Regeling vervallen per 22-02-2017

Uitvoeringsbesluit verordening declaratieregelingen gemeente Maastricht 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 21-02-2017

Intitulé

Uitvoeringsbesluit verordening declaratieregelingen gemeente Maastricht 2016

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MAASTRICHT,

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 15 december 2015, no. 2015-43144; organisatieonderdeel B&O-Sociaal;

BESLUITEN:

vast te stellen het volgende uitvoeringsbesluit Verordening declaratieregelingen gemeente Maastricht 2016 onder gelijktijdige intrekking van het uitvoeringsbesluit Verordening declaratieregelingen gemeente Maastricht 2015:

Uitvoeringsbesluit verordening declaratieregelingen gemeente Maastricht 2016

In dit uitvoeringsbesluit wordt beschreven op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan de verordening declaratieregelingen 2007.

1. Doelgroep

Huishoudens met een netto maandelijks gezamenlijk inkomen (exclusief vakantiegeld) tot 110% van de voor de huishoudsituatie ( alleenstaande, alleenstaande-ouder en gehuwden/samenwonenden) van toepassing zijnde bijstandsnorm, waarbij de kostendelerssystematiek niet wordt toegepast .

Uitzondering: de geldende norm op grond van artikel 23 Participatiewet wordt niet gehanteerd voor personen verblijvend in een AWBZ-inrichting met een inkomen op minimumniveau, niet zijnde Partcipatiewet. Personen in deze situatie worden bekeken op basis van hun leefvorm en niet woonsituatie. Daarom dient in deze situatie artikel 23 buiten beschouwing gelaten te worden en dient rekening te worden gehouden met de normering o.g.v. artikel 20 t/m 22 + 24 Participatiewet, waarbij ook hier de kostendelerssystematiek buiten beschouwing wordt gelaten.

2. Algemene voorwaarden

  • -

    aanvrager dient minimaal 6 maanden onafgebroken te zijn ingeschreven in het Maastrichts bevolkingsregister (GBA) en hier ook wonen;

  • -

    aanvrager dient, voor zover nodig, in bezit te zijn van een geldige verblijfsvergunning;

  • -

    aanvrager mag geen studie volgen waarop de Wet Studiefinanciering 2000 van toepassing is;

  • -

    voor aanvrager en zijn/haar gezinsleden geldt dat de in de afzonderlijk regelingen vastgestelde maximale vergoedingen slechts éénmaal per individu per kalenderjaar kunnen worden ontvangen;

  • -

    onder ‘gezinslid’ wordt verstaan:

  • -

    de inwonende echtgenoot/partner van de aanvrager;

  • -

    de ten laste komende eigen kinderen of stiefkinderen jonger dan 18 jaar.

  • -

    de kosten moeten gemaakt zijn in het kalenderjaar, waarop de regeling van toepassing is.

3. De aanvraag

* Het indienen van de aanvraag

De aanvraag wordt ingediend bij Sociale Zaken door middel van het daarvoor bestemde aanvraagformulier en de daarop vermelde bewijsstukken. Tevens kan worden aangevraagd via het digitale aanvraag systeem van de gemeente Maastricht.

Bij het ontbreken van gegevens dan wel bewijsstukken wordt de aanvrager eenmaal in de gelegenheid gesteld om de aanvullende gegevens binnen een gestelde termijn aan te vullen. Indien de gevraagde gegevens niet binnen de gestelde termijn worden overlegd, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

* De aanvraagperiode

De tegemoetkoming wordt per kalenderjaar verstrekt. De aanvraag kan tot uiterlijk één maand na afloop van het kalenderjaar, worden ingediend. Aanvragen die na deze datum worden ingediend, worden afgewezen omdat de periode verstreken is waarbinnen de aanvraag kon worden ingediend.

* De besluitvorming

De beslissing op de aanvraag wordt schriftelijk en met redenen omkleed medegedeeld aan de aanvrager. Op de aanvraag wordt binnen 8 weken na ontvangst beslist.

4. De regelingen op basis van de verordening declaratieregelingen 2007

A. Declaratieregeling I: sociale – culturele activiteiten

De eerste declaratieregeling is bedoeld als een tegemoetkoming in de kosten van een aantal sociaal-culturele activiteiten. De vergoeding bedraagt per kalenderjaar maximaal € 100,- voor de aanvrager en € 50,- voor ieder overig gezinslid.

Kostensoorten:

  • 1.

    contributie(s) van amateurverenigingen op het gebied van kunst, cultuur, en recreatie. De vereniging dient ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel;

  • 2.

    contributie(s) van amateurverenigingen op het gebied van sport. De vereniging dient ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel;

  • 3.

    lidmaatschappen van sportscholen;

  • 4.

    lidmaatschappen van bejaarden- en gehandicaptenorganisaties;

  • 5.

    - seizoens-/jaarabonnement / lidmaatschap of meerbadenkaart op naam gesteld bij de zwembadenGeusseltbad en Jekerdal ;

  • 6.

    cursusgeld voor Kumulus;

  • 7.

    groepsactiviteiten van het Toon Hermans Huis (overzicht van daadwerkelijk gevolgde activiteiten/lessen en de kosten hiervan).

  • 8.

    50% van de kosten van een entreebewijs van Het Theater aan het Vrijthof. Het te overleggen entreebewijs dient op naam gesteld te zijn;

  • 9.

    kosten van het lidmaatschap van Filmhuis Lumière (geen losse kaartjes);

  • 10.

    seizoenskaart MVV voor de Noord-tribune;

  • 11.

    contributie Stadsbibliotheek voor het lenen van boeken, CD's, etc;

  • 12.

    de abonnementskosten van een krant tot een bedrag van € 60,- per jaar;

  • 13.

    de kosten van het abonnement van de (mobiele) telefoon, de kosten van een internetaansluiting, de kosten van een televisie/ radioabonnement of een combinatie abonnement van bovengenoemde kosten, tot een bedrag van € 215,- per jaar.

Uitzondering voor kinderen en jongeren tot 18 jaar

Per 01-01-2015 zijn in Maastricht zowel een Lokaal Jeugdsportfonds, als een Lokaal Jeugdcultuurfonds actief. Deze fondsen zijn erop gericht kinderen van minder draagkrachtige ouders de mogelijkheid te bieden om te kunnen sporten of om deel te nemen aan culturele activiteiten. De fondsen zijn bedoeld voor kinderen van 4 tot 18 jaar en worden ingezet voor de verstrekkingen ten behoeve van de contributie van de sport- en cultuurvereniging en sportmaterialen en materialen om de culturele activiteiten te kunnen beoefenen. Om te voorkomen dat zowel van het jeugdsportfonds/jeugdcultuurfonds als van de declaratieregeling gebruik gemaakt wordt voor dezelfde kosten, zijn de kostensoorten 1,2, 3 5 en 6 niet declarabel ten behoeve van inwonende kinderen tot 18 jaar.

Maximale vergoeding en b eperking bewijslast gemaakte kosten voor personen die de AOW gerechtigde leeftijd hebben bereikt. ouder dan 65 jaar

Ervan uitgaande het aannemelijk is dat personen ouder dan 65 jaar het maximum te verstrekken bedrag van € 100,00 per aanvrager ( € 150,- voor personen met een partner) ook daadwerkelijk op jaarbasis aan kosten

maken in het kader van sociale- en culturele activiteiten, wordt zonder dat hiervoor bewijsstukken voor de gemaakte kosten dienen te worden aangeleverd het maximale bedrag voor de doelgroep 65 jaar en ouder

vergoed.

Uitbetaling van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt verstrekt op aanvraag na overleg van op naam van de aanvrager of kind gestelde nota’s of betalingsbewijzen. Met uitzondering voor de doelgroep personen 65 jaar en ouder worden alleen de kosten die daadwerkelijk zijn gemaakt, vergoed. Bij een aanvraag voor de kostensoorten 12 en 13 wordt na overleg van één betalingsbewijs bij de eerste aanvraag het maximale bedrag van de specifieke kostensoort uitgekeerd.

B. Declaratieregeling II: Kinderen

De tweede declaratieregeling is bedoeld voor gezinnen met kinderen. Deze declaratieregeling omvat twee verschillende vergoedingen:

  • -

    declaratieregeling II-1: kinderen in het basisonderwijs

  • -

    declaratieregeling II-2: kinderen 12 tot 18 jaar die onderwijs volgen

* Declaratieregeling II-1: kinderen in het basisonderwijs

Voor kinderen van de basisschool kan maximaal een tegemoetkoming van € 50,00 per kind per kalenderjaar worden vergoed. Van alle ouders met kinderen wordt door de scholen die door de kinderen worden bezocht aan de ouders een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd ter hoogte van € 35,00 tot € 50,00. Buiten de ouderbijdrage kan ervan uit worden gegaan dat er voor het kind nog kosten worden gemaakt voor onder andere kindervakantiewerk of extra schoolactiviteiten. Een bedrag van € 50,00 komt in grote mate overeen met de kosten die ouders met kinderen in het basisonderwijs dienen te maken.

* Aanvullende voorwaarden

Ouders dienen aan te geven op welke basisschool hun kind of kinderen staat/staan ingeschreven.

* Uitbetaling van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt verstrekt op aanvraag na overleg van een bewijs van de school dat het kind op de school is ingeschreven. Een brief met het logo van de school waarin staat vermeld dat het kind de school bezoekt kan dienen als bewijsstuk.

*Declaratieregeling II-2: tegemoetkoming in de kosten van schoolgaande kinderen tussen 12 en 18.

Voor kinderen tot 18 jaar die onderwijs volgen kan maximaal een tegemoetkoming van € 220 per kind per kalenderjaar worden vergoed voor de volgende kosten:

  • 1.

    één werkweek of school- of vakantiekamp;

  • 2.

    indirecte schoolkosten, zoals de ouderbijdrage, kosten van extra activiteiten waaronder excursies, schooltas, sportkleding, schoolmaterialen e.d. (schoolboeken en reiskosten komen niet voor vergoeding in aanmerking).

Voor de eerste € 150,- hoeven geen nota’s te worden overlegd. Van alle ouders met kinderen wordt door de scholen die door de kinderen worden bezocht aan de ouders een ouderbijdrage/schoolgeld gevraagd. Ouders dienen wel aan te geven op welke school hun kind voortgezet onderwijs of beroepsonderwijs volgt

Buiten de ouderbijdrage kan ervan uit worden gegaan dat er voor het kind nog kosten worden gemaakt voor extra schoolactiviteiten.

* Uitbetaling van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt verstrekt op aanvraag na overleg van op naam van de aanvrager of kind gestelde nota’s of betalingsbewijzen.

5. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in dit uitvoeringsbesluit, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Maastricht d.d. 15 december 2015.

De Secretaris,

P.J. Buijtels.

De Burgemeester,

J.M.Penn-teStrake.