Financieringsstatuut 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Financieringsstatuut 2016

1. Inleiding

Dit statuut bevat de regels voor de uitvoering van de financieringsfunctie binnen de gemeente Best. De uitvoeringsregels zijn gebaseerd wetgeving en op de lokale kaders die zijn vastgelegd in de Financiële verordening 2015.

Er is aanleiding om het nu geldende Financieringsstatuut 2010 aan te passen, in verband met de invoering van het Schatkistbankieren en wijzigingen in de interne organisatie waardoor rollen en bevoegdheden moeten worden gewijzigd. Daarnaast bevat dit financieringsstatuut voorstellen om de informatievoorziening efficiënter en doelmatiger te laten verlopen.

Voor een deel zijn regels al in wetgeving opgenomen en ligt opname van een regel in het financieringstatuut niet voor de hand. Om een goede, logische opbouw van het financieringsstatuut mogelijk te maken, is er in af en toe voor gekozen om hogere wetgeving toch op te nemen. Dit komt de bruikbaarheid en de leesbaarheid ten goede en maakt het eenvoudiger om verbanden tussen de artikelen te leggen.

2. Definitie financieringsbeleid

Financieringsbeleid in het kader van deze notitie kan als volgt worden gedefinieerd:

Financieringsbeleid is het beleid wat zich richt op het sturen van, het toezicht houden op, het beheersen van (zowel qua volume als qua risico’s) en het verantwoorden van de in de gemeente aanwezige geldstromen, vermogenswaarden en overige posities.

3.1 Toelichting wet en regelgeving - landelijk

In diverse wet- en regelgeving zijn regels opgenomen waarmee rekening gehouden moet worden bij de uitvoering van de financieringsfunctie. De belangrijkste elementen uit de landelijke wet en regelgeving treft u hieronder aan:

Gemeentewet:

In hoofdlijnen worden in deze wet de bevoegdheden van de gemeenteraad en van het college van B&W geregeld. Daarnaast wordt in artikel 212 van deze wet aangegeven dat gemeenten verplicht zijn om een financiële verordening te hebben. Artikel 186 regelt verder dat een financieringsparagraaf moet worden opgenomen in de begroting en in het jaarverslag.

Besluit begroting en verantwoording:

Deze wet regelt de inrichting van de gemeentelijke financiële huishouding in relatie tot financieringsbeleid. In artikel 9 wordt voorgeschreven dat gemeenten een financieringsparagraaf moeten opnemen in de begroting en in het jaarverslag. Daarnaast zijn bepalingen in artikel 52c opgenomen over de rapportage over de benutting van het drempelbedrag wat buiten de schatkist gehouden mag worden.

Wet Fido en onderliggende ministeriële regelingen:

Deze wet bevat op hoofdlijnen de regels die in acht moeten worden genomen bij het uitvoeren van financieringsbeleid. Verder wordt in deze wet aangegeven op welke wijze aan de toezichthouder moet worden verantwoord.

Ook moet rekening gehouden worden met de onderliggende regelingen: de Regeling uitzettingen derivaten decentrale overheden (Ruddo, bevat de regels voor uitzettingen voor zover deze niet in de schatkist worden aangehouden), en het verstrekken van geldleningen/garanties, de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (bevat uitvoeringsinformatie voor de kasgeldlimiet en renterisiconorm) en de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden (Skb), regelgeving ter beheersing van de overheidsschuld en ter beheersing van het kredietrisico van gemeenten.

Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof):

Deze wetgeving is bedoeld ter beheersing van het EMU-saldo en de EMU-schuld. De wet regelt de plicht van decentrale overheden om bij te dragen aan beperking van het EMU-saldo en de EMU-schuld, door middel van beheersing van de uitgaven (teneinde een houdbare budgettaire situatie te behouden voor de Nederlandse overheid als geheel). Aanvullende lokale regels in het kader van de Wet hof, zijn niet nodig.

Europese regelgeving betreffende staatssteun:

Deze wetgeving heeft een relatie met het verstrekken van leningen of garanties vanwege de publieke taak. Deze regelgeving met als hoofddoel beperking van oneerlijke concurrentie tussen lidstaten, is zeer complex. Bij het verstrekken van leningen of garanties in het kader van de publieke taak wordt getoetst aan deze regelgeving. Advies hierover kan worden ingewonnen via het gratis adviesorgaan “Kenniscentrum Europa Decentraal”.

Wet markt en overheid:

Deze wetgeving heeft een relatie met het verstrekken van leningen of garanties vanwege de publieke taak. De belangrijkste elementen uit deze wetgeving zijn dat de integrale kostprijs moet worden doorberekend voor economische activiteiten en dat overheden eigen bedrijven niet mogen bevoordelen ten opzichte van concurrerende bedrijven. Op de uitvoering van deze wet wordt toezicht gehouden door de Nederlandse Mededingingsautoriteit. In het kader van het publiek belang, kan de gemeenteraad besluiten om de doorbelasting van de integrale kostprijs achterwege te laten.

3.2 Toelichting wet en regelgeving - lokaal

In de Financiële verordening 2015, die is vastgesteld door de gemeenteraad op 30 maart 2015, zijn kaders gesteld voor de uitvoering van het financieringsbeleid. Deze kaders hebben vooral betrekking op de inhoud van de uitvoeringsregels en de rapportagemomenten. In dit financieringsstatuut is rekening gehouden met de uitgangspunten van de Financiële verordening.

Daarnaast zijn in de collegevergadering van 10 november 2015 regels vastgesteld voor het omgaan met gemeentegaranties. Met dit nieuw beleid is rekening gehouden in artikel 19 van het Financieringsstatuut 2015. De regels voor het verstrekken van gemeentegaranties treft u aan in bijlage BL15-15875.

4. Financieringsstatuut 2016

 

Artikel 1. Begrippenkader:

In dit statuut wordt verstaan onder:

de schatkist van het Rijk: spaarrekening bij het rijk waarop tegoeden bij het Rijk worden aangehouden.

Comptabele: functionaris die verantwoordelijk is voor de controle op het betalingsverkeer en het verzenden van betalingen (2e autorisatie).

Daggeld: lening van derde om kortdurende financieringstekorten mee af te

dekken (rentetypische looptijd < 1 jaar).

Deposito (bij decentrale overheden): instrument om tegen een vaste rentevergoeding financieringsoverschotten te parkeren bij het Rijk (rentetypische looptijd < 1 jaar).

EMU-saldo: rapportage aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waarbij

volgens een afgesproken standaard gerapporteerd wordt over de

kasstromen van de gemeente. Het resultaat van de opgaven van alle

decentrale overheden en van het Rijk leiden tot het Nederlands EMU-saldo. EMU staat voor Europese Monetaire Unie.

Financieringsbehoefte: de hoeveelheid geld die op een bepaald moment nodig is.

Financieringsbeleid: alle keuzes die samenhangen met het voldoen aan de financieringsbehoefte en financieringsoverschotten.

Financieringsfunctie: omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen

van en het toezicht houden op alle geldstromen en vermogens-waarden, inclusief de beheersing van de hieraan verbonden risico’s.

Financieringsparagraaf (begroting): wettelijk verplichte paragraaf in de P en C cyclus waarin wordt

ingegaan op trends, ontwikkelingen en op te maken beleidskeuzes in

het kader van financiering.

Financieringsparagraaf (rekening): wettelijk verplichte paragraaf in de P en C cyclus waarin

verantwoording wordt afgelegd aan de gemeenteraad over

gemaakte beleidskeuzes in het kader van financiering.

Geldstromenprognose: overzicht waarin alle geldstromen die in de gemeente omgaan,

gerangschikt zijn in de tijd. Op deze wijze kan de toekomstige

financieringsbehoefte worden voorspeld en kan daarop

financieringsbeleid worden toegepast.

Gemeentegarantie: instrument waarbij de gemeente aan de geldverstrekker toezegd om betalingsverplichtingen over te nemen in het geval dat de partij die de lening sluit niet meer aan de betalingsverplichtingen kan voldoen. Zo mogelijk worden zekerheden van de geldnemer geëist om dit risico te verkleinen (zoals bijvoorbeeld vestiging van het recht van hypotheek).

Interne controle: administratieve beheersingsmaatregelen tijdens het proces ter borging van de rechtmatigheid.

Kasgeldlimiet: begrenzing voor de korte schuld die toegestaan is gebaseerd op het

begrotingstotaal. Structurele overschrijding van de limiet verplicht

de gemeente om kortlopende schulden te consolideren (om te

zetten in lange schuld). Doelstelling hiervan is om renterisico’s op de

korte schuld te beheersen.

Kassier: functionaris die verantwoordelijk is voor het invoeren van betaal-

opdrachten, de controle daarvan en het doorgeleiden van de

betaalopdracht naar de comptabele.

Koersrisico: het risico van waardedaling van financieringsproducten of verlies van

opbrengsten over de financieringsproducten door daling van de

onderliggende waarden.

Kredietrisico: het risico van waardedaling op een verstrekte lening vanwege een

onvoldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij.

Kredietwaardigheid: de mate waarin een tegenpartij in staat is om aan toekomstige

betalingsverplichtingen te voldoen.

Liquiditeitsrisico: de risico’s van mogelijke wijzigingen in de geldstromenprognose waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.

P&C cyclus: samenhang van instrumenten waarmee de doelstellingen zowel beleidsmatig als financieel kunnen worden gepland,

uitgevoerd en verantwoord. Er zijn 2 soorten instrumenten,

planningsinstrumenten (de begroting en de kaderbrief) en

verantwoordingsinstrumenten (de tussentijdse rapportages en de

jaarrekening.

Projectfinanciering: een afzonderlijke geldlening ter financiering van een bepaald project.

Prudent karakter: de wijze waarop de gemeente met geld en vermogensbestanddelen

omgaat, moet gericht zijn op de uitvoering van de publieke taak. Als

uitvloeisel hiervan is bankieren niet toegestaan.

Publieke taak: alle zaken waarvoor in de begroting budgetten zijn opgenomen of

worden toegekend. De gemeenteraad bepaalt de publieke taak.

Raamovereenkomst: overeenkomst waarbij vooraf kredietafspraken met de financiële

tegenpartij zijn gemaakt (automatisch tarief voor financierings-

tekorten).

Rekening courant: bankrekening voor de administratie van het betalingsverkeer.

Rentecompensatiecircuit: door zowel de kredietfaciliteiten als het betalingsverkeer te bundelen

binnen een financiële instelling, worden rentebaten en rentelasten

met elkaar verrekend.

Renterisico: het gevaar dat veranderingen in de rente gevolgen heeft voor te

behalen financiële resultaten.

Renterisiconorm: limiet voor de lange schuld, gebaseerd op het begrotingstotaal.

Bedoeld als instrument om het renterisico op lange schulden te

beheersen, door middel van spreiding van

toekomstige renteherzieningsmomenten.

Rentetypische looptijd: de looptijd van een renteafspraak voor een financieel product ook

wel aangeduid als rentevastperiode.

Rentevisie: voorspelling van de renteontwikkeling in de toekomst.

Totaalfinanciering: alle geldstromen worden verzameld in een geldstromenprognose. Op

basis daarvan worden financieringsmiddelen aangetrokken.

Treasurer: verantwoordelijk voor voorbereiding, coördinatie en de uitvoering

van werkzaamheden in het kader van financieringsbeleid.

Valutarisico: het risico dat koersschommelingen van valuta tot nadelige

resultaten leidt.

Artikel 2. Doelstellingen van het financieringsbeleid

Bij de uitvoering van financieringsbeleid gelden de volgende doelstellingen:

  • a.

    het voorzien in de financieringsbehoefte van de gemeente;

  • b.

    het verkrijgen van duurzame toegang tot de financiële markten;

  • c.

    het beschermen van gemeentelijk vermogen tegen risico’s;

  • d.

    het minimaliseren van kosten bij het beheren van geldstromen en vermogensposities;

  • e.

    het maximaliseren van opbrengsten bij het beheren van geldstromen en vermogensposities;

  • f.

    het op basis van de publieke taak financieel ondersteunen van derden.

RISICOBEHEERSING

  •  

Artikel 3. Algemeen risicobeheer

De volgende uitgangspunten gelden voor het risicobeheer:

a. het uitzetten van middelen uit hoofde van de financieringsfunctie mag niet gericht zijn op het verkrijgen van inkomen door het lopen van risico. De uitgangspunten van dit financieringsstatuut waarborgen dit;

b. er worden geen derivaten gebruikt;

c. bij het risicobeheer wordt getoetst aan het renterisico (artikel 4), het koersrisico (artikel 5), het kredietrisico (artikel 6), het liquiditeitsrisico (artikel 7), het valutarisico (artikel 8) en de richtlijnen voor de interne controle en verantwoordelijkheden (artikel 14 en 15);

d. de financieringsfunctie is centraal ingericht om geldstromen optimaal op elkaar af te stemmen. Uitgegaan wordt van totaalfinanciering.

Artikel 4. Renterisicobeheer

Naast de wettelijke kaders zoals vastgelegd in de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, gelden de volgende uitgangspunten voor het renterisicobeheer:

  • a.

    leningen en uitzettingen binnen de schatkist van het Rijk worden afgestemd op de geldstromenprognose;

  • b.

    de rentetypische looptijd van leningen en uitzettingen binnen de schatkist worden afgestemd op de liquiditeitenplanning

  • c.

    bij leningen en uitzettingen wordt getoetst aan de actuele rentestanden en de actuele rentevisie;

  • d.

    de rentevisie maakt onderdeel uit van de financieringsparagraaf van de begroting en de jaarrekening;

  • e.

    binnen de kaders van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm wordt gestreefd naar spreiding van de rentetypische looptijden van financieringsproducten.

Artikel 5. Koersrisicobeheer

De volgende uitgangspunten gelden voor het koersrisicobeheer:

  • a.

    uitzettingen vinden uitsluitend plaats binnen de schatkist van het Rijk, overeenkomstig de bepalingen in de wet Fido;

  • b.

    uitzettingen worden afgestemd op de actuele geldstromenprognose;

  • c.

    uitsluitend de volgende producten zijn toegestaan voor het uitzetten en aantrekken van financiële middelen: de raamovereenkomst, de rekeningcourantverhouding met de financiële instelling, geldleningen en deposito’s / daggeld.

Artikel 6. Kredietrisicobeheer

De volgende uitgangspunten gelden voor het kredietrisicobeheer:

  • a.

    bij uitzettingen in het kader van de publieke taak worden zo mogelijk zekerheden of garanties geëist;

  • b.

    uitzettingen vinden uitsluitend plaats in het kader van de publieke taak of in het kader van de bedrijfsvoering in de schatkist of bij (decentrale) overheden;

Artikel 7. Liquiditeitsrisicobeheer

De volgende uitgangspunten gelden voor het liquiditeitsrisicobeheer:

  • a.

    risico’s op geldstromen worden beperkt door leningen aan te trekken en uit te zetten op basis van een actuele, meerjarige geldstromenprognose (liquiditeitenplanning) met een looptijd van minimaal 4 jaar;

  • b.

    de geldstromenprognose wordt minimaal jaarlijks opgesteld;

  • c.

    elk besluit om een geldlening aan te trekken of uit te zetten is gebaseerd op een actuele geldstromenprognose.

Artikel 8. Valutarisicobeheer

Overeenkomstig wet en regelgeving wordt uitsluitend financieringsbeleid uitgevoerd met de valuta euro (€).

FINANCIERING

 

Artikel 9. Aantrekken van langlopende leningen (rentetypische looptijd >= 1 jaar)

De volgende uitgangspunten worden gehanteerd bij het aantrekken van langlopende geldleningen:

  • a.

    leningen worden uitsluitend aangetrokken ter financiering van de publieke taak

  • b.

    leningen worden uitsluitend aangetrokken wanneer geen eigen financieringsmiddelen meer voorhanden zijn;

  • c.

    alvorens een langlopende geldlening wordt aangetrokken, worden bij (minimaal) 3 instellingen schriftelijk offertes opgevraagd;

  • d.

    de langlopende geldlening als bedoeld onder lid c. wordt gegund aan de instelling die de laagste kosten in rekening brengt;

  • e.

    getoetst wordt aan de wettelijke renterisiconorm alvorens een lening wordt aangetrokken.

Artikel 10. Aantrekken van kortlopende leningen (rentetypische looptijd < 1 jaar)

De volgende uitgangspunten worden gehanteerd bij het aantrekken van kortlopende geldleningen:

  • a.

    kortlopende financieringstekorten worden primair verrekend binnen de raamovereenkomst met de financiële instelling;

  • b.

    voor een tekort binnen de raamovereenkomst gelden de richtlijnen van de wettelijke kasgeldlimiet;

  • c.

    als kostenbesparing mogelijk is, kan gekozen worden om kasgeld aan te trekken buiten de raamovereenkomst.

Artikel 11. Verstrekken van leningen

Verstrekken van leningen vindt plaats aan de schatkist van het Rijk of aan medeoverheden, met uitzondering van leningen waarover de gemeenteraad in de Financiële verordening een uitzondering heeft gemaakt in het kader van de publieke taak.

Artikel 12. Relatiebeheer met financiële instellingen

Realisatie van gunstige en marktconforme voorwaarden voor af te nemen financiële diensten. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    de kredietwaardigheid van de financiële relatie waarmee een rekeningcourantverhouding wordt aangegaan moet minimaal AA zijn, overeenkomstig de uitgangspunten van de wet Fido.

  • b.

    financiële relaties moeten onder toezicht van de Nederlandse Bank en de Autoriteit Financiële Markten vallen, respectievelijk onder het toezicht van de Europese Economische Ruimte.

  • c.

    Tussenpersonen moeten geregistreerd staan bij de Autoriteit Financiële Markten en daarvan een vergunning als makelaar hebben ontvangen.

GELDSTROMENBEHEER

 

Artikel 13. Beheersing kosten van geldstromen

Om de kosten van geldstromen te minimaliseren wordt:

  • a.

    het gebruik van liquide middelen wordt beperkt door geldstromen op elkaar en op de geldstromenprognose af te stemmen en te concentreren binnen één rentecompensatiecircuit;

  • b.

    er op toegezien dat geplande verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

  • c.

    het betalingsverkeer zoveel mogelijk uitgevoerd door één financieringsinstelling.

ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN INTERNE CONTROLE

 

Artikel 14. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

Bij de uitvoering van financieringsbeleid gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn helder en transparant schriftelijk vastgelegd (zie artikel 15 en 16)

  • b.

    de administratieve organisatie waarborgt dat

  • - de uitvoering rechtmatig, efficiënt en effectief is;

  • - de financieringsactiviteiten overeenkomstig de geldende regelgeving kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;

  • - informatie tijdig, volledig en juist wordt aangeleverd.

c. rechtmatigheid wordt als volgt geborgd:

- elke financiële transactie wordt minimaal door 2 verschillende functionarissen /

organisatieonderdelen  geautoriseerd;

- de afweging voor een financieringsbeslissing, de uitvoering van de daarvoor benodigde

administratieve handelingen, de interne controle en de verwerking in de financiële administratie

vindt plaats door verschillende functionarissen / organisatieonderdelen;

- tegenpartijen verstrekken een schriftelijke aanbieding bij het aantrekken van gelden t.a.v. de

Financiële Administratie. De aanbieding bevat minimaal de hoofdsom, de looptijd en de

rentevergoeding die van toepassing is. De bevestiging wordt verwerkt in de administratie zonder

tussenkomst van functionarissen die bevoegd zijn tot het aangaan, uitvoeren of controleren van

  desbetreffende transactie.

-de treasurer en een financieel adviseur controleren direct na vastlegging in de administratie

  transacties vanwege het aantrekken van gelden op juistheid;

-geldstromen worden centraal geadministreerd en beheerst. Uitgangspunt is totaalfinanciering,

 

Artikel 15. Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden met betrekking tot het financieringsbeleid zijn als volgt:

Onderdeel / functie

Verantwoordelijkheden

Gemeenteraad

het stellen van kaders via de financiële verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet;het bepalen van de publieke taakhet bijstellen van het financieringsbeleid via de financieringsparagraaf in de begroting;het achteraf toetsen van de rechtmatigheid en de doelmatigheid van het financieringsbeleid aan de hand van de Financiële verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet en de financieringsparagraaf.

College van B & W

het vaststellen van de voorschriften voor de uitvoering van het financieringsbeleid via het Financieringsstatuut;het uitvoeren van financieringsbeleid;het toekennen van bevoegdheden in het kader de uitvoering van het financieringsbeleid;het beheersen van risico’s;bewaken van de uitvoering van het financieringsbeleid op basis van rapportages;het rapporteren aan de gemeenteraad over het financieringsbeleid, onder andere via de p & c cyclus.

Portefeuillehouder Financiën

het doen van voorstellen voor de aanpassing van financieringsbeleid;is aanspreekpunt van de raad voor de uitvoering van de financieringsfunctie.

Directie / MT

het adviseren en ondersteunen van het college bij de uitvoering van het financieringsbeleid;het voorbereiden, vastleggen en uitvoeren van de uitgangspunten voor de administratieve organisatie en de interne controle.

Afdelingsmanagers

het zorgdragen voor tijdige, juiste en volledige informatievoorziening over toekomstige geldstromen en vermogensposities aan de treasurer;het zorgdragen voor het beheer, de afdracht van en de verantwoording van kasgelden die onder zijn/haar afdeling vallen.

Afdelingsmanager Financiën

het bewaken van de planning van het financieringsbeleid;het bewaken van de kwaliteit van het financieringsbeleid;het schriftelijk opzetten en onderhouden van de administratieve processen en de interne controle op het gebied van financieringsbeleid.

 

 

 

 

Onderdeel / functie

Verantwoordelijkheden

Afdeling Financiën – treasurer

het coördineren van alle activiteiten die samenhangen met het financieringsbeleid op basis van de uitvoeringsregels van dit financieringsstatuut;het voorbereiden en uitvoeren van besluiten in het kader van financiering;het adviseren over toekomstig financieringsbeleid;het rapporteren over het uitgevoerde financieringsbeleid;het coördineren van uitzettingen binnen de schatkist van het Rijk.het afleggen van verantwoording over de procesgang aan het MT, de afdelingsmanager Financiën, de controller en het college;het onderhouden van contacten met financiële instellingen;het zorgdragen voor de informatievoorziening betreffende (de uitvoering van) het financieringsbeleid aan de organisatie en aan derden.

Afdeling Financiën – Financiële administratie

het tijdig en juist uitvoeren van het betalingsverkeer;het juist, volledig en tijdig registreren van de bezittingen, de schulden, de rechten, de verplichtingen, de werkelijke uitgaven en inkomsten en betalingen in de financiële administratie.het registreren en vastleggen van de transactiebevestigingen van financiële instellingen in de financiële administratie;het verstrekken van informatie vanuit de administratie aan belanghebbenden in de organisatie;het uitvoeren van de administratie ten behoeve van de schatkist van het Rijk.

Afdeling Intern Advies – Kwaliteit en Control

het uitvoeren van de Verbijzonderde Interne Controle (VIC) op het financieringsbeleid alsmede het rapporteren hierover aan het college.

Afdeling Financiën – Kassier

het invoeren van betaalopdrachten in het financieel systeem;het controleren van betaalopdrachten in het financieel systeem;het doorgeleiden van betaalopdrachten naar de comptabele (1e autorisatie).

Afdeling Financiën – Comptabele

het controleren betaalopdrachten in het financieel systeem op rechtmatigheid en juistheid;het fiatteren van betaalopdrachten ter betaling (2e autorisatie).

 

 

 

 

Artikel 16. Bevoegdheden

Hieronder staan de (gezamenlijke) bevoegdheden aangegeven met betrekking tot de uitvoering van financieringsbeleid:

Onderwerp

Bevoegd functionaris (advies/uitvoering - 1e autorisatie)

Bevoegd functionaris / onderdeel (controle/goedkeuring - 2e autorisatie)

Betalingsverkeer

 

 

1. Uitvoering betalingsverkeer: invoeren opdrachten, controleren en verzenden betaalopdrachten

kassier (invoeren en controleren)

comptabele (controleren en verzenden)

Relatiebeheer financiële instellingen

 

 

2. Openen bankrekening (besluit tot)

treasurer

college van B&W

3. Openen bankrekening (administratief)

kassier

comptabele

4. Afspreken van condities en tarieven (rekening courant)

kassier

comptabele

Financiering en uitzetting

 

 

5.Afspreken van kredietfaciliteiten

treasurer

college van B&W

6. Aangaan van een financiering met een looptijd van < 1 jaar en van maximaal € 5.000.000

treasurer

college van B&W

7. Aangaan van een financiering met derden

treasurer

college van B&W

8. Verstrekken van een uitzetting in ’s-Rijks-schatkist van < 1 jaar en van maximaal € 5.000.000

treasurer

afdelingsmanager Financiën*

9. Verstrekken van een uitzetting in ’s-Rijks-schatkist >=1 jaar

treasurer

college van B&W

10. Verstrekken van een uitzetting bij een overheidsinstelling

treasurer

college van B&W

11. Vaststellen maximaal financieringstekort op de rekeningcourant via een raamovereenkomst

treasurer

college van B&W

12. Aangaan van gemeentegaranties uit hoofde van de publieke taak

college van B&W

gemeenteraad

* Bij het toepassen van deze bevoegdheid wordt de portefeuillehouder Financiën geinformeerd.

 

Onderwerp 

Bevoegd functionaris (advies/uitvoering - 1e autorisatie)

Bevoegd functionaris / onderdeel controle/goedkeuring - 2e autorisatie)

Kasbeheer

 

 

13. Het administratief beheren en verantwoorden van de kasgelden die onder het beheer van de afdeling vallen (per 1-1-2016 zijn van toepassing voor de afdeling Gemeentewinkel de centrale kas en voor de afdeling Beheer de kasgelden van de automaten in de sporthal en de kas van het zwembad)

aangewezen functionaris

afdelingsmanager

Algemeen

 

 

14. Aanpassingen bevoegdheden / invoering nieuw financieringsbeleid

treasurer

college van B&W

 

Artikel 17 Specifieke mandaatbesluiten

Voor de volgende rollen in relatie tot financiering en het betalingsverkeer is een afzonderlijk mandaatbesluit van het college noodzakelijk:

a. benoeming van functionarissen in de rol van kassier, comptabele en treasurer;

b. benoemingen van functionarissen / afdelingsmanagers die verantwoordelijk zijn voor het beheer van kasgelden;

Artikel 18. Informatieverstrekking en rapportages

Om financieringsbeleid te kunnen uitvoeren en om hierover verantwoording af te leggen, worden de volgende afspraken vastgelegd:

Informatie

Frequentie

Verstrekker van informatie

Ontvanger van informatie

1. Beheer geldstromen (actualisatie in module treasury)

doorlopend

afdelingsmanagers

treasurer

2. Financieringsparagraaf

2x per jaar

treasurer

college van B&W en gemeenteraad

3. Rapportage voortgang financieringsbeleid

2x per jaar

treasurer

college van B&W en gemeenteraad

4. Rapportage EMU-saldo

2x per jaar

treasurer

college van B&W en gemeenteraad

5. Voorstel onderbouwing financiering en uitzetting (als een bevoegdheid vanwege onderdeel 6, 7, 9, 10 of 11. Van toepassing is)

afhankelijk van behoefte

treasurer

college van B&W

6. Verbijzonderde Interne Controle (VIC) op het financieringsbeleid

Een keer per 4 jaar

IA – K&C

college van B&W

 

Artikel 19. Garanties en geldleningen in het kader van de publieke taak

  • a.

    bij de verstrekking van gemeentegaranties in het kader van de publieke taak, gelden de regels zoals opgenomen in bijlage BL15-15875;

  • b.

    er worden geen geldleningen verstrekt, behoudens de uitzonderingen die vastgesteld zijn in de Financiële verordening ex artikel 212.

Artikel 20. Inwerkingtreding

Het Financieringsstatuut 2016 treedt in werking op  1 januari 2016 en zal worden aangehaald als Financieringsstatuut 2016.

 

memorie van toelichting