Regeling vervallen per 01-01-2022

Mandaatbesluit Handhaving Wet lokaal spoor

Geldend van 01-12-2015 t/m 31-12-2021

Intitulé

Mandaatbesluit Handhaving Wet lokaal spoor

Het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam,

overwegende dat,

  • -

    het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam ( het dagelijks bestuur) per 1 december 2015 op grond van artikel 4, tweede lid, van de Wet lokaal spoor, dient zorg te dragen voor de aanleg en het beheer van de lokale spoorweginfrastructuur, voor zover die is gelegen in het gebied van de stadsregio Amsterdam;

  • -

    daarmee de integrale bestuurlijke eindverantwoordelijkheid voor zowel het regionale verkeer- en vervoerbeleid als voor de veiligheid op de lokale spoorweginfrastructuur in het gebied van de stadsregio Amsterdam bij het dagelijks bestuur komt te liggen;

  • -

    het dagelijks bestuur op 17 september 2015 heeft besloten om de bevoegdheden uit de Wet lokaal spoor inzake vergunningverlening en het beheer van de lokale spoorweg te delegeren aan het college van b. en w. van de gemeente Amsterdam (Delegatiebesluit Wet lokaal spoor);

  • -

    het dagelijks bestuur op grond van artikel 43 van de Wet lokaal spoor bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen ten behoeve van naleving van de verplichtingen zoals gesteld bij of krachtens de Wet lokaal spoor; de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat het bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op leggen, in plaats daarvan een last onder dwangsom kan opleggen;

  • -

    het dagelijks bestuur op grond van artikel 44, eerste lid, van de Wet lokaal spoor een bestuurlijke boete kan opleggen voor overtreding van de voorschriften zoals gesteld bij of krachtens de in artikel 44, eerste lid, genoemde bepalingen uit de Wet lokaal spoor;

  • -

    de Wet lokaal spoor geen grondslag biedt voor delegatie van de handhavingsbevoegdheden uit artikel 43 en 44, eerste lid; mandatering van deze bevoegdheden is wel toegestaan op grond van afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht onder meer bepaalt dat bij mandatering de mandaatgever verantwoordelijk blijft voor de in mandaat genomen besluiten, de mandaatgever de gemandateerde bevoegdheid kan blijven uitoefenen en te allen tijde de mandaatverlening kan intrekken, bij mandatering een aantal vereisten omtrent functiescheiding geldt, en dat bij mandatering aan een niet-ondergeschikte de instemming van de gemandateerde vereist is;

  • -

    het college van b. en w. van de gemeente Amsterdam (het college) via het Delegatiebesluit Wet lokaal spoor over een aantal bevoegdheden uit de Wet lokaal spoor beschikt maar niet beschikt over het bestuursrechtelijk handhavingsinstrumentarium uit de Wet lokaal spoor ter handhaving van verplichtingen die met deze bevoegdheden samenhangen;

  • -

    het dagelijks bestuur van mening is dat het college bij de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden dient te beschikken over het bestuursrechtelijk handhavingsinstrumentarium uit de Wet lokaal spoor ter handhaving van verplichtingen die met deze bevoegdheden samenhangen;

  • -

    gelet hierop het dagelijks bestuur op 8 oktober 2015 het voornemen heeft uitgesproken om de bestuursrechtelijke handhavingsbevoegdheden uit de Wet lokaal spoor te mandateren aan het college;

  • -

    het dagelijks bestuur op 8 oktober 2015 tevens het voornemen heeft uitgesproken zijn verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden door het college te willen borgen door het stellen van beleidsregels; hieraan dient het college zich bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden te houden;

  • -

    het dagelijks bestuur bij brief van 2 november 2015 het college heeft gevraagd om in te stemmen met het voorgenomen mandaatbesluit en de voorgenomen beleidsregels;

  • -

    het college bij besluit van 17 november 2015 met het voorgenomen mandaatbesluit en de voorgenomen beleidsregels heeft ingestemd;

gelet op artikel 43 en 44, eerste  lid, van de Wet lokaal spoor,

gelet op  artikel 4:81 en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht,

BESLUIT:

  • 1.

    de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 43 van de Wet lokaal spoor - uitsluitend ter handhaving van verplichtingen zoals gesteld bij of krachtens de in de bijlage aangeduide bepalingen uit de Wet lokaal spoor - te mandateren aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam; deze bijlage maakt integraal onderdeel uit van dit Mandaatbesluit;

  • 2.

    de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de Wet lokaal spoor - uitsluitend bij overtreding van voorschriften zoals gesteld bij of krachtens de in de bijlage aangeduide bepalingen uit de Wet lokaal spoor - te mandateren aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

  • 3.

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam op te dragen bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden onder 1 en 2 te handelen overeenkomstig de door het dagelijks bestuur vastgestelde “Beleidsregels ter zake van gemandateerde  handhavingsbevoegdheden Wet lokaal spoor Stadsregio Amsterdam”;

  • 4.

    te bepalen dat dit besluit wordt aangehaald als het “Mandaatbesluit Handhaving Wet lokaal spoor Stadsregio Amsterdam” en, na bekendmaking, in werking treedt op 1 december 2015 en geldt voor de duur van vier jaar, tot 1 december 2019;

  • 5.

    te bepalen dat het dagelijks bestuur tenminste een jaar voor afloop van deze periode van vier jaar een besluit neemt over al dan niet verlengen van onderhavig Mandaatbesluit.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam op 19 november 2015,

Ondertekening

drs. A. Joustra
secretaris
mr. E.E. van der Laan
voorzitter

Bijlage Overzicht mandatering handhavingsbevoegdheden Wet Lokaal Spoor Stadsregio Amsterdam

Wls artikel

Overtreding

Overtreding door

Constatering door

Last onder bestuursdwang en dwangsom?

Bestuurlijke boete

Strafrechtelijke handhaving?

Handhaving door

Toelichting

8

Niet gedogen van noodzakelijk beheer

Derden

Beheerder

Ja

Nee

Nee

Gemeente

Het ligt voor de hand dat de beheerder hier handhavend optreedt

9 lid 1

In dienst stellen spoorweginfrastructuur zonder vergunning

Vervoerder, beheerder

College

Ja

Ja

Nee

Gemeente

De bevoegdheid om vergunning te verlenen is gedelegeerd aan het college. Het college moet toezicht houden op de door hem aangewezen beheerder. Het kan ook zijn dat de vervoerder gaat rijden zonder toestemming van de beheerder

9 lid 7

Handelen in strijd met voorschriften en beperkingen die in de vergunning zijn gesteld

Vervoerder, beheerder

ILT, beheerder

Ja

Ja

Nee

Gemeente

Zowel de vervoerder als de beheerder kunnen de overtreding begaan. De constatering zal door ILT of bij overtreding door de vervoerder door de beheerder worden gedaan

10 lid 1

In dienst stellen aanmerkelijke verbetering, vernieuwing of wijziging

a. Zonder informatiedossier aan bevoegd gezag en

b. Zonder een krachtens lid 3 geëiste vergunning

Vervoerder, beheerder

College

Ja

Ja

Nee

Gemeente

De bevoegdheid om vergunning te verlenen is gedelegeerd aan het college. Het college moet toezicht houden op de door hem aangewezen beheerder. Het kan ook zijn dat de vervoerder gaat rijden zonder toestemming van de beheerder

12 lid 1

Werkzaamheden rond het spoor zonder vergunning (als die vereist is gezien lid 4 en 8)

Derden

Beheerder

Ja

Ja

Nee

Gemeente

De bevoegdheid om vergunning te verlenen is gedelegeerd aan het college

14 lid 1

Onvoldoende inrichting en uitrusting stations, perrons c.a. t.b.v. toegankelijkheid voor "reizigers met een functiebeperking"

Wegbeheerder, beheerder

College, burger

Ja

Ja

Nee

Gemeente

Een burger zou hierover kunnen klagen. De gemeente is wegbeheerder, de bevoegdheid voor vergunningverlening voor indienststelling van lokale spoorweginfra is gedelegeerd aan het college. De perrons vallen onder de lokale spoorweginfra, de stations niet. ILT toetst in de verklaring tbv vergunning ook op art. 14 Wls

15, lid 1, sub a

Ingrijpen in bediening of werking installaties

Derden

Vervoerder, beheerder

Ja

Nee

Ja

Gemeente

Derden zullen de overtreding begaan, b.v. koperdiefstal. De constatering wordt gedaan door GVB CCV of de beheerder/GVB RS. Zij zullen de politie inschakelen. Als bestuursdwang nodig is, ligt het voor de hand dat Amsterdam dat doet

15, lid 1, sub b

Verwijderen, beschadigen of wijzigen lokale spoorweginfrastructuur

Derden

Vervoerder, beheerder

Ja

Nee

Ja

Gemeente

15, lid 1, sub c

Zich bevinden op of langs voor personen afgesloten spoorweg of daar dieren laten lopen

Derden

Vervoerder, beheerder

Ja

Nee

Ja

Gemeente

15, lid 1, sub d

Hinderen of belemmeren beheer of verkeer over lokale spoorweg

Derden

Vervoerder, beheerder

Ja

Nee

Nee

Gemeente

20 lid 1

Beheerder zorgt er niet voor dat spoorweginfrastructuur blijft voldoen aan art. 5 en 6

Beheerder

ILT, vervoerder

Ja

Nee

Nee

Gemeente

De constatering wordt waarschijnlijk gedaan door ILT. Ook is mogelijk dat de vervoerder zich bij SRA beklaagt. Die zal ILT een onderzoek laten doen. ILT zal een waarschuwing geven. De bevoegdheid om de beheerder aan te wijzen is gedelegeerd aan het college. Het college moet als opdrachtgever van de beheerder handhaven als de beheerder zijn verplichtingen niet nakomt

20 lid 2

Beheerder doet niet onmiddellijk melding van ernstige incidenten

Beheerder

ILT, vervoerder

Ja

Nee

Nee

Gemeente

Zie 20.1

20 lid 3

Beheerder stemt beheer niet of onvoldoende af met aangrenzende (weg- of spoorweg)beheerders

Beheerder

Aangrenzende beheerders

Ja

Nee

Nee

Gemeente

De klacht komt waarschijnlijk bij SRA. Het college moet als opdrachtgever van de beheerder handhaven als de beheerder zijn verplichtingen niet nakomt

21 lid 1

Beheerder stelt geen jaarlijks beheerplan op

Beheerder

College, SRA

Ja

Nee

Nee

Gemeente

Bevoegdheid gedelegeerd aan college. Het college moet als opdrachtgever van de beheerder handhaven als de beheerder zijn verplichtingen niet nakomt

21 lid 3

Beheerder legt niet voor 1 april middels jaarverslag verantwoording af aan college

Beheerder

College, SRA

Ja

Nee

Nee

Gemeente

Zie 21.1

21 lid 4

Beheerplan en/of jaarverslag voldoen niet aan door college ogv art. 18 gestelde eisen

Beheerder

College, SRA

Ja

Nee

Nee

Gemeente

Zie 21.1

22 lid 1

Beheerder draagt niet of onvoldoende zorg voor veiligheid bij werkzaamheden aan en in directe nabijheid lokaal spoor

Beheerder

ILT, vervoerder

Ja

Ja

Nee

Gemeente

Zie 20.1

23 lid 1

Beheerder neemt geen passende maatregelen (waaronder het zo nodig geheel of gedeeltelijk buiten dienst stellen) als veiligheid lokaal spoor in gevaar komt of dreigt te komen

Beheerder

ILT, vervoerder

Ja

Nee

Nee

Gemeente

Zie 20.1

23 lid 2

Beheerder stelt vervoerder en toezichthouder niet onmiddellijk in kennis van maatregelen bedoeld in lid 1

Beheerder

ILT, vervoerder

Ja

Nee

Nee

Gemeente

Zie 20.1

23 lid 4

Vervoerder volgt aanwijzingen van beheerder zoals genoemd in lid 3 (t.b.v. veiligheid, overmatige slijtage of passende maatregelen lid 1) niet op

Vervoerder

Beheerder

Ja

Ja

Nee

Gemeente

Als de vervoerder de aanwijzing van de beheerder niet opvolgt, ligt handhaving door de beheerder voor de hand

24 lid 3

Bestuurders van een spoorvoertuig volgen de aanwijzingen van de verkeersleiding niet op

Vervoerder

Vervoerder

Ja

Ja

Nee

Stadsregio

Het DB wijst de verkeersleiding aan. GVB CCV zal dit constateren. GVB heeft zelf de beschikking over disciplinaire maatregelen. Indien handhaving door GVB tekort schiet, kan het DB een bestuurlijke boete opleggen

25 lid 4

Regels die in het Besluit of een ministeriële regeling zijn gesteld in het belang van de verkeersveiligheid (deze kunnen in ieder geval de volgende onderwerpen betreffen: seingeving, veiligheidsvoorzieningen en maatregelen, verlichting en signalering van spoorvoertuigen, overwegen en spoorbruggen, verkeersregels en verkeerstekens, rijvaardigheid en rijbevoegdheid en verplichtingen die verband houder met storingen, ongevallen incidenten en andere onregelmatigheden) worden door 'een ieder' niet in acht genomen

Derden, vervoerder

Vervoerder, beheerder, wegbeheerder

Ja

Ja

Ja

Stadsregio

De regels zijn vastgesteld door SRA op voordarcht van de beheerder of vervoerder. De constatering dat deze regels niet worden gehandhaafd wordt gedaan door de beheerder of GVB CCV of de lokale wegbeheerder. Allen kunnen de politie inschakelen

25 lid 5

Wegbeheerder/eigenaar aangrenzende weg treft niet de maatregelen genoemd in lid 6, die het DB noodzakelijk acht voor veilig verkeer op lokale spoorweg

Wegbeheerder

Beheerder

Ja

Nee

Stadsregio

Het DB legt aan de wegbeheerder de noodzakelijke maatregelen op tbv veilig verkeer op de lokale spoorweg. De beheerder heeft de contacten met de wegbeheerders en zal medling doen aan de Stadsregio als de wegbeheerder de maatregelen niet treft

26 lid 1

Met een spoorvoertuig over een lokale spoorweg rijden zonder geldig veiligheidscertificaat (tenzij sprake is van een situatie zoals vermeld in lid 2: proefritten, testen procedures en verkeer in kader van de uitvoering van beheertaken), zonder een met de beheerder gesloten toegangsovereenkomst en/of zonder voldoende verzekerd te zijn

Vervoerder

Beheerder, ILT

Ja

Nee

Nee

Stadsregio

De constatering wordt gedaan door de beheerder of ILT. Die geven een waarschuwing. Als dat niet helpt moet de Stadsregio handhaven

26 lid 3

Het vervoeren van reizigers tijdens het verkeer zoals bedoeld in lid 2. (proefritten/testritten/ritten ivm beheertaken hfst 3 Wls)

Vervoerder

Beheerder, ILT

Ja

Ja

Nee

Gemeente

De constatering wordt gedaan door de beheerder of ILT. Het ligt voor de hand de gemeente die verantwoordelijk voor de vergunning indienststelling spoorvoertuigen en het VBS handhaaft

27 lid 1

Vervoerder beschikt niet over een veiligheidscertificaat

Vervoerder

Stadsregio

Ja

Nee

Nee

Stadsregio

Het DB is verantwoordelijk voor de afgifte van een veiligheidscertificaat en dient er op toe te zien dat GVB een tijdige en volledige aanvraag indient

27 lid 7

In strijd handelen met de voorschriften en beperkingen zoals bedoeld in lid 4 (beperkingen waaronder het veiligheidscertificaat is verleend, voorschriften in het belang van de veiligheid op en in de directe nabijheid van de lokale spoorweg)

Vervoerder

Stadsregio

Ja

Ja

Nee

Stadsregio

Zie 27.1

Een tussen beheerder en vervoerder gesloten toegangsovereenkomst over het gebruik van de door de beheerder toegewezen vervoercapaciteit bevat geen bedingen omtrent de door de beheerder te bieden kwaliteit van de lokale spoorweginfrastructuur en/of de dagen en tijdstippen waarop het vervoer over de lokale spoorweginfrastructuur is toegestaan

Beheerder

College

Ja

Nee

Nee

Gemeente

Het college moet als opdrachtgever van de beheerder handhaven als de beheerder zijn verplichtingen niet nakomt

30 lid 3

Het overdragen of in gebruik geven van door de beheerder toegewezen vervoercapaciteit aan een andere vervoerder

Vervoerder

Beheerder

Ja

Nee

Nee

Gemeente

De beheerder dient hierop toe te zien

31 lid 1

Het niet voldoen aan regels die worden gesteld in het besluit lokaal spoor omtrent de toegankelijkheid van spoorvoertuigen voor mensen met een functiebeperking

Vervoerder

College, Stadsregio

Ja

Ja

Nee

Gemeente

Een burger zou hierover kunnen klagen. De bevoegdheid voor indienststelling van spoorvoertuigen is gedelegeerd aan het college. ILT toetst in de verklaring tbv de vergunning ook op art. 31

32 lid 1

Het met een spoorvoertuig gebruik maken van een lokale spoorweg waarvoor geen vergunning voor indienststelling is verleend, tenzij sprake is van het verrichten van proefritten of het testen van procedures

Vervoerder

Beheerder

Ja

Ja

Nee

Gemeente

De bevoegdheid voor indienststelling van spoorvoertuigen is gedelegeerd aan het college. Het college dient te handhaven indien de vervoerder niet beschikt over een vergunning dan wel hiermee in strijd handelt

32 lid 7

Handelen in strijd met de voorschriften en beperkingen zoals bedoeld in lid 5 (beperkingen waaronder de vergunning is verleend, voorschriften in het belang van de veiligheid op en in de directe nabijheid van de lokale spoorweg

Vervoerder

Beheerder

Ja

Ja

Nee

Gemeente

Zie 32.1

33 lid 1

Het in dienst stellen van een voertuig dat aanmerkelijk is gewijzigd zonder het informatiedossier waarin de wijziging is beschreven en gedocumenteerd en een voor de wijziging of voor het gewijzigde spoorvoertuig verleende vergunning te overleggen, tenzij sprake is van een voertuig waarvoor geen indienststelling verplicht is

Vervoerder

Beheerder

Ja

Ja

Nee

Gemeente

Zie 32.1

35 lid 1

Vervoerder verricht vervoer met een spoorvoertuig dat zich niet in veilige staat bevindt en niet zodanig is onderhouden dat het voertuig voldoet aan de gestelde eisen in art. 32 lid 2 sub a tot en met d

Vervoerder

Beheerder

Ja

Ja

Nee

Gemeente

Zie 32.1

35 lid 3

Gebruik maken van een spoorvoertuig, waarvan het gebruik is verboden omdat niet is voldaan aan de eisen in lid 1

Vervoerder

Beheer

Ja

Ja

Nee

Gemeente

De bevoegdheid tot het verbieden van een spoorvoertuig is gedelegeerd aan het college

37 lid 1

Uitoefening veiligheidsfunctie door een persoon die niet voldoet aan de eisen in sub a tot en met c (leeftijd van 18 jaar bereikt, beheersing taal die door de verkeersleiding wordt gebruikt, geen lichamelijk en geestelijke beperkingen heeft die uitoefening veiligheidsfunctie belemmeren)

Vervoerder

ILT

Ja

Ja

Nee

Stadsregio

De constatering wordt waarschijnlijk door ILT gedaan. Zij geven de waarschuwing. het DB is verantwoordelijk voor de afgifte van het veiligheidscertificaat en dient handhavend op te treden indien de overtreding voortduurt

37 lid 2

Degene onder wiens gezag een veiligheidsfunctie wordt uitgeoefend draagt geen of onvoldoende zorg voor het eens in de vijf jaar instellen van een onderzoek omtrent lichamelijke en geestelijke beperkingen zoals bedoeld in lid 1 sub c

Vervoerder

ILT

Ja

Boete

Nee

Stadsregio

Zie 37.1

37 lid 4

Het niet voldoen aan nadere regels die zijn gesteld met betrekking tot het uit te voeren onderzoek als bedoeld in lid 1 sub c

Vervoerder

ILT

Ja

Nee

Nee

Stadsregio

Zie 37.1

38 lid 1

Werkgever geeft werknemer met veiligheidsfunctie geen bedrijfspas

Vervoerder

ILT

Ja

Nee

Nee

Stadsregio

Zie 37.1

38 lid 2

Het niet tonen van bedrijfspas door houder aan personen zoals bedoeld in art. 42 en 45 (toezichthouders en opsporingsambtenaren)

Vervoerder

ILT

Ja

Ja

Nee

Stadsregio

Zie 37.1

38 lid 3

Het niet voldoen aan nadere regels die zijn gesteld omtrent de bedrijfspas

Vervoerder

ILT

Ja

Ja

Nee

Stadsregio

Zie 37.1

39

Het laten uitoefenen van een veiligheidsfunctie door een persoon van wie degene onder wiens gezag een veiligheidsfunctie wordt uitgeoefend weet of redelijkerwijs moet weten dat die persoon niet voldoet aan de gestelde eisen voor het uitoefenen van een veiligheidsfunctie

Vervoerder

ILT

Ja

Ja

Nee

Stadsregio

Zie 37.1

40 lid 1

Geen zorg dragen voor geschiktheid en bezit van kennis en bekwaamheid van een persoon binnen het lokale spoorwegsysteem door degene onder wiens gezag deze persoon valt

Vervoerder

ILT

Ja

Ja

Nee

Stadsregio

Zie 37.1

41 lid 1

Het uitoefenen van, of het toezicht houden op, een veiligheidsfunctie onder invloed van een stof (in combinatie met een andere stof), waarvan hij of zij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het gebruik daarvan de vaardigheid tot het uitoefenen van de functie of tot het houden van toezicht verminderd of daartoe in staat kan worden geacht

Vervoerder

ILT

Ja

Nee

Ja

Stadsregio

Zie 37.1

41 lid 2

Uitoefenen van veiligheidsfunctie na gebruik van alcoholhoudende drank waarbij het alcoholgehalte van zijn of haar adem meer dan 220 microgram per liter uitgeademde lucht dan wel het alchoholgehalte van zijn of haar bloed meer dan een halve milligram alcohol per milliliter bloed bedraagt

Vervoerder

ILT

Ja

Nee

Ja

Stadsregio

Zie 37.1

41 lid 3

Het uitoefenen van een veiligheidsfunctie of het toezicht houden daarop, door een persoon van wie men weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze verkeert in een zodanige toestand zoals bedoeld in lid 1 en 2

Vervoerder

ILT

Ja

Nee

Ja

Stadsregio

Zie 37.1

47 lid 3

Uitoefenen veiligheidsfunctie gedurende verbod ogv lid 1

Vervoerder

ILT

Ja

Nee

Ja

Stadsregio

Zie 37.1

49 lid 1

Vervoerder en beheerders verstrekken geen bij hen berustende gegevens of inzage in boeken en bescheiden die betrekking hebben op gebruik of beheer van lokale spoorweginfrastructuur indien dat nodig is voor de invulling van de taken van GS of dagelijks bestuur

Vervoerder, beheerder

Stadsregio

Ja

Nee

Nee

Stadsregio

49 lid 2

Vervoerders en beheerders verstrekken geen of geen volledige naar waarheid bij hen berustende gegevens en/of geven geen inzake in boeken en bescheiden die betrekking hebben op het gebruik of beheer van de lokale spoorweginfrastructuur

Vervoerder, beheerder

Stadsregio

Ja

Ja

Nee

Stadsregio