Nadere regels voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats

Geldend van 01-03-2025 t/m heden

Intitulé

Nadere regels voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening, artikel 2:10

Burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen;;

Gelet op artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening;

Overwegende dat:

  • 1.

    in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening regels zijn opgenomen met betrekking tot het verbod tot het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats;

  • 2.

    het verbod niet geldt voor de voorwerpen zoals genoemd in artikel 2:10 lid 3, mits wordt voldaan aan de nader te stellen regels;

  • 3.

    het verbod tevens niet geldt voor de categorieën voorwerpen die door het college zijn aangewezen op grond van artikel 2.10 lid 3 sub f, mits wordt voldaan aan de nader te stellen regels;

  • 4.

    het op grond van artikel 2:10 lid 4 van de Algemene plaatselijke verordening mogelijk is om nadere regels te stellen omtrent het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats;

 

Hebben besloten vast te stellen:

 

 “Nadere regels voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats 2016”;

 

Inhoudende:

A. NADERE REGELS TERRASSEN

Op grond van artikel 2:10 lid 3 sub a en lid 4 stellen wij de volgende nadere regels omtrent terrassen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. De definities van ‘openbare inrichting’ en ‘terras’ zoals opgenomen in artikel 2:27 van de APV zijn ook van toepassing op deze nadere regels.

  • 2. Deze nadere regels gelden alleen voor terrassen van openbare inrichtingen op openbare grond.

  • 3. Bij het plaatsen van een terras dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Terrassen mogen alleen geplaatst worden door (paracommerciële) horecabedrijven die in het bezit zijn van een exploitatievergunning, waarin de plaatsing van het terras is vergund;

    • b.

      De plaatsing van het terras past binnen het omgevingsplan;

    • c.

      Het terras mag geen hinder opleveren voor de omgeving en geen inbreuk doen op het doelmatig beheer en onderhoud van de weg. Er moet fysiek ruimte zijn voor de plaatsing van een terras;

    • d.

      Door het terras mag geen schade worden toegebracht aan de weg en het straatmeubilair;

    • e.

      Het terras dient zodanig te worden geplaatst dat een vrije doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal 1,5 meter breed aanwezig is voor voetgangers en rolstoelgebruikers;

    • f.

      Het terras wordt zodanig geplaatst dat altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal 4 meter breed aanwezig is en blijft ten behoeve van hulpdiensten;

  • 4. Het terras dient tijdelijk geheel of gedeeltelijk te worden verwijderd:

    • a.

      Indien op de locatie van het terras (onderhouds)werkzaamheden in het algemeen belang (zoals aan het wegdek, rioleringen, kabels, leidingen etc.) moeten worden verricht. Dit geldt voor alle typen terrassen;

    • b.

      Tijdens weekmarkten, evenementen of andere festiviteiten en gebeurtenissen van algemeen belang. Gedurende deze periode dienen de tijdelijke verlengde zomer-, winter- en eilandterrassen door en voor rekening van de exploitant van de openbare inrichting verwijderd te worden. Alleen de permanente gevelterrassen kunnen dan blijven staan.

  • 5. De exploitant moet er zorg voor dragen dat bezoekers na sluitingstijd niet meer op het terras kunnen plaatsnemen.

  • 6. Na sluitingstijd mogen stoelen en tafels op de terrassen blijven staan, mits de terrasmeubels door middel van een kabel worden vastgezet. Parasols dienen dagelijks na sluitingstijd te worden ingeklapt.

  • 7. Open vuur op het terras is verboden.

  • 8. Het ten gehore brengen van versterkte muziek op een terras is verboden, tenzij het terras tijdelijk onderdeel is van een evenemententerrein waar een evenementenvergunning voor is verleend, zoals nader toegelicht in artikel 2, vierde lid.

Artikel 2 Inrichting terrassen

  • 1. Er zijn verschillende typen terrassen (zie artikel 3 t/m 6). Voor al deze typen terrassen gelden de volgende nadere regels omtrent de inrichting van het terras. Per type terras zijn er nog afwijkende of aanvullende regels gesteld.

  • 2. De inrichting van een terras mag alleen bestaan uit terrasmeubilair. Dit omvat objecten ten behoeve van de horecaexploitatie zoals stoelen, tafels, statafels, parasols, verlichting, elektrisch of gasgestookte terrasverwarming die voldoet aan de brandveiligheidsvoorschriften, terrasschermen, een verrijdbare trolly/kastje waarin bestek en servetten gelegen zijn en bloembakken.

  • 3. Verhogingen, zoals houten vlonders en vloerbedekking, zijn nadrukkelijk niet toegestaan.

  • 4. Het plaatsen van tapinstallaties en/of partytenten op het terras zijn alleen tijdelijk toegestaan als deze objecten onderdeel uitmaken van een evenemententerrein. De objecten dienen dus bij de aanvraag voor een evenementenvergunning te worden opgenomen in het plattegrond. Met betrekking tot de tapinstallatie dient de exploitant van de openbare inrichting in het bezit te zijn van een tapontheffing op grond van artikel 35 van de Alcoholwet (dus ten behoeve van een evenement). De objecten mogen alleen gedurende de periode dat de tapontheffing c.q. het evenement geldt op het terras zijn geplaatst en dienen na afloop van het evenement te worden verwijderd.

  • 5. Terrasmeubilair dient passend te zijn bij de uitstraling van de open ruimte en te voldoen aan de uitstraling van niveau 1 gebied zoals omschreven in het gemeentelijke welstandbeleidsplan. Enige terughoudendheid ten aanzien van kleur- en materiaalgebruik is vereist.

  • 6. Alle typen terrassen mogen worden voorzien van terrasschermen, met inachtneming van het volgende:

    • de terrasschermen (en ander terrasmeubilair zoals parasols) mogen niet permanent verankerd zijn in de grond maar moeten demontabel/verwijderbaar zijn;

    • de maximale hoogte van een terrasscherm is 1,50m, waarvan het terrasscherm vanaf boven de 1,00m transparant is;

    • bij het gebruik van bloembakken als terrasafscheiding geldt een maximale hoogte van 1,00m.

  • 7. Het terrasmeubilair mag de terrasgrenzen niet overschrijden. Parasols mogen alleen in uitgeklapte toestand de grenzen van het terras overschrijden. Parasols mogen niet over het terras van een aangrenzende openbare inrichting met terras overhangen.

  • 8. Voor de plaatsing van een terras op de Markt in Steenbergen dient te worden gehouden aan het inrichtingsplan zoals opgenomen in de bijlage.

Artikel 3 Gevelterras

  • 1. Een gevelterras is een permanent terras wat direct aan de voor- of zijgevel van de openbare inrichting is gesitueerd.

  • 2. Een gevelterras mag permanent, dus het hele kalenderjaar rond, blijven staan.

  • 3. Een gevelterras mag niet breder zijn dan de voor- of zijgevel van de openbare inrichting waar het aan geplaatst wordt.

  • 4. Een gevelterras mag worden afgebakend door terrasschermen. In afwijking van artikel 2, zesde lid, zijn de terrasschermen van maximaal 1,50m hoog alleen toegestaan aan de zijkanten van het gevelterras. De hoogte van de terrasafscheiding aan de voorkant moet dus lager zijn dan de terrasafscheiding aan de zijkanten.

Artikel 4 Verlengd zomerterras

  • 1. Een verlengd zomerterras is een tijdelijke verlenging van het gevelterras, die direct aan het gevelterras verbonden is.

  • 2. Een verlengd zomerterras mag tijdelijk, tussen 1 maart en 1 november, worden geplaatst. Na 1 november dient het verlengd zomerterras, inclusief het terrasmeubilair, te worden verwijderd en vanaf 1 maart mag het pas weer worden opgebouwd.

  • 3. Een verlengd zomerterras mag niet breder zijn dan het gevelterras waar het aan geplaatst wordt.

  • 4. Een verlengd zomerterras mag worden afgebakend door een terrasafscheiding. Dit moet in overeenstemming zijn met het gestelde uit artikel 2, zesde lid, van deze nadere regels.

Artikel 5 Eilandterras

  • 1. Een eilandterras is een tijdelijk vrijstaand terras dat gescheiden is van het horecabedrijf door bijvoorbeeld een loop- of fietspad of rijweg;

  • 2. Een eilandterras mag tijdelijk, dus tussen 1 maart en 1 november, worden geplaatst. Na 1 november dient het eilandterras, inclusief het meubilair, te worden verwijderd en vanaf 1 maart mag het pas weer worden opgebouwd.

  • 3. Een eilandterras mag worden afgebakend door een terrasafscheiding. Dit moet in overeenstemming zijn met het gestelde uit artikel 2, zesde lid, van deze nadere regels.

Artikel 6 Winterterras

  • 1. Een winterterras is een regulier terras (definitie van de APV), maar kenmerkt zich door extra elementen die het ook mogelijk maken om tijdens het winterse weer het terras te exploiteren.

  • 2. Een winterterras (incl. meubilering en terrasschermen) mag tijdelijk, dus tussen 1 november en 1 maart, worden geplaatst. Het is in die zin een voortzetting van het tijdelijke verlengde zomerterras en/of eilandterras. Voor 1 november of na 1 maart moet het terras weer omgeschakeld worden naar een tijdelijk verlengd zomerterras en/of eilandterras.

  • 3. Zodra een terras langere tijd (drie weken of langer) niet wordt gebruikt, dan moet deze volledig worden verwijderd. Hiermee wordt beoogd om te voorkomen dat terrasmeubilair in de winterperiode wordt opgeslagen op de openbare weg, terwijl het terras gedurende deze periode niet wordt gebruikt.

  • 4. Voor de inrichting van een winterterras zijn de nadere regels uit artikel 2 overeenkomstig van toepassing. Een vaste winterterras-constructie, bijvoorbeeld in de vorm van permanente aan- en uitbouwen zoals serres of kasconstructies zijn dus nadrukkelijk niet toegestaan.

  • 5. In afwijking van artikel 2 is het wel toegestaan om een demontabele en/of uitschuifbare winterterras-constructie te plaatsen, mits dit een te openen dak en een open voorzijde bevat.

B. NADERE REGELS UITSTALLINGEN

Op grond van artikel 2:10 lid 3 sub b en lid 4 stellen wij de volgende nadere regels omtrent uitstallingen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Uitstalling: Een los voorwerp geplaatst voor een pand op een openbare plaats, dat een onmiskenbare relatie heeft met de bedrijfsactiviteiten van de in dat pand gevestigde onderneming, waaronder tevens wordt verstaan:

  • a.

    voorwerpen en stoffen die behoren tot het reguliere assortiment van een winkel;

  • b.

    uitstallingsmaterialen;

  • c.

    speelattracties.

Artikel 2 Nadere regels

  • 1. Het is toegestaan een uitstalling te plaatsen indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      De uitstalling brengt door de omvang, vormgeving, constructie, plaats of het beoogde gebruik geen schade toe aan de weg.

    • b.

      De uitstalling of het beoogde gebruik daarvan levert geen gevaar op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de weg en vormt geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

    • c.

      De uitstalling of het beoogde gebruik daarvan levert geen overlast op voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

    • d.

      Een vrije doorgang in een recht doorgaande lijn van ten minste anderhalve meter is gewaarborgd voor voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • e.

      Er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal vier meter aanwezig ten behoeve van hulpdiensten.

    • f.

      De uitstalling levert geen risico op voor de openbare orde en veiligheid.

    • g.

      De initiatiefnemer zorgt voor een schoon en ordelijk aanzien van de uitstalling en voor het schoonhouden van de openbare ruimte in de directe omgeving daarvan.

    • h.

      De uitstalling is enkel aanwezig op de weg op tijden dat de in dat pand gevestigde onderneming voor het publiek geopend is.

    • i.

      In het gebied waarin reclamebelasting wordt geheven geldt dat de maximale uitstallingruimte één meter, gemeten vanaf de gevel van het winkelpand, bedraagt.

    • j.

      De bepaling opgenomen onder d en e heeft, vanwege de beperkte breedte van het aanwezig op voor voetgangers bestemde delen van de weg, geen betrekking op uitstallingen die zijn geplaatst voor winkelpanden aan de even zijde van de Blauwstraat in Steenbergen

  • 2. De uitstalling die voldoet aan het in artikel 1 gestelde, mag uitsluitend aanwezig zijn ter hoogte van de eigen onderneming op voor voetgangers bestemde delen van de weg.

  • 3. De uitstalling mag niet worden geplaatst indien deze een belemmering vormt voor op de locatie van de uitstalling te verrichten (onderhouds)werkzaamheden, evenementen, markten, kermissen, andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang.

  • 4. Indien dit door of namens de gemeente, de politie of de brandweer wordt geëist in het kader van het algemene belang, de openbare orde of veiligheid, dient de uitstalling geheel of gedeeltelijk te worden verwijderd zonder dat de initiatiefnemer recht heeft op schadevergoeding.

C. NADERE REGELS BOUWOBJECTEN

Op grond van artikel 2:10 lid 3 sub c en lid 4 stellen wij de volgende nadere regels omtrent bouwobjecten.

Artikel 1 Begripsbepalingen

ouwobjecten: Voorwerpen, zoals bouwmaterialen, steigers, puinbakken, containers, keetcontainers, verhuisliften, eco-toiletten etc

Artikel 2 Nadere regels

  • 1. Het is toegestaan tijdelijk bouwobjecten te plaatsen indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      Bouwobjecten brengen door de omvang of vormgeving, constructie, plaats van bevestiging of het beoogde gebruik geen schade toe aan de weg.

    • b.

      Bouwobjecten of het beoogde gebruik daarvan leveren geen gevaar op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de weg en vormt geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

    • c.

      Bouwobjecten leveren geen overlast op voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

    • d.

      Bouwobjecten of het beoogde gebruik daarvan leveren geen risico op voor de openbare orde en veiligheid.

    • e.

      De duur van de ingebruikname van de weg of een weggedeelte bedraagt aaneensluitend niet langer dan dertig dagen.

    • f.

      Op het trottoir een vrije doorgang in een recht doorgaande lijn van ten minste anderhalve meter breed is gewaarborgd voor voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • g.

      Er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal vier meter breed aanwezig ten behoeve van hulpdiensten.

    • h.

      Het college wordt tenminste vijf werkdagen voorafgaand aan de plaatsing van de bouwobjecten in kennis gesteld met een telefonische of digitale melding.

  • 2. Bouwobjecten mogen niet worden geplaatst indien deze een belemmering vormen voor aan, onder, op of boven de weg te verrichten (onderhouds)werkzaamheden, evenementen, markten, kermissen, andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang.

  • 3. Door of namens het bestuursorgaan gegeven aanwijzingen in het kader van het algemene belang, de openbare orde of veiligheid dienen strikt te worden opgevolgd. Deze aanwijzingen kunnen onder andere betrekking hebben op het geheel of gedeeltelijk verplaatsen dan wel verwijderen van de geplaatste objecten zonder dat de initiatiefnemer aanspraak kan maken op schadevergoeding.

  • 4. Schade die is toegebracht aan gemeentelijke eigendommen als gevolg van bouwobjecten zal door de gemeente voor rekening van de initiatiefnemer worden hersteld.

D.  NADERE REGELS RECLAMEBORDEN

Op grond van artikel 2:10 lid 3 sub d en lid 4 stellen wij de volgende nadere regels omtrent reclameborden

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Het is toegestaan reclameborden te plaatsen indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      Reclameborden brengen door de omvang, vormgeving en plaats geen schade toe aan de weg.

    • b.

      Reclameborden leveren geen gevaar op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de weg en vormt geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

    • c.

      Reclameborden leveren geen overlast op voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

    • d.

      d. Een vrije doorgang in een recht doorgaande lijn van ten minste anderhalve meter breed is gewaarborgd voor voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • e.

      e. Er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal vier meter breed aanwezig ten behoeve van hulpdiensten.

    • f.

      f. Reclameborden leveren geen risico op voor de openbare orde en veiligheid.

    • g.

      De initiatiefnemer zorgt voor een schoon en ordelijk aanzien van reclameborden en voor het schoonhouden van de openbare ruimte in de directe omgeving daarvan.

    • h.

      Reclameborden zijn enkel aanwezig op de weg ter hoogte van de eigen onderneming en op tijden dat de in dat pand gevestigde onderneming voor het publiek geopend is.

  • 2. Reclameborden die voldoen aan het in artikel 2.1 gestelde, mogen uitsluitend aanwezig zijn op voor voetgangers bestemde delen van de weg.

  • 3. Reclameborden mogen niet worden geplaatst indien deze een belemmering vormen voor op de locatie van de reclameborden, plantenbakken en banken te verrichten (onderhouds)werkzaamheden, evenementen, markten, kermissen, andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang.

  • 4. Door of namens het bestuursorgaan gegeven aanwijzingen in het kader van het algemene belang, de openbare orde of veiligheid dienen strikt te worden opgevolgd. Deze aanwijzingen kunnen onder ander betrekking hebben op het geheel of gedeeltelijk verplaatsen dan wel verwijderen van de geplaatste objecten zonder dat de initiatiefnemer aanspraak kan maken op schadevergoeding.

  • 5. Schade die is toegebracht aan gemeentelijke eigendommen als gevolg van de reclameborden, plantenbakken en banken zal door de gemeente voor rekening van de initiatiefnemer worden hersteld.

Hoofdstuk E. NADERE REGELS PLANTENBAKKEN EN BANKEN

Op grond van artikel 2:10 lid 3 sub e en lid 4 stellen wij de volgende nadere regels omtrent plantenbakken en banken.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Het is toegestaan plantenbakken en banken te plaatsen indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      Plantenbakken en banken brengen door de omvang, vormgeving en plaats geen schade toe aan de weg.

    • b.

      Plantenbakken en banken leveren geen gevaar op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de weg en vormt geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

    • c.

      Plantenbakken en banken leveren geen overlast op voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

    • d.

      Een vrije doorgang in een recht doorgaande lijn van ten minste anderhalve meter breed is gewaarborgd voor voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • e.

      Er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal vier meter breed aanwezig ten behoeve van hulpdiensten.

    • f.

      Plantenbakken en banken leveren geen risico op voor de openbare orde en veiligheid.

    • g.

      De initiatiefnemer zorgt voor een schoon en ordelijk aanzien van plantenbakken en banken en voor het schoonhouden van de openbare ruimte in de directe omgeving daarvan.

  • 2. Plantenbakken en banken die voldoen aan het in artikel 2.1 gestelde, mogen uitsluitend aanwezig zijn op voor voetgangers bestemde delen van de weg.

  • 3. Plantenbakken en banken mogen niet worden geplaatst indien deze een belemmering vormen voor op de locatie van de plantenbakken en banken te verrichten (onderhouds)werkzaamheden, evenementen, markten, kermissen, andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang.

  • 4. Door of namens het bestuursorgaan gegeven aanwijzingen in het kader van het algemene belang, de openbare orde of veiligheid dienen strikt te worden opgevolgd. Deze aanwijzingen kunnen onder ander betrekking hebben op het geheel of gedeeltelijk verplaatsen dan wel verwijderen van de geplaatste objecten zonder dat de initiatiefnemer aanspraak kan maken op schadevergoeding.

  • 5. Schade die is toegebracht aan gemeentelijke eigendommen als gevolg van de plantenbakken en banken zal door de gemeente voor rekening van de initiatiefnemer worden hersteld.

Hoofdstuk F. AANWIJZINGSBESLUIT EN NADERE REGELS OVERIGE CATEGORIEËN VOORWERPEN

Op grond van artikel 2:10 lid 3 sub f en lid 4 stellen wij de volgende nadere regels omtrent overige door het college aan te wijzen categorieën voorwerpen.

Artikel 1

Het college wijst op grond van artikel 2:10 lid 3 sub f de volgende categorieën van voorwerpen aan, waarvoor het verbod van artikel 2:10 lid 1 niet geldt, mits wordt voldaan aan de door het college te stellen nadere regels:

  • a.

    aankondigingsborden, plakzuilen, lichtmastreclame en LED-reclameborden;

  • b.

    reclame-uitingen op geadopteerde rotondes;

  • c.

    verkiezingsborden;

  • d.

    geveltuintjes

NADERE REGELS AANKONDIGINGSBORDEN EN LICHTMASTRECLAME

Artikel 2 Begripsbepalingen

  • a.

    Aankondigingsborden: Reclameborden ter aankondiging van een evenement ofwel een activiteit van een bedrijf;

  • b.

    Lichtmastreclame: al dan niet verlichte reclameborden op hoogte bevestigd aan lichtmasten veelal in combinatie met bewegwijzering;

  • c.

    Lichtmast: een mast op een openbare plaats in eigendom van de gemeente Steenbergen en uitgerust met een lichtbron van openbare verlichting;

  • d.

    Plakzuilen: ronde kunststof zuilen bedoeld voor het plakken van posters.

  • e.

    LED-reclameborden: reclamezuilen waarop mededelingen op LED-schermen worden gedaan;

  • f.

    Weg: zie artikel 1.1 APV;

  • g.

    Bebouwde kom: zie artikel 1.1 APV;

  • h.

    Handelsreclame: zie artikel 1.1 APV;

  • i.

    Evenement: zie artikel 2:24 APV;

  • j.

    Commerciële activiteiten: Commerciële reclame van een bedrijf met een incidenteel karakter, niet zijnde een evenement;

  • k.

    Niet-commerciële activiteit: Een aankondiging van niet-commerciële aard met een incidenteel karakter van een bedrijf dan wel organisatie, met eventueel landelijke uitstraling;

  • l.

    Straat: De openbare verharde weg tussen de rijen huizen van een kern, waarbij het naambord van de straat maatgevend is.

Artikel 3 Nadere regels

  • 1. Het is verboden om aan lichtmasten, bomen, hekwerken, ed. sandwichborden of driehoeksborden (veelal kartonnen borden die willekeurig met een bindstrip of ijzerdraad worden aangebracht) of daarmee vergelijkbare, uitingen te bevestigen.

  • 2. Het aanbrengen van aankondigingsborden en plakzuilen geschiedt exclusief door partij die de aanbesteding heeft gewonnen, conform de op 21 maart 2018 verzonden opdrachtbrief met kenmerk UM1801287.

  • 3. Voor de locaties van de aankondigingsborden wordt verwezen naar de opdrachtbrief en bijbehorende stukken.

  • 4. Het aankondigingbord heeft de volgende maximale afmetingen: 1 meter breed X 1,5 meter hoog;

  • 5. De verkeersveiligheid mag op geen enkele wijze in gevaar komen. Daarom moeten aankondigingborden zodanig bevestigd zijn dat zij niet verder uitsteken dan strikt noodzakelijk en geen ander potentieel gevaar opleveren voor de passanten.

  • 6. De plakzuilen worden geplaatst op de volgende locaties: de Molenstraat te Kruisland en het Vletterstraatje te Nieuw-Vossemeer.

  • 7. De plakzuilen betreffen ronde kunststof plakzuilen. De plakzuilen zijn 2,50 meter hoog en 63 cm breed.

  • 8. Op de plakzuilen mogen slechts posters worden aangeplakt door verenigingen en stichtingen zonder winstoogmerk.

  • 9. Het aanbrengen van LED-reclameborden geschiedt exclusief door de partij die de aanbesteding heeft gewonnen, conform de op 29 maart 2018 toegezonden opdrachtbrief met kenmerk UM1801312.

  • 10. De LED-reclameborden worden geplaatst op de volgende locaties: Zeelandweg-Oost te Steenbergen, Franseweg te Steenbergen en Steenbergseweg te Dinteloord.

  • 11. Het aanbrengen van lichtmastreclames aan lichtmasten geschiedt exclusief door de partij met wie een concessieovereenkomst is gesloten met kenmerk 1305298.

NADERE REGELS RECLAME-UITINGEN OP GEADOPTEERDE ROTONDES

Artikel 4 Begripsbepalingen

  • a.

    Adoptant: Het bedrijf, instantie of instelling die het beheer van het middeneiland van de rotonde of het plantsoen overneemt in ruil voor het mogen plaatsen van een reclame-uiting.

  • b.

    Bebouwde kom: zie artikel 1.1 APV;

  • c.

    Reclame-uiting op geadopteerde rotonde: Een op een rotondes geplaatste bordconstructie dat qua uitvoering een integraal onderdeel is van het inrichtingsplan van de adoptant en waarvan het aangebrachte tekstopschrift en/of beeldmerk onmiskenbaar bijdraagt aan de profilering en naamsbekendheid van de adverteerder als adoptant van de rotonde.

Artikel 5 Nadere regels

  • 1. Deze nadere regels zien op de adoptie van het middeneiland van een rotonde in combinatie met reclamevoering het plaatsen van de reclame-uiting welke bijdraagt aan het profileren en het maken van naamsbekendheid van de adverteerder als adoptant van de rotonde.

  • 2. Het aanbrengen van de reclame-uitingen geschiedt na het sluiten van een overeenkomst voor de adoptie van de rotonde.

  • 3. <vervallen>

  • 4. Het plaatsen van reclame uitingen op een geadopteerde rotonde is toegestaan indien:

    • a.

      de reclame-uiting ondergeschikt is aan de inrichting van de rotonde en aan de rotonde als verkeersvoorziening;

    • b.

      het aangebrachte tekstopschrift en/of beeldmerk direct gerelateerd is aan de adoptant;

    • c.

      op het bord geen productreclame, actiereclame en dergelijke wordt gevoerd.

    • d.

      de uiting niet in strijd is met de regels van de (landelijke) Reclame Code Commissie

    • e.

      de reclame-uiting de volgende maximale afmetingen heeft:70 cm bij 50 cm.

    • f.

      <vervallen>

    • g.

      de uiting uit degelijk en weerbestendig materiaal bestaat;

    • h.

      maximaal 1 reclame-uiting per wegaansluiting op de rotonde wordt aangebracht;

    • i.

      de uiting niet wordt verlicht;

    • j.

      de uiting niet retroreflecterend of bewegend is.

  • 5. De verkeersveiligheid mag op geen enkele wijze in gevaar komen. Daarom moeten de reclame-uitingen minimaal 0.60 cm uit de binnenrand van de verharding rondom het middeneiland van de rotonde worden geplaatst zodat deze geen belemmering vormen voor de verkeersveiligheid.

NADERE REGELS DIE GELDEN VOOR ALLE VORMEN VAN RECLAME:

Artikel 6 Onwenselijke reclamevormen

  • 1. Als onwenselijke vormen van reclame worden alcohol-, tabak- , vuurwerk- en onzedelijke reclames beschouwd.

  • 2. Reclameborden voor alcoholhoudende dranken zijn niet toegestaan in het zicht van ontwenningsklinieken of onderwijsinstellingen die in meerderheid door minderjarigen worden bezocht en langs snelwegen of wegen buiten de bebouwde kom. In het verlengde hiervan wordt een reclameverbod voor coffeeshops en haar producten geschaard, welke overigens binnen het op nationale schaal altijd geaccepteerde gedoogregime niet mogen adverteren;

  • 3. Tabaksreclame via reclameborden is in principe niet verboden. Per 31 juli 2005 is de communautaire richtlijn inzake tabaksreclame van kracht.

  • 4. Vuurwerkreclame via reclameborden is in principe niet verboden. Echter is deze uiting van reclame niet gewenst.

  • 5. Onzedelijke reclames. Hieronder wordt verstaan: expliciete erotische reclameboodschappen met dien verstande dat er onderscheid gemaakt wordt in de mate van erotiek als reclamemiddel of als direct reclamedoel, maar ook vrouw- , kind- en dieronvriendelijke reclame, onethische of racistische en discriminerende reclame.

Artikel 7 Handhaving

  • 1. Indien in strijd wordt gehandeld met deze nadere regels zal er door of namens burgemeester en wethouders van Steenbergen handhavend worden opgetreden. De kosten komen in dat geval voor rekening van de overtreder.

  • 2. Illegale reclames worden verwijderd in opdracht van de gemeente.

NADERE REGELS VERKIEZINGSBORDEN

Artikel 8 Begripsbepalingen

  • 1. Verkiezingsbord: Een los voorwerp (een beplakte kartonnen plaat, bevestigd aan een paal), geplaatst op een openbare plaats, dat een onmiskenbare relatie heeft met de verkiezingen als bedoeld in afdeling II en V van de Kieswet, die in hetzelfde kalenderjaar gaan plaatsvinden.

Artikel 9 Nadere regels

  • 1. Het is toegestaan verkiezingsborden te plaatsen in de periode dat campagnes van de verschillende aan de verkiezingen deelnemende politieke partijen plaatsvinden tot en met de betreffende verkiezingsdag. Er moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden.

  • 2. De verkiezingsborden brengen door de omvang (max. A3), vormgeving en plaats geen schade toe aan de weg en bevestigingsplaatsen.

  • 3. Borden mogen niet bevestigd worden aan geschilderde palen.

  • 4. De verkiezingsborden leveren geen gevaar op voor de bruikbaarheid en het doelmatig, veilig, gebruik van de weg en vormt geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

  • 5. Alvorens gebruik te maken van ongeschilderde palen van een andere eigenaar/wegbeheerder dan de gemeente Steenbergen, dient bij die instantie toestemming te worden gevraagd.

  • 6. De verkiezingsborden leveren geen overlast op voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

  • 7. Een vrije doorgang in een recht doorgaande lijn van ten minste anderhalve meter breed is gewaarborgd voor voetgangers en rolstoelgebruikers.

  • 8. Er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal vier meter breed aanwezig ten behoeve van hulpdiensten.

  • 9. De verkiezingsborden leveren geen risico op voor de openbare orde en veiligheid.

  • 10. De initiatiefnemer zorgt voor een schoon en ordelijk aanzien van de verkiezingsborden en voor het schoonhouden van de openbare ruimte en in de directe omgeving daarvan.

  • 11. De verkiezingsborden zijn enkel aanwezig vanaf twee maanden voor de verkiezingsdag tot en met de dag van verkiezingen.

  • 12. De verkiezingsborden moeten uiterlijk twee dagen na de verkiezing verwijderd zijn.

  • 13. Schade die is toegebracht aan gemeentelijke eigendommen als gevolg van de verkiezingsborden zal door de gemeente voor rekening van de initiatiefnemer worden hersteld.

  • 14. Bij het plaatsen van de verkiezingsborden moet er rekening gehouden worden met de Kieswet.

NADERE REGELS GEVELTUINTJES

Artikel 10 Begripsbepaling

  • a.

    Geveltuin: een tegen de gevel aangelegd tuintje, niet zijnde bloembakken o.i.d., op de openbare weg.

Artikel 11 Nadere regels

Te bepalen dat voor de aanleg en het onderhoud van geveltuinen geen ontheffing of vergunning nodig is zoals bedoeld in artikel 2:10 lid 1 als aan de volgende nadere regels wordt voldaan:

  • 1. Het verzoek tot het aanleggen of verwijderen van een geveltuin door de eigenaar van de woning wordt gedaan of door de huurder met toestemming van de eigenaar van de woning bij de gemeente wordt ingediend d.m.v. het online aanvraagformulier op de website.

  • 2. De aanleg en verwijdering van de geveltuin door, of onder toezicht van, de gemeente plaatsvindt.

  • 3. Bij de aanleg van een geveltuin een kantopsluiting met een maximale hoogte van 15 cm is gemaakt om te voorkomen dat het aangrenzende trottoir verzakt.

  • 4. Voor de aanleg en het plaatsen van de geveltuin niet dieper dan 50 cm wordt gegraven en er een klic-melding is gedaan i.v.m. kabels en leidingen.

  • 5. De geveltuin niet breder is dan 45 cm (anderhalve stoeptegel), niet langer is dan de breedte van de woning en niet enkel aan de voor- of zijgevel van de woning wordt geplaatst.

  • 6. Het trottoir breed genoeg is voor de aanleg van de geveltuin waarbij de vrije doorgang het uitgangspunt is:

    • -

      in woonstraten ten minste een vrije doorgang van 1,50 meter;

    • -

      in winkelstraten, ontsluitingswegen en erftoegangswegen ten minste een vrije doorgang van 1,80 meter.

  • 7. De volgende straten of straatdelen komen in aanmerking voor een geveltuin:

    Dinteloord: Steenbergseweg, Oosterstraat, Oosterzijstraat, Molendijk, Westerstraat, Pr. Beatrixstraat, Wilhelminastraat, Stoofdijk, Westergroeneweg.

    Steenbergen: Visserstraat, Westdram, Kromme ellenboog, Pompstraat, Berenstraat, Nicolaas van Peckstraat, Wouwsestraat, Kruitweg, Zoutstraat, Van Hoogedorpstraat, De ram van Hagedoorn, Kleine kerkstraat, Johan van Hrimmestreijnstraat, Binnenvest, Jan van Bruheze straat, Zuidwal, Ravelijnstraat, Stadshillen, Burgermeester van Loon straat.

    Welberg: Welbergsedijk

    Kruisland: Molenstraat, Roosendaalseweg, Graaf Engelbrechtstraat.

    De Heen: Dorpseweg.

    De Heense molen: Heense Molenweg.

    Nieuw-Vossemeer: Schoolstraat, Voorstraat, Achterstraat, Wenerstraat, Hoogte, Van Rossums’laantje

  • 8. De geveltuin niet wordt afgesloten door middel van hekwerk of andere erfscheiding.

  • 9. De netheid van verzorging voldoet aan het gewenste straatbeeld en dus geen overlast veroorzaakt door bijvoorbeeld overhangende planten en het groen binnen de kantopsluiting blijft.

  • 10. Er geen grote bomen of heesters, planten met doornen of stekels of woekerende exoten (zoals bamboe) worden geplant.

  • 11. Voor het onderhoud van de geveltuin geen milieubelastende producten worden gebruikt.

  • 12. Het college is bevoegd om de aanleg van een geveltuin te weigeren of de bestaande geveltuin te verwijderen, indien dit o.a. in het kader van de ruimtelijke ordening, bescherming van het milieu, openbare orde en veiligheid, wenselijk is.

G. SLOTBEPALINGEN

  • 1.

    De nadere regels voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats 2016 treden in werking op de derde dag na die waarop zij zijn bekend gemaakt onder gelijktijdige intrekking van artikel 2.2.1 tot en met 2.2.5 van het Algemeen Uitvoeringsbesluit APV, de nadere regels terrassen d.d. 2 april 2015 de beleidsregel aankondigingsborden en lichtmastreclame gemeente Steenbergen d.d. 3 juli 2010 en de beleidsregels reclame-uitingen op geadopteerde rotondes gemeente Steenbergen 2014.

  • 2.

    De nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats 2016”.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Steenbergen op 17 november 2015

De plv. secretaris De burgemeester

R.A.J.M. Bogers R.P. van den Belt MBA

Bijlage Inrichtingsplan Markt Steenbergen

afbeelding binnen de regeling

Bijlage I

Stratenoverzicht met detailkaart, behorende bij onderdeel F. artikel 3 lid 3 nadere regels voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats 2016.

1. Nieuw-Vossemeer

a. Burgemeester Catshoeklaan gedeelte binnen kom;

b. Hoogte;

c. Schoolstraat; geen lichtmastreclame;

d. Hogendijk; geen lichtmastreclame;

2. De Heen

a. Dorpsweg; alleen binnen kom;

b. Heensedijk; alleen binnen kom;

3. Kruisland

a. Langeweg;

b. Roosendaalseweg; alleen binnen kom;

c. Molenstraat; alleen binnen kom;

4. Dinteloord

a. Steenbergseweg;

b. Havenweg; alleen binnen kom;

c. Zuideinde; alleen binnen kom;

d. Oostgroeneweg;

e. Molendijk; alleen binnen kom;

f. Bedrijventerrein Molenkreek;

5. Steenbergen-Welberg

a. Kapelaan Kockstraat;

b. Hoogstraat; alleen binnen kom;

6. Steenbergen-Stad

a. Molenweg;

b. Nassaulaan;

c. Watertorenweg;

d. Noorddonk;

e. Wipstraat;

f. Oudlandsestraat;

g. Fabrieksdijk;

h. Westdam;

i. Bedrijventerrein Reinierpolder I en II;

j. Kade;

k. Burgemeester van Loonstraat;;

l. Franseweg;

m. gedeeltes Zeelandweg-Oost; alleen binnen kom Heense Molen en Steenbergen (Reinierplder I/II)