Algemene regels voor vergunningvrij plaatsen van uitstallingen

Geldend van 29-09-2017 t/m heden

Intitulé

Algemene regels voor vergunningvrij plaatsen van uitstallingen

Op grond van artikel 2.1.5.1., lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Maastricht 2006 (APV) is het verboden voorwerpen of stoffen op, aan of boven de openbare weg te plaatsen zonder een vergunning van het college respectievelijk de burgemeester (indien het een gebruik als terras betreft). Hiertoe behoort onder meer het plaatsen van uitstallingen.

Onder een uitstalling wordt verstaan: een verplaatsbaar en niet permanent verankerd object op, aan of boven de weg, geplaatst voor c.q. in de onmiddellijke nabijheid van een pand, dat tot doel heeft om de aandacht te vestigen op de ter plaatse gevestigde onderneming en/of gericht is op het maken van reclame voor deze onderneming danwel dat wordt geplaatst ter verfraaiing van het pand, en waarbij geen sprake is van een standplaats of een onderdeel van een terras.

Op basis van artikel 2.1.5.1., lid 2 sub h APV heeft het college van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester de bevoegdheid om gevallen aan te wijzen waarvoor het bovenbedoelde verbod niet geldt, mits de door het college respectievelijk de burgemeester te stellen algemene regels worden nageleefd.

Dit past in het streven van de overheid om te dereguleren en daar waar mogelijk een vergunningplicht om te zetten in algemene regels. Concreet betekent dit dat er geen vergunning meer nodig is wanneer de voorwerpen of stoffen die op, aan of boven de openbare weg worden geplaatst passen binnen de opgestelde algemene regels. Uitgangspunt is daarbij wel dat het hoge kwaliteitsniveau van de binnenstad wordt gegarandeerd.

Uiteraard is een ieder zelf verantwoordelijk voor het correct en veilig plaatsen van die voorwerpen of stoffen. Eventuele schade die uit de plaatsing daarvan zou voortvloeien is voor eigen risico en rekening.

Gelet op het voorgaande

BESLUIT HET COLLEGE:

Door vaststelling van deze algemene regels vormen van uitstallingen aan te wijzen waarvoor de vergunningsplicht als bedoeld in artikel 2.1.5.1. lid 1 APV niet geldt, en de voorwaarden vast te stellen waaraan deze vormen van uitstallingen dienen te voldoen.

Algemene regels voor vergunningvrij plaatsen van uitstallingen

Aanwijzing

Hierbij wijst het college op grond van het bepaalde in artikel 2.1.5.1., lid 2 sub h APV, de plaatsing van uitstallingen binnen de voorwaarden zoals opgesteld in het basisbeleid aan als uitstallingen waarvoor de vergunningsplicht als bedoeld in artikel 2.1.5.1. lid 1 APV niet geldt. In dat geval dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    In de binnenstad, het centrumgebied en het gebied buiten de singelsi zijn twee plantenbakken langs de deuropening toegestaan, met maximale afmetingen inclusief inhoud van 0,45x0,45x1,50 m (lxbxh).

  • 2.

    In het centrumgebiedi is een winkelpresentatie (zijnde geen koopwaar) toegestaan met maximale afmetingen van 0,60x0,60x1,00 m (lxbxh).

  • 3.

    In het gebied buiten de singels zijn winkelpresentaties toegestaan met maximale afmetingen van: gevelgrens x2,00 x1,00 m (lxbxh).

  • 4.

    Enkel in het geval dat in de winkel in hoofdzaak bloemen & planten of groenten & fruit te koop worden aangeboden, zijn winkelpresentaties ook in het centrumgebied en in de binnenstad toegestaan met maximale afmetingen van gevelgrens x2,00x1,00m (lxbxh)

 

Voor alle uitstallingen gelden de volgende voorwaarden:

 

  • 5.

    Er dient een minimale vrije doorgang van 150 centimeter gewaarborgd te zijn, waarbij de trottoirband niet wordt meegerekend.

    • 5.1.

      Bijzondere regels gaan voor algemene regels: mede naar aanleiding van de herinrichting en het feit dat het hier de stads-as betreft van station naar stadscentrum is voor de Wijckerbrugstraat en Stationstraat West een minimale doorgang van 250 centimeter bepaald.

  • 6.

    Verkoop vanuit de uitstalling is niet toegestaan.

  • 7.

    Het is niet toegestaan om de straat af te dekken (ook niet in de vorm van een loper of deurmat) of reclameboodschappen op welke manier dan ook op straat te plaatsen (projecteren met licht, schoonspuiten van de straat in de vorm van een logo, etc.)

  • 8.

    Verwijzingsborden (naar eigen of andere onderneming) zijn niet toegestaan.

  • 9.

    Uitstallingen mogen enkel direct tegen de gevel binnen de eigen gevelgrenzen geplaatst worden.

  • 10.

    In straten waar een zogenaamde voorzieningenstrook aanwezig is dienen uitstallingen in deze strook geplaatst te worden. Voorzieningenstroken zijn bedoeld voor monumentale laanbeplanting, fietsenstallingen, uitstallingen, terrassen en parkeerplaatsen voor auto’s. Uitstallingen in de voorzieningenstrook mogen alleen geplaatst worden wanneer zij parkerende voertuigen niet hinderen. (Momenteel de straten Wijckerbrugstraat, Rechtstraat (aan de Maaszijde), het gedeelte van de Stationstraat tussen de Lage Barakken en de Wilhelminasingel, en de Noordzijde van de Hoenderstraat.)

  • 11.

    De voorgaande voorwaarde geldt niet voor plantenbakken. Deze mogen ook in straten waar een voorzieningenstrook aanwezig is direct aan de gevel worden geplaatst, mits de minimale doorloop zoals genoemd onder 4 en 4.1 kan worden gewaarborgd.

  • 12.

    Uitstallingen mogen alleen gedurende openingstijden van de onderneming uitgestald worden.

  • 13.

    Uitstallingen dienen zoveel mogelijk in één lijn geplaatst te worden om de hinder in de vorm van noodzakelijk zigzaggen voor trottoirs gebruikers (met name ook mindervalide) te minimaliseren.

 

 

Deze algemene regels treden in werking op 1 januari 2016.

Maastricht, 10 november 2015

Burgemeester en wethouders van Maastricht,

De secretaris,

P.J. Buijtels.

de Burgemeester,

J.M. Penn-te Strake.

afbeelding binnen de regeling