Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR385178
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR385178/1
Nadere regels geluidshinder geluidswagens en knalapparatuur 2016
Geldend van 05-02-2016 t/m heden
Intitulé
Nadere regels geluidshinder geluidswagens en knalapparatuur 2016NADERE REGELS GELUIDHINDER GELUIDSWAGENS EN KNALAPPARATUUR 2016
Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd
Algemene plaatselijke verordening, artikel 4:6
Burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen hebben;
Gelet op artikel 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening;
Overwegende dat:
- 1.
in artikel 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening regels zijn opgenomen met betrekking tot geluidhinder;
- 2.
het op grond van artikel 4:6 lid 5 van de Algemene plaatselijke verordening mogelijk is om nadere regels te stellen omtrent de inzet van geluidswagens en het gebruiken van knalapparatuur;
- 3.
met deze nadere regels omtrent de inzet van geluidswagens en het gebruiken van knapapparatuur uitvoering wordt gegeven aan deze bevoegdheid van het college;
Besloten vast te stellen de “Nadere regels geluidshinder geluidswagens en knalapparatuur 2016”.
Inhoudende:
Artikel 1. Nadere regels geluidswagens
-
1. Onder geluidswagen wordt verstaan: een voertuig uitgerust met luidsprekers.
-
2. Het is toegestaan een geluidswagen in te zetten indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:
- a.
De geluidswagen beweegt zich minimaal met loopsnelheid voort.
- b.
De geluidswagen beweegt zich voort met een maximale tussenstop van twee minuten per vijftig meter.
- c.
De geluidsbelasting bedraagt ten hoogste zestig dB(A) aan de bron.
- a.
Artikel 2. Nadere regels knalapparatuur
- 1.
Een knalapparaat wordt slechts ingezet voor de noodzakelijke verjaging van wild en/of gevogelte om schade aan gewassen te voorkomen dan wel te beperken.
- 2.
Een knalapparaat mag niet worden gebruikt als er beschermde vogels of ander beschermd wild zich op het perceel bevinden.
- 3.
Het verjagen (verontrusten) van vogels of wild dient overeenkomstig het bepaalde in en krachtens de Flora- en faunawet te gebeuren (informatie over de eventueel noodzakelijke ontheffingen op grond van de Flora- en faunawet kan worden verkregen bij de Faunabeheereenheid Noord-Brabant, Postbus 100, 5201 AV 's-Hertogenbosch, telefoon (073) 217 36 40).
- 4.
De knalapparatuur wordt niet gebruikt binnen:
- -
een afstand van vijftig meter van de weg;
- -
een afstand van tweehonderdvijftig meter van de bebouwde kom;
- -
een afstand van tweehonderdvijftig meter van een geluidgevoelig object van derden;
- -
een afstand van tweehonderdvijftig meter van het stiltegebied Heense Polder.
- -
- 5.
De knalapparatuur wordt niet gebruikt tussen 21.00 uur en 07.00 uur.
- 6.
De knalapparatuur wordt niet gebruikt in de periode van 1 oktober tot en met 31 maart, uitgezonderd de periode 1 december tot en met 28 februari, wat betreft het beschermen van schadegevoelige granen.
- 7.
Het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt door een knalapparaat bedraagt niet meer dan 50 dB(A) voor de periode tussen 07.00 uur en 19.00 uur en niet meer dan 45 dB(A) voor de periode tussen 19.00 uur en 21.00 uur, gemeten op de gevel van geluidgevoelige gebouwen van derden op een hoogte van anderhalve meter.
- 8.
De knalfrequentie bedraagt maximaal zes knallen per uur tussen 07.00 uur en 19.00 uur en vier knallen tussen 19.00 uur en 21.00 uur.
- 9.
Staan meerdere knalapparaten op minder dan driehonderd meter van een geluidsgevoelig object opgesteld dan geldt samen het maximum van zes respectievelijk vier knallen per uur.
- 10.
Binnen tweehonderdvijftig meter van een reeds geplaatst knalapparaat wordt geen ander knalapparaat opgesteld.
- 11.
Een knalapparaat wordt elke drie dagen tenminste vijftig meter verplaatst.
- 12.
De opgestelde apparatuur dient van de woonbebouwing af te zijn gericht.
- 13.
De knalapparatuur dient op een zodanige wijze opgesteld en gebruikt te worden, dat geluidsoverlast voor derden zoveel mogelijk wordt voorkomen.
- 14.
De knalapparatuur dient periodiek geïnspecteerd en onderhouden te worden ter voorkoming van het nodeloos in werking treden daarvan.
- 15.
Vrij opgestelde knalapparaten dient voorzien te zijn van een duidelijk leesbaar label, waarop de naam, adres, woonplaats en (mobiel) telefoonnummer van de gebruiker staan vermeld.
- 16.
Tijdens het gebruik van knalapparatuur moet desgevraagd kunnen worden aangetoond of aannemelijk worden gemaakt, dat ook minimaal één andere verjagingsmethode wordt toegepast,
- 17.
Het tijdstip van ingebruikneming van een knalapparaat en de locatie waar dit wordt opgesteld dienen tenminste twee werkdagen van te voren te worden gemeld bij de gemeente.
Artikel 3. Slotbepalingen
- 1.
De nadere regels geluidhinder knalapparatuur 2016 treden in werking op de derde dag na die waarop zij zijn bekend gemaakt onder gelijktijdige intrekking van artikel 4.2.2 van het Algemeen Uitvoeringsbesluit APV.
- 2.
De nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels geluidhinder geluidswagens en knalapparatuur 2016”.
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van
Steenbergen op 17 november 2015
De plv. secretaris, De burgemeester,
R.A.J.M. Bogers R.P. van den Belt MBA
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl