Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingtijdvak de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van de onroerende zaak wordt overgedragen, wordt, voor de verdeling van de resterende belastingschuld, de maatstaf van heffing als bedoeld in artikel 4 voor de betreffende onroerende zaak opnieuw vastgesteld voor de nog niet verstreken belastingjaren.
Artikel 7 Wijze van heffing
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Termijnen van betaling
De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van de baatbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 15 december 2004.
- 3.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening baatbelasting riolering nog aan te sluiten percelen buitengebied 2004'.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 november 2004.
De voorzitter,
De griffier,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl