Regeling vervallen per 01-01-2018

Beleidsregels vergoeding vervoer bij jeugdhulp GGZ Bodegraven-Reeuwijk 2015

Geldend van 31-12-2015 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Beleidsregels vergoeding vervoer bij jeugdhulp GGZ Bodegraven-Reeuwijk 2015

Beleid ter uitvoering van artikel 2.3, tweede lid, van de Jeugdwet

Vervoersvoorziening

Een jeugdige of de ouder van een jeugdige die in behandeling is bij een GGZ instelling kan in aanmerking komen voor een vervoersvoorziening naar deze GGZ instelling, indien binnen een periode van 12 maanden minimaal 2.000 kilometer gereisd moet worden van en naar een specialistische behandeling in de GGZ en er niet een behandellocatie dichter in de buurt aanwezig is.

De gemeente kan het vervoer vergoeden tot een vastgesteld maximum als de jeugdige of de ouder van de jeugdige bewust kiest voor een zorgaanbieder die verder weg is gevestigd waar er wel een vergelijkbaar zorgaanbod dichterbij beschikbaar is.

Vormen van vervoersvoorziening

Een vervoersvoorziening kan, ter beoordeling van het college, bestaan uit een vergoeding van de vervoerskosten (eigen vervoer of openbaar vervoer) of een taxivoorziening.

Wijze van aanvragen

De jeugdige of de ouder van de jeugdige dient via het sociaal team een onderbouwde aanvraag voor vervoer in. Daarbij dient deze aan te tonen dat voldaan wordt aan het afstandscriterium en het niet beschikbaar zijn van een behandellocatie in de buurt.

Wijze van vergoeden

De kosten voor eigen vervoer en openbaar vervoer worden achteraf vergoed op basis van een declaratie waarbij per reisbeweging de kilometers worden verantwoord of waarbij de reisbewijzen worden ingediend.

De kosten voor het taxivervoer worden rechtstreeks met de gecontracteerde taxivervoerder afgerekend.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2015.

Ondertekening

Bodegraven, 25 augustus 2015.
Burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk,
de secretaris, a.i.,
drs. J.G. de Jager
de burgemeester,
mr. C. van der Kamp