Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR383186
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR383186/1
Delegatiebesluit exploitatieplan omgevingsvergunningen Bijlage II, artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht.
Geldend van 09-12-2015 t/m heden
Intitulé
Delegatiebesluit exploitatieplan omgevingsvergunningen Bijlage II, artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht.Raadsvoorstel Burgemeester en wethouders
Jaargang |
: |
2015 |
Registratienummer |
: |
2015/29579 |
Datum |
: |
29 september 2015 |
Onderwerp |
: |
Delegatiebesluit exploitatieplan omgevingsvergunningen, die vallen onder Bijlage II, artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht. |
Voorstel:
1. de gemeenteraad voor te stellen de bevoegdheid tot het vaststellen van een exploitatieplan aan het college te delegeren, voor de aanvragen om omgevingsvergunning voor de gevallen genoemd in Bijlage II, artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht.
Kerngegevens
Publiekssamenvatting
In beginsel is de gemeenteraad bevoegd tot het vaststellen van een exploitatieplan bij een ruimtelijk plan. Er zijn echter gevallen waarbij de bevoegdheid tot het vaststellen van een exploitatieplan naar het college gedelegeerd is. Een aantal van die activiteiten zijn in november 2014 onder de Bor (kruimellijst) komen te vallen. Voor Bor afwijkingen waarvoor een exploitatieplan nodig is nog geen delegatie geregeld. Logischerwijs wordt voorgesteld om voor deze 'kleine' afwijkingen ook de bevoegdheid tot het vaststellen van het exploitatieplan bij het college te leggen. Het voorstel ziet op delegatie van het vaststellen van exploitatieplannen bij kruimelgevallen te delegeren aan het college.
Inleiding
De delegatie vloeit voort uit het feit dat op 1 november 2014 het Besluit omgevingsrecht is gewijzigd c.q. verruimd. Voor diverse activiteiten, zoals het omzetten van kantoorpanden naar wonen, is de procedure gewijzigd. Voor 1 november 2014 was voor de voorgenoemde activiteiten een uitgebreide procedure noodzakelijk. Van de gemeenteraad is een verklaring van geen bedenkingen (circa 26 weken) noodzakelijk. Vanaf 1 november 2014 is voor de genoemde activiteiten een reguliere procedure (max. 8 weken) aan de orde. Een reguliere procedure is een collegebevoegdheid en heeft een fatale termijn.
De verruimde regeling voor tijdelijke vergunningen en functiewijziging kan ertoe leiden dat sprake is van verplicht kostenverhaal overeenkomstig afdeling 6.4 Wro. Of dit het geval is volgt uit de lijst ‘aangewezen bouwplannen’ in artikel 6.2.1 Bro1. De Chw heeft om deze reden aan artikel 6.12 lid 2 ook de omgevingsvergunning waarbij op basis van een AMvB (lees: bijlage II Bor) wordt afgeweken van een bestemmingsplan toegevoegd aan de besluiten waarbij een exploitatieplan moet worden vastgesteld. Uitzonderingen op deze verplichting zijn ‘verzekering anderszins’ (bijvoorbeeld een anterieure overeenkomst) en de bagatelregeling van artikel 6.2.1a Bro. Een en ander kan ertoe leiden dat bij een omgevingsvergunning op basis van een reguliere Wabo procedure ook een exploitatieplan moet worden opgesteld.
Indien er sprake is van verhaalbare kosten en de aanvrager van de vergunning zouhierover geen afspraken willen maken in een overeenkomst, dan kan de gemeente namelijk besluiten om niet mee te werken aan de ontwikkeling en de vergunning te weigeren om de economische uitvoerbaarheid niet is aangetoond.
Het is raadzaam om bij verlening van omgevingsvergunningen voor tijdelijke projecten en voor functiewijziging, waarbij sprake is van een aangewezen bouwplan, maar kostenverhaal anderszins is verzekerd dan wel sprake is van de bagatelregeling, expliciet te besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen. Hierbij is het dus van belang dat de gemeenteraad zijn bevoegdheden ten aanzien van het exploitatieplan voor omgevingsvergunningen delegeert aan B&W. Deze delegatiemogelijkheid is te vinden in artikel 6.12 lid 3 Wro. Het voorstel ziet hierop.
Beoogd maatschappelijk resultaat
Lastenverlaging voor de gemeenteraad, het sneller kunnen nemen van beslissingen en efficiëntie in de besluitvorming voor omgevingsvergunningen.
Kader
Artikel 6.2.1 van het Besluit omgevingsrecht;
Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening;
Artikel 10:15 van de Algemene wet bestuursrecht.
Argumenten
- -
Door delegatie van de bevoegdheden omtrent exploitatieplannen wordt ervoor gezorgd dat de bevoegdheid omtrent het afwijken van het bestemmingsplan en de bevoegdheid omtrent het exploitatieplan in één hand blijven. Dit vergemakkelijkt en versnelt de procedure van een omgevingsvergunning waarbij van het bestemmingsplan wordt afgeweken, als daar een besluit omtrent een exploitatieplan bij verplicht is;
- -
De bevoegdheid tot het aangaan van een exploitatieovereenkomst ligt reeds bij het college. Het is daarom logisch om ook de bevoegdheid tot het vaststellen van een exploitatieplan naar het college te delegeren;
- -
In 2014 heeft het college besloten (2014/14592) 1 een lijst van gevallen vast te stellen waarvoor een "verklaring van geen bedenkingen" van de raad, zoals bedoeld in de artikelen 2.27 en 3.11 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) juncto artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht (Bor), niet is vereist, tenzij tenminste één vijfde deel van het totaal aantal raadsleden vindt dat voor een concreet voorliggend afwijkingsbesluit wel een separate verklaring van geen bedenkingen door de raad moet worden afgegeven en de bevoegdheid tot het vaststellen van een exploitatieplan aan het college te delegeren;
- -
Een aantal van de aangewezen gevallen van de lijst zijn per 1 november 2014 onder het Besluit omgevingsrecht gekomen. Hierdoor is geen verklaring meer van de gemeenteraad nodig. Nu de uitgebreide zware procedures en de daaraan gekoppelde exploitatieplan zijn gedelegeerd ligt het voor de hand dat voor de kleinere gevallen ook een delegatie wordt doorgevoerd.
Participatie
Niet van toepassing.
Financiële consequenties
Niet van toepassing.
Locatiegegevens
Geen.
Realisatie
Wanneer dit delegatiebesluit vastgesteld is heeft het college de beoogde bevoegdheid gekregen om exploitatieplannen vast te stellen bij kruimelgevallen.
Bijlage(n):
Geen.
Burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn,
de secretaris, de burgemeester,
Besluit |
Gemeenteraad |
Jaargang |
: |
2015 |
Registratienummer |
: |
2015/29579 |
Onderwerp |
: |
Delegatiebesluit exploitatieplan omgevingsvergunningen, die vallen onder Bijlage II, artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht. |
Delegatiebesluit exploitatieplan omgevingsvergunningen
De raad van Alphen aan den Rijn, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2015,
besluit:
de bevoegdheid tot het vaststellen van een exploitatieplan aan het college te delegeren, voor de aanvragen om omgevingsvergunning voor de gevallen genoemd in Bijlage II, artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht.
Gewaarmerkte bijlage(n):
Geen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 26 november 2015.
De raad van Alphen aan den Rijn,
de griffier, de voorzitter,
drs. J.A.M. Timmerman mr.drs. J.W.E. Spies
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl