Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR385832
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR385832/1
Regeling vervallen per 29-12-2016
Verordening op de heffing en invordering van standplaatsgeld voor markten en kermissen 2016
Geldend van 01-01-2016 t/m 28-12-2016
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van standplaatsgeld voor markten en kermissen 2016Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam standplaatsgeld wordt een recht geheven:
- 1.
voor het ter beschikking stellen van een standplaats op de voorjaarsmarkt en najaarsmarkt te Burgum;
- 2.
voor het ter beschikking stellen van een standplaats op de weekmarkt te Burgum; Hurdegaryp, Gytsjerk, welke wordt gehouden op de vrijdag of zaterdag in de respectievelijke dorpen;
- 3.
voor het ter beschikking stellen van een standplaats voor een kermisattractie;
- 4.
voor het ter beschikking stellen van een standplaats op openbaarterrein;
- 5.
voor het gebruik maken van openbaar terrein naast een standplaats op particulier terrein.
Artikel 2 Belastingplicht
Het standplaatsgeld wordt geheven van de standplaatshouder aan wie het college van burgemeester en wethouders een standplaatsvergunning heeft verleend voor het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 8 van de Verordening op de warenmarkt ingeval van jaarmarkten en weekmarkten, als bedoeld in artikel 2.25 A.P.V. ingeval van kermissen en las bedoeld in artikel 5.18 APV voor het gebruik van openbaar of particulier terrein.
Artikel 3 Maatstaf van heffing
-
1. Het standplaatsgeld wordt berekend naar het aantal beschikbaar gestelde strekkende meters grond of een deel daarvan, bij meer dan meter frontlengte.
-
2. Het standplaatsgeld wordt ingeval van artikel 1, lid 3, kermisattracties, berekend naar categorie attractie. Woonwagens of woongedeelten niet meegerekend.
Artikel 4 Tarieven
De tarieven zijn opgenomen in de tarieventabel behorende bij deze verordening.
Artikel 5 Wijze van heffing
-
1. Het recht voor de jaarmarkt wordt geheven door middel van een gedagtekende nota, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.
-
2. Het recht voor de weekmarkten wordt geheven doormiddel van een gedagtekende nota, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.
-
3. Het recht voor de kermissen wordt geheven doormiddel van een gedagtekende nota, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.
-
4. Het recht voor alle overige standplaatsen wordt geheven doormiddel van een gedagtekende nota, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.
Artikel 6 Betaling
-
1. Het recht voor de jaarmarkt moet in één termijn worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de in artikel 5, lid 1 bedoelde nota op de daarin aan te geven wijze.
-
2. Het recht voor de weekmarkt moet in twee gelijke termijnen worden betaald. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van de in artikel 5, lid 2 nota en de tweede vervalt twee maanden na de dagtekening van de nota.
-
3. Het recht voor de kermissen moet in één termijn worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de in artikel 5, lid 3 bedoelde nota op de daarin aan te geven wijze.
-
4. Het recht voor de overige standplaatsen moet in een termijn worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van de in artikel 5, lid 4 bedoelde nota op de daarin aan te geven wijze.
Artikel 7 Kwijtschelding
Bij de invordering van het standplaatsgeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 8 Teruggaaf
-
1. Indien vooraf schriftelijk kenbaar wordt gemaakt dat van een standplaats op de jaarmarkt geen gebruik wordt gemaakt, kan op aanvraag van de vergunninghouder het verschuldigde marktgeld worden gerestitueerd tot een bedrag van ten hoogste 50% van het verschuldigde bedrag.
-
2. Indien in de loop van het kalenderjaar geen gebruik meer wordt gemaakt van een standplaats op de weekmarkten, kan schriftelijk ontheffing/teruggaaf worden gevraagd voor de volle maanden die in het kalenderjaar resteren. Een maand is een twaalfde deel van het nota bedrag.
Artikel 9 Nadere regels
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het standplaatsgeld.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking doch niet voor de in lid 2 genoemde datum.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
- 3.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening standplaatsgeld 2016".
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl