Nadere regels voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats

Geldend van 10-05-2022 t/m heden

Intitulé

Nadere regels voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening, artikel 2:10

Burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen;;

Gelet op artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening;

Overwegende dat:

  • 1.

    in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening regels zijn opgenomen met betrekking tot het verbod tot het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats;

  • 2.

    het verbod niet geldt voor de voorwerpen zoals genoemd in artikel 2:10 lid 3, mits wordt voldaan aan de nader te stellen regels;

  • 3.

    het verbod tevens niet geldt voor de categorieën voorwerpen die door het college zijn aangewezen op grond van artikel 2.10 lid 3 sub f, mits wordt voldaan aan de nader te stellen regels;

  • 4.

    het op grond van artikel 2:10 lid 4 van de Algemene plaatselijke verordening mogelijk is om nadere regels te stellen omtrent het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats;

 

Hebben besloten vast te stellen:

 

 “Nadere regels voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats 2016”;

 

Inhoudende:

A. NADERE REGELS TERRASSEN

Op grond van artikel 2:10 lid 3 sub a en lid 4 stellen wij de volgende nadere regels omtrent terrassen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Openbare inrichting:

  • i. een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis;

  • ii. elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid.

  • 2.

    Terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.  

  • 3.

    Permanent terras: een (overkapt) blijvend terras met terrasschermen dan wel bloembakken als afbakening die niet verankerd zijn, direct gesitueerd aan de voorgevel waarbij alleen de zijkanten gesloten mogen zijn, maximaal ter breedte van de voorgevel van een openbare inrichting en al dan niet op openbaar grondgebied.

  • 4.

    Tijdelijk terras: een terras al dan niet met terrasschermen, dat niet direct aan de gevel gesitueerd is, voor maximaal de periode van 1 maart tot 1 november;

  • 5.

    Terrasscherm: (transparante) wand ter afbakening van een terras;

  • 6.

    Zonwering: een aan de gevel aangebracht scherm dat ophaalbaar is;

  • 7.

    Terrasheaters: elektrisch of gasgestookt verwarmingsapparaat voor het verwarmen van het terras, die voldoen aan de brandveiligheidsvoorschriften.

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels gelden voor de gehele gemeente Steenbergen en reguleert terrassen van openbare inrichtingen op eigen en op openbare grond.

  • 2.

    Een permanent terras mag het gehele jaar rond (1 januari t/m 31 december) worden geplaatst.

  • 3.

    Een tijdelijk terras mag maximaal in de periode van 1 maart tot 1 november worden geplaatst.

  • 4.

    Terrassen mogen geopend zijn tot uiterlijk 2:00 uur, tenzij de exploitatievergunning een andere sluitingstijd voor het terras bepaalt. De horecaondernemer moet er zorg voor dragen, dat bezoekers na sluitingstijd niet meer op het terras kunnen plaatsnemen.

  • 5.

    Voor het plaatsen van een terras op gemeentegrond zal een overeenkomst tot verhuur daarvan worden gesloten met de exploitant.

Artikel 3 Plaatsing terras

  • 1.

    Bij de plaatsing van een terras dan wel bij wijziging van de afmetingen van het terras wordt door de horecaondernemer een tekening (schaal 1:100) overgelegd, die wordt gevoegd bij de huurovereenkomst. Op de tekening dienen de afmetingen van het terras te zijn aangegeven.

  • 2.

    De inrichting van een terras moet passen binnen een definitief vastgesteld bestemmingsplan.

  • 3.

    Bij het plaatsen van een terras dient te worden voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het terras levert geen gevaar, schade of hinder op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de weg en vormt geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

    • b.

      Op wegen of weggedeelten, bestaande uit een rijbaan en een trottoir, wordt het terras zodanig ter hoogte van de eigen onderneming op het trottoir geplaatst dat een vrije doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal anderhalve meter breed aanwezig is voor voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • c.

      Het terras wordt zodanig geplaatst dat altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een rechtdoorgaande lijn van minimaal vier meter breed aanwezig is en blijft ten behoeve van hulpdiensten.

    • d.

      Een permanent terras mag alleen worden geplaatst bij een openbare inrichting. Het terras mag niet breder zijn dan de voorgevel van een openbare inrichting waartoe het terras behoort. Een vrijstaande openbare inrichting of een openbare inrichting gevestigd in een hoekpand mogen aan maximaal twee gevels een terras hebben.

  • 4.

    Het terras mag niet worden geplaatst dan wel dient geheel of gedeeltelijk te worden verwijderd:

    • a.

      Indien op de locatie van het terras (onderhouds)werkzaamheden in het algemeen belang moeten worden verricht gedurende de tijd dat deze werkzaamheden worden uitgevoerd;

    • b.

      In overleg met de organisator van een evenement en het college tijdens een evenement, markt, kermis, andere festiviteit en/of gebeurtenis van algemeen belang, tenzij het terras deel uitmaakt van de activiteit, mits voor dit evenement door de burgemeester toestemming is verleend, danwel wanneer voor de plaatsing van het terras door de burgemeester toestemming is verleend.

    • c.

      voor in- en uitgangen, alsmede nooduitgangen van een openbare inrichting of omliggende panden.

Artikel 4 Inrichting terras

  • 1.

    De inrichting van een terras bestaat uit stoelen, tafels, statafels, parasols, verlichting, verwarming, terrasschermen, een verrijdbare trolly/kastje waarin bestek en servetten gelegen zijn en eventueel bloembakken/hekjes.

  • 2.

    Terrassen mogen worden voorzien van terrasschermen. Het plaatsen van een terrasscherm dient te geschieden in overeenstemming met een verleende (tijdelijke) omgevingsvergunning, onderdeel bouwen (indien vereist) en dient te worden uitgevoerd met inachtneming van de veiligheids- en welstandseisen. Terrasschermen dienen te voldoen aan de volgende eisen:

    • -.

      de lengte van de scheidingswand mag niet langer zijn dan de diepte van het bedoelde terras;

    • -.

      de hoogte van de scheidingswand aan de zijkant mag maximaal 1,5 meter bedragen;

    • -.

      de hoogte van de scheidingswand aan de voorzijde dient lager te zijn dan de scheidingswand aan de zijkant;

    • -.

      de scheidingswand mag tot een hoogte van maximaal 1 meter van hout of plaatmateriaal zijn, daarboven moet de scheidingswand transparant zijn.

  • 3.

    Terrasschermen dienen passend te zijn bij de uitstraling van niveau 1 gebied zoals omschreven in het gemeentelijk welstandbeleidsplan. Hoogwaardig kleur- en materiaalgebruik is daarom vereist.

  • 4.

    Als begrenzing van een terras mogen ook bloembakken worden gebruikt met een hoogte van maximaal 1 meter.

  • 5.

    Open vuur op het terras is verboden met uitzondering van het gebruik van terrasheaters.

  • 6.

    Parasols dienen passend te zijn bij de uitstraling van de open ruimte. Enige terughoudendheid ten aanzien van kleur- en materiaalgebruik is vereist. Parasols mogen in uitgeklapte toestand de grenzen van het terras overschrijden. Parasols mogen niet overhangen over een terras van een aangrenzende openbare inrichting met terras.

  • 7.

    Na sluitingstijd van de horeca-inrichting mogen stoelen en tafels op terrassen blijven staan met dien verstande dat de stoelen door middel van een stalen kabel worden vastgezet.

Artikel 5 Permanent terras

  • 1.

    en permanent terras moet worden afgebakend conform het bepaalde in artikel 4, lid 2 tot en met 4.

  • 2.

    De afbakening dient uitgevoerd te worden met inachtneming van de veiligheids- en welstandseisen. Indien de welstandseisen dit toelaten is een volledige afscherming met terrasschermen mogelijk.

  • 3.

    Zonwering is toegestaan, indien het is gemaakt van brandwerende materialen.

  • 4.

    Op het terras zijn parasols toegestaan die in de grond mogen worden verankerd. Deze dienen dagelijks binnen een uur na sluitingstijd te worden ingeklapt.

Artikel 6 Tijdelijk terras

  • 1.

    Alle meubilair als omschreven in artikel 4 lid 1 aanwezig op een tijdelijk terras, dient jaarlijks uiterlijk op 1 november te worden verwijderd.

  • 2.

    Een tijdelijk terras mag worden afgebakend conform het bepaalde in artikel 4, lid 2 tot en met 4, met dien verstande dat de terrasschermen dan wel bloembakken jaarlijks uiterlijk op 1 november worden verwijderd.

  • 3.

    Op een tijdelijk terras zijn parasols toegestaan, die niet permanent verankerd zijn. Deze dienen dagelijks binnen een uur na sluitingstijd te worden ingeklapt.

Artikel 7 Verplichtingen exploitant

  • 1.

    Schade die is toegebracht aan gemeentelijke eigendommen als gevolg van het terras zal door de gemeente voor rekening van de exploitant worden hersteld.

  • 2.

    De schoonmaak van het terras geschiedt door de vergunningverlener/horeca-exploitant. De exploitant of beheerder zorgt ervoor dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van het terras, op het terras(meubilair) en in de directe nabijheid van het terras achtergebleven stoffen en/of voorwerpen en/of zwerfvuil worden verwijderd.

  • 3.

    Indien een horeca-exploitant in het kader van een te houden evenement het terras wil uitbreiden buiten de op tekening aangegeven ruimte en dit niet strijdig is met deze nadere regels terrassen, is dit slechts toegestaan met toestemming van het college van burgemeester en wethouders van Steenbergen. De uitbreiding dient vooraf op tekening te worden aangegeven en ruim twee weken voor de geplande uitbreiding van het terras schriftelijk aan het gemeentebestuur te worden voorgelegd.

  • 4.

    Door of namens het bestuursorgaan gegeven aanwijzingen in het kader van het algemene belang, de openbare orde of veiligheid dienen strikt te worden opgevolgd. Deze aanwijzingen kunnen onder ander betrekking hebben op het geheel of gedeeltelijk verplaatsen dan wel verwijderen van het terras en/of daarop aanwezige voorwerpen (zoals bijvoorbeeld glaswerk) zonder dat de exploitant aanspraak kan maken op schadevergoeding.

B. NADERE REGELS UITSTALLINGEN

Op grond van artikel 2:10 lid 3 sub b en lid 4 stellen wij de volgende nadere regels omtrent uitstallingen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Uitstalling: Een los voorwerp geplaatst voor een pand op een openbare plaats, dat een onmiskenbare relatie heeft met de bedrijfsactiviteiten van de in dat pand gevestigde onderneming, waaronder tevens wordt verstaan:

  • a.

    voorwerpen en stoffen die behoren tot het reguliere assortiment van een winkel;

  • b.

    uitstallingsmaterialen;

  • c.

    speelattracties.

Artikel 2 Nadere regels

  • 1.

    Het is toegestaan een uitstalling te plaatsen indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      De uitstalling brengt door de omvang, vormgeving, constructie, plaats of het beoogde gebruik geen schade toe aan de weg.

    • b.

      De uitstalling of het beoogde gebruik daarvan levert geen gevaar op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de weg en vormt geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

    • c.

      De uitstalling of het beoogde gebruik daarvan levert geen overlast op voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

    • d.

      Een vrije doorgang in een recht doorgaande lijn van ten minste anderhalve meter is gewaarborgd voor voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • e.

      Er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal vier meter aanwezig ten behoeve van hulpdiensten.

    • f.

      De uitstalling levert geen risico op voor de openbare orde en veiligheid.

    • g.

      De initiatiefnemer zorgt voor een schoon en ordelijk aanzien van de uitstalling en voor het schoonhouden van de openbare ruimte in de directe omgeving daarvan.

    • h.

      De uitstalling is enkel aanwezig op de weg op tijden dat de in dat pand gevestigde onderneming voor het publiek geopend is.

    • i.

      In het gebied waarin reclamebelasting wordt geheven geldt dat de maximale uitstallingruimte één meter, gemeten vanaf de gevel van het winkelpand, bedraagt.

    • j.

      De bepaling opgenomen onder d en e heeft, vanwege de beperkte breedte van het aanwezig op voor voetgangers bestemde delen van de weg, geen betrekking op uitstallingen die zijn geplaatst voor winkelpanden aan de even zijde van de Blauwstraat in Steenbergen

  • 2.

    De uitstalling die voldoet aan het in artikel 1 gestelde, mag uitsluitend aanwezig zijn ter hoogte van de eigen onderneming op voor voetgangers bestemde delen van de weg.

  • 3.

    De uitstalling mag niet worden geplaatst indien deze een belemmering vormt voor op de locatie van de uitstalling te verrichten (onderhouds)werkzaamheden, evenementen, markten, kermissen, andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang.

  • 4.

    Indien dit door of namens de gemeente, de politie of de brandweer wordt geëist in het kader van het algemene belang, de openbare orde of veiligheid, dient de uitstalling geheel of gedeeltelijk te worden verwijderd zonder dat de initiatiefnemer recht heeft op schadevergoeding.

C. NADERE REGELS BOUWOBJECTEN

Op grond van artikel 2:10 lid 3 sub c en lid 4 stellen wij de volgende nadere regels omtrent bouwobjecten.

Artikel 1 Begripsbepalingen

ouwobjecten: Voorwerpen, zoals bouwmaterialen, steigers, puinbakken, containers, keetcontainers, verhuisliften, eco-toiletten etc

Artikel 2 Nadere regels

  • 1.

    1. Het is toegestaan tijdelijk bouwobjecten te plaatsen indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      Bouwobjecten brengen door de omvang of vormgeving, constructie, plaats van bevestiging of het beoogde gebruik geen schade toe aan de weg.

    • b.

      Bouwobjecten of het beoogde gebruik daarvan leveren geen gevaar op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de weg en vormt geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

    • c.

      Bouwobjecten leveren geen overlast op voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

    • d.

      Bouwobjecten of het beoogde gebruik daarvan leveren geen risico op voor de openbare orde en veiligheid.

    • e.

      De duur van de ingebruikname van de weg of een weggedeelte bedraagt aaneensluitend niet langer dan dertig dagen.

    • f.

      Op het trottoir een vrije doorgang in een recht doorgaande lijn van ten minste anderhalve meter breed is gewaarborgd voor voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • g.

      Er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal vier meter breed aanwezig ten behoeve van hulpdiensten.

    • h.

      Het college wordt tenminste vijf werkdagen voorafgaand aan de plaatsing van de bouwobjecten in kennis gesteld met een telefonische of digitale melding.

  • 2.

    Bouwobjecten mogen niet worden geplaatst indien deze een belemmering vormen voor aan, onder, op of boven de weg te verrichten (onderhouds)werkzaamheden, evenementen, markten, kermissen, andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang.

  • 3.

    Door of namens het bestuursorgaan gegeven aanwijzingen in het kader van het algemene belang, de openbare orde of veiligheid dienen strikt te worden opgevolgd. Deze aanwijzingen kunnen onder andere betrekking hebben op het geheel of gedeeltelijk verplaatsen dan wel verwijderen van de geplaatste objecten zonder dat de initiatiefnemer aanspraak kan maken op schadevergoeding.

  • 4.

    Schade die is toegebracht aan gemeentelijke eigendommen als gevolg van bouwobjecten zal door de gemeente voor rekening van de initiatiefnemer worden hersteld.

D.  NADERE REGELS RECLAMEBORDEN

Op grond van artikel 2:10 lid 3 sub d en lid 4 stellen wij de volgende nadere regels omtrent reclameborden

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Het is toegestaan reclameborden te plaatsen indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      Reclameborden brengen door de omvang, vormgeving en plaats geen schade toe aan de weg.

    • b.

      Reclameborden leveren geen gevaar op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de weg en vormt geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

    • c.

      Reclameborden leveren geen overlast op voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

    • d.

      d. Een vrije doorgang in een recht doorgaande lijn van ten minste anderhalve meter breed is gewaarborgd voor voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • e.

      e. Er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal vier meter breed aanwezig ten behoeve van hulpdiensten.

    • f.

      f. Reclameborden leveren geen risico op voor de openbare orde en veiligheid.

    • g.

      De initiatiefnemer zorgt voor een schoon en ordelijk aanzien van reclameborden en voor het schoonhouden van de openbare ruimte in de directe omgeving daarvan.

    • h.

      Reclameborden zijn enkel aanwezig op de weg ter hoogte van de eigen onderneming en op tijden dat de in dat pand gevestigde onderneming voor het publiek geopend is.

  • 2.

    Reclameborden die voldoen aan het in artikel 2.1 gestelde, mogen uitsluitend aanwezig zijn op voor voetgangers bestemde delen van de weg.

  • 3.

    Reclameborden mogen niet worden geplaatst indien deze een belemmering vormen voor op de locatie van de reclameborden, plantenbakken en banken te verrichten (onderhouds)werkzaamheden, evenementen, markten, kermissen, andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang.

  • 4.

    Door of namens het bestuursorgaan gegeven aanwijzingen in het kader van het algemene belang, de openbare orde of veiligheid dienen strikt te worden opgevolgd. Deze aanwijzingen kunnen onder ander betrekking hebben op het geheel of gedeeltelijk verplaatsen dan wel verwijderen van de geplaatste objecten zonder dat de initiatiefnemer aanspraak kan maken op schadevergoeding.

  • 5.

    Schade die is toegebracht aan gemeentelijke eigendommen als gevolg van de reclameborden, plantenbakken en banken zal door de gemeente voor rekening van de initiatiefnemer worden hersteld

Hoofdstuk E. NADERE REGELS PLANTENBAKKEN EN BANKEN

Op grond van artikel 2:10 lid 3 sub e en lid 4 stellen wij de volgende nadere regels omtrent plantenbakken en banken.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    1. Het is toegestaan plantenbakken en banken te plaatsen indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      Plantenbakken en banken brengen door de omvang, vormgeving en plaats geen schade toe aan de weg.

    • b.

      Plantenbakken en banken leveren geen gevaar op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de weg en vormt geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

    • c.

      Plantenbakken en banken leveren geen overlast op voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

    • d.

      Een vrije doorgang in een recht doorgaande lijn van ten minste anderhalve meter breed is gewaarborgd voor voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • e.

      Er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal vier meter breed aanwezig ten behoeve van hulpdiensten.

    • f.

      Plantenbakken en banken leveren geen risico op voor de openbare orde en veiligheid.

    • g.

      De initiatiefnemer zorgt voor een schoon en ordelijk aanzien van plantenbakken en banken en voor het schoonhouden van de openbare ruimte in de directe omgeving daarvan.

  • 2.

    Plantenbakken en banken die voldoen aan het in artikel 2.1 gestelde, mogen uitsluitend aanwezig zijn op voor voetgangers bestemde delen van de weg.

  • 3.

    Plantenbakken en banken mogen niet worden geplaatst indien deze een belemmering vormen voor op de locatie van de plantenbakken en banken te verrichten (onderhouds)werkzaamheden, evenementen, markten, kermissen, andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang.

  • 4.

    Door of namens het bestuursorgaan gegeven aanwijzingen in het kader van het algemene belang, de openbare orde of veiligheid dienen strikt te worden opgevolgd. Deze aanwijzingen kunnen onder ander betrekking hebben op het geheel of gedeeltelijk verplaatsen dan wel verwijderen van de geplaatste objecten zonder dat de initiatiefnemer aanspraak kan maken op schadevergoeding.

  • 5.

    Schade die is toegebracht aan gemeentelijke eigendommen als gevolg van de plantenbakken en banken zal door de gemeente voor rekening van de initiatiefnemer worden hersteld

Hoofdstuk F. AANWIJZINGSBESLUIT EN NADERE REGELS OVERIGE CATEGORIEËN VOORWERPEN

Op grond van artikel 2:10 lid 3 sub f en lid 4 stellen wij de volgende nadere regels omtrent overige door het college aan te wijzen categorieën voorwerpen.

Artikel 1

Het college wijst op grond van artikel 2:10 lid 3 sub f de volgende categorieën van voorwerpen aan, waarvoor het verbod van artikel 2:10 lid 1 niet geldt, mits wordt voldaan aan de door het college te stellen nadere regels:

  • a.

    aankondigingsborden, plakzuilen, lichtmastreclame en LED-reclameborden;

  • b.

    reclame-uitingen op geadopteerde rotondes;

  • c.

    verkiezingsborden;

  • d.

    geveltuintjes

NADERE REGELS AANKONDIGINGSBORDEN EN LICHTMASTRECLAME

Artikel 2 Begripsbepalingen

  • a.

    Aankondigingsborden: Reclameborden ter aankondiging van een evenement ofwel een activiteit van een bedrijf;

  • b.

    Lichtmastreclame: al dan niet verlichte reclameborden op hoogte bevestigd aan lichtmasten veelal in combinatie met bewegwijzering;

  • c.

    Lichtmast: een mast op een openbare plaats in eigendom van de gemeente Steenbergen en uitgerust met een lichtbron van openbare verlichting;

  • d.

    Plakzuilen: ronde kunststof zuilen bedoeld voor het plakken van posters.

  • e.

    LED-reclameborden: reclamezuilen waarop mededelingen op LED-schermen worden gedaan;

  • f.

    Weg: zie artikel 1.1 APV;

  • g.

    Bebouwde kom: zie artikel 1.1 APV;

  • h.

    Handelsreclame: zie artikel 1.1 APV;

  • i.

    Evenement: zie artikel 2:24 APV;

  • j.

    Commerciële activiteiten: Commerciële reclame van een bedrijf met een incidenteel karakter, niet zijnde een evenement;

  • k.

    Niet-commerciële activiteit: Een aankondiging van niet-commerciële aard met een incidenteel karakter van een bedrijf dan wel organisatie, met eventueel landelijke uitstraling;

  • l.

    Straat: De openbare verharde weg tussen de rijen huizen van een kern, waarbij het naambord van de straat maatgevend is.

Artikel 3 Nadere regels

  • 1.

    Het is verboden om aan lichtmasten, bomen, hekwerken, ed. sandwichborden of driehoeksborden (veelal kartonnen borden die willekeurig met een bindstrip of ijzerdraad worden aangebracht) of daarmee vergelijkbare, uitingen te bevestigen.

  • 2.

    Het aanbrengen van aankondigingsborden en plakzuilen geschiedt exclusief door partij die de aanbesteding heeft gewonnen, conform de op 21 maart 2018 verzonden opdrachtbrief met kenmerk UM1801287.

  • 3.

    Voor de locaties van de aankondigingsborden wordt verwezen naar de opdrachtbrief en bijbehorende stukken.

  • 4.

    Het aankondigingbord heeft de volgende maximale afmetingen: 1 meter breed X 1,5 meter hoog;

  • 5.

    De verkeersveiligheid mag op geen enkele wijze in gevaar komen. Daarom moeten aankondigingborden zodanig bevestigd zijn dat zij niet verder uitsteken dan strikt noodzakelijk en geen ander potentieel gevaar opleveren voor de passanten.

  • 6.

    De plakzuilen worden geplaatst op de volgende locaties: de Molenstraat te Kruisland en het Vletterstraatje te Nieuw-Vossemeer.

  • 7.

    De plakzuilen betreffen ronde kunststof plakzuilen. De plakzuilen zijn 2,50 meter hoog en 63 cm breed.

  • 8.

    Op de plakzuilen mogen slechts posters worden aangeplakt door verenigingen en stichtingen zonder winstoogmerk.

  • 9.

    Het aanbrengen van LED-reclameborden geschiedt exclusief door de partij die de aanbesteding heeft gewonnen, conform de op 29 maart 2018 toegezonden opdrachtbrief met kenmerk UM1801312.

  • 10.

    De LED-reclameborden worden geplaatst op de volgende locaties: Zeelandweg-Oost te Steenbergen, Franseweg te Steenbergen en Steenbergseweg te Dinteloord.

  • 11

    Het aanbrengen van lichtmastreclames aan lichtmasten geschiedt exclusief door de partij met wie een concessieovereenkomst is gesloten met kenmerk 1305298.

NADERE REGELS RECLAME-UITINGEN OP GEADOPTEERDE ROTONDES

Artikel 4 Begripsbepalingen

  • a.

    Adoptant: Het bedrijf, instantie of instelling die het beheer van het middeneiland van de rotonde of het plantsoen overneemt in ruil voor het mogen plaatsen van een reclame-uiting.

  • b.

    Bebouwde kom: zie artikel 1.1 APV;

  • c.

    Reclame-uiting op geadopteerde rotonde: Een op een rotondes geplaatste bordconstructie dat qua uitvoering een integraal onderdeel is van het inrichtingsplan van de adoptant en waarvan het aangebrachte tekstopschrift en/of beeldmerk onmiskenbaar bijdraagt aan de profilering en naamsbekendheid van de adverteerder als adoptant van de rotonde.

Artikel 5 Nadere regels

  • 1.

    Deze nadere regels zien op de adoptie van het middeneiland van een rotonde in combinatie met reclamevoering het plaatsen van de reclame-uiting welke bijdraagt aan het profileren en het maken van naamsbekendheid van de adverteerder als adoptant van de rotonde.

  • 2.

    Het aanbrengen van de reclame-uitingen geschiedt na het sluiten van een overeenkomst voor de adoptie van de rotonde.

  • 3.

    <vervallen>

  • 4.

    Het plaatsen van reclame uitingen op een geadopteerde rotonde is toegestaan indien:

    • a.

      de reclame-uiting ondergeschikt is aan de inrichting van de rotonde en aan de rotonde als verkeersvoorziening;

    • b.

      het aangebrachte tekstopschrift en/of beeldmerk direct gerelateerd is aan de adoptant;

    • c.

      op het bord geen productreclame, actiereclame en dergelijke wordt gevoerd.

    • d.

      de uiting niet in strijd is met de regels van de (landelijke) Reclame Code Commissie

    • e.

      de reclame-uiting de volgende maximale afmetingen heeft:70 cm bij 50 cm.

    • f.

      <vervallen>

    • g.

      de uiting uit degelijk en weerbestendig materiaal bestaat;

    • h.

      maximaal 1 reclame-uiting per wegaansluiting op de rotonde wordt aangebracht;

    • i.

      de uiting niet wordt verlicht;

    • j.

      de uiting niet retroreflecterend of bewegend is.

  • 5.

    De verkeersveiligheid mag op geen enkele wijze in gevaar komen. Daarom moeten de reclame-uitingen minimaal 0.60 cm uit de binnenrand van de verharding rondom het middeneiland van de rotonde worden geplaatst zodat deze geen belemmering vormen voor de verkeersveiligheid.

NADERE REGELS DIE GELDEN VOOR ALLE VORMEN VAN RECLAME:

Artikel 6 Onwenselijke reclamevormen

  • 1.

    Als onwenselijke vormen van reclame worden alcohol-, tabak- , vuurwerk- en onzedelijke reclames beschouwd.

  • 2.

    Reclameborden voor alcoholhoudende dranken zijn niet toegestaan in het zicht van ontwenningsklinieken of onderwijsinstellingen die in meerderheid door minderjarigen worden bezocht en langs snelwegen of wegen buiten de bebouwde kom. In het verlengde hiervan wordt een reclameverbod voor coffeeshops en haar producten geschaard, welke overigens binnen het op nationale schaal altijd geaccepteerde gedoogregime niet mogen adverteren;

  • 3.

    Tabaksreclame via reclameborden is in principe niet verboden. Per 31 juli 2005 is de communautaire richtlijn inzake tabaksreclame van kracht.

  • 4.

    Vuurwerkreclame via reclameborden is in principe niet verboden. Echter is deze uiting van reclame niet gewenst.

  • 5.

    Onzedelijke reclames. Hieronder wordt verstaan: expliciete erotische reclameboodschappen met dien verstande dat er onderscheid gemaakt wordt in de mate van erotiek als reclamemiddel of als direct reclamedoel, maar ook vrouw- , kind- en dieronvriendelijke reclame, onethische of racistische en discriminerende reclame.

Artikel 7 Handhaving

  • 1.

    Indien in strijd wordt gehandeld met deze nadere regels zal er door of namens burgemeester en wethouders van Steenbergen handhavend worden opgetreden. De kosten komen in dat geval voor rekening van de overtreder.

  • 2.

    Illegale reclames worden verwijderd in opdracht van de gemeente.

NADERE REGELS VERKIEZINGSBORDEN

Artikel 8 Begripsbepalingen

  • 1.

    Verkiezingsbord: Een los voorwerp (een beplakte kartonnen plaat, bevestigd aan een paal), geplaatst op een openbare plaats, dat een onmiskenbare relatie heeft met de verkiezingen als bedoeld in afdeling II en V van de Kieswet, die in hetzelfde kalenderjaar gaan plaatsvinden.

Artikel 9 Nadere regels

  • 1.

    Het is toegestaan verkiezingsborden te plaatsen in de periode dat campagnes van de verschillende aan de verkiezingen deelnemende politieke partijen plaatsvinden tot en met de betreffende verkiezingsdag. Er moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden.

  • 2.

    De verkiezingsborden brengen door de omvang (max. A3), vormgeving en plaats geen schade toe aan de weg en bevestigingsplaatsen.

  • 3.

    Borden mogen niet bevestigd worden aan geschilderde palen.

  • 4.

    De verkiezingsborden leveren geen gevaar op voor de bruikbaarheid en het doelmatig, veilig, gebruik van de weg en vormt geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

  • 5.

    Alvorens gebruik te maken van ongeschilderde palen van een andere eigenaar/wegbeheerder dan de gemeente Steenbergen, dient bij die instantie toestemming te worden gevraagd.

  • 6.

    De verkiezingsborden leveren geen overlast op voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

  • 7.

    Een vrije doorgang in een recht doorgaande lijn van ten minste anderhalve meter breed is gewaarborgd voor voetgangers en rolstoelgebruikers.

  • 8.

    Er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal vier meter breed aanwezig ten behoeve van hulpdiensten.

  • 9.

    De verkiezingsborden leveren geen risico op voor de openbare orde en veiligheid.

  • 10.

    De initiatiefnemer zorgt voor een schoon en ordelijk aanzien van de verkiezingsborden en voor het schoonhouden van de openbare ruimte en in de directe omgeving daarvan.

  • 11.

    De verkiezingsborden zijn enkel aanwezig vanaf twee maanden voor de verkiezingsdag tot en met de dag van verkiezingen.

  • 12.

    De verkiezingsborden moeten uiterlijk twee dagen na de verkiezing verwijderd zijn.

  • 13.

    Schade die is toegebracht aan gemeentelijke eigendommen als gevolg van de verkiezingsborden zal door de gemeente voor rekening van de initiatiefnemer worden hersteld.

  • 14.

    Bij het plaatsen van de verkiezingsborden moet er rekening gehouden worden met de Kieswet.

NADERE REGELS GEVELTUINTJES

Artikel 10 Begripsbepaling

  • a.

    Geveltuin: een tegen de gevel aangelegd tuintje, niet zijnde bloembakken o.i.d., op de openbare weg.

Artikel 11 Nadere regels

Te bepalen dat voor de aanleg en het onderhoud van geveltuinen geen ontheffing of vergunning nodig is zoals bedoeld in artikel 2:10 lid 1 als aan de volgende nadere regels wordt voldaan:

  • 1.

    Het verzoek tot het aanleggen of verwijderen van een geveltuin door de eigenaar van de woning wordt gedaan of door de huurder met toestemming van de eigenaar van de woning bij de gemeente wordt ingediend d.m.v. het online aanvraagformulier op de website.

  • 2.

    De aanleg en verwijdering van de geveltuin door, of onder toezicht van, de gemeente plaatsvindt.

  • 3.

    Bij de aanleg van een geveltuin een kantopsluiting met een maximale hoogte van 15 cm is gemaakt om te voorkomen dat het aangrenzende trottoir verzakt.

  • 4.

    Voor de aanleg en het plaatsen van de geveltuin niet dieper dan 50 cm wordt gegraven en er een klic-melding is gedaan i.v.m. kabels en leidingen.

  • 5.

    De geveltuin niet breder is dan 45 cm (anderhalve stoeptegel), niet langer is dan de breedte van de woning en niet enkel aan de voor- of zijgevel van de woning wordt geplaatst.

  • 6.

    Het trottoir breed genoeg is voor de aanleg van de geveltuin waarbij de vrije doorgang het uitgangspunt is:

    • -

      in woonstraten ten minste een vrije doorgang van 1,50 meter;

    • -

      in winkelstraten, ontsluitingswegen en erftoegangswegen ten minste een vrije doorgang van 1,80 meter.

  • 7.

    De volgende straten of straatdelen komen in aanmerking voor een geveltuin:

    Dinteloord: Steenbergseweg, Oosterstraat, Oosterzijstraat, Molendijk, Westerstraat, Pr. Beatrixstraat, Wilhelminastraat, Stoofdijk, Westergroeneweg.

    Steenbergen: Visserstraat, Westdram, Kromme ellenboog, Pompstraat, Berenstraat, Nicolaas van Peckstraat, Wouwsestraat, Kruitweg, Zoutstraat, Van Hoogedorpstraat, De ram van Hagedoorn, Kleine kerkstraat, Johan van Hrimmestreijnstraat, Binnenvest, Jan van Bruheze straat, Zuidwal, Ravelijnstraat, Stadshillen, Burgermeester van Loon straat.

    Welberg: Welbergsedijk

    Kruisland: Molenstraat, Roosendaalseweg, Graaf Engelbrechtstraat.

    De Heen: Dorpseweg.

    De Heense molen: Heense Molenweg.

    Nieuw-Vossemeer: Schoolstraat, Voorstraat, Achterstraat, Wenerstraat, Hoogte, Van Rossums’laantje

  • 8.

    De geveltuin niet wordt afgesloten door middel van hekwerk of andere erfscheiding.

  • 9.

    De netheid van verzorging voldoet aan het gewenste straatbeeld en dus geen overlast veroorzaakt door bijvoorbeeld overhangende planten en het groen binnen de kantopsluiting blijft.

  • 10.

    Er geen grote bomen of heesters, planten met doornen of stekels of woekerende exoten (zoals bamboe) worden geplant.

  • 11.

    Voor het onderhoud van de geveltuin geen milieubelastende producten worden gebruikt.

  • 12.

    Het college is bevoegd om de aanleg van een geveltuin te weigeren of de bestaande geveltuin te verwijderen, indien dit o.a. in het kader van de ruimtelijke ordening, bescherming van het milieu, openbare orde en veiligheid, wenselijk is.

G. SLOTBEPALINGEN

  • 1.

    De nadere regels voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats 2016 treden in werking op de derde dag na die waarop zij zijn bekend gemaakt onder gelijktijdige intrekking van artikel 2.2.1 tot en met 2.2.5 van het Algemeen Uitvoeringsbesluit APV, de nadere regels terrassen d.d. 2 april 2015 de beleidsregel aankondigingsborden en lichtmastreclame gemeente Steenbergen d.d. 3 juli 2010 en de beleidsregels reclame-uitingen op geadopteerde rotondes gemeente Steenbergen 2014.

  • 2.

    De nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats 2016”.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Steenbergen op 17 november 2015

De plv. secretaris De burgemeester

R.A.J.M. Bogers R.P. van den Belt MBA

Bijlage I

Stratenoverzicht met detailkaart, behorende bij onderdeel F. artikel 3 lid 3 nadere regels voorwerpen op of aan de weg/openbare plaats 2016.

1. Nieuw-Vossemeer

a. Burgemeester Catshoeklaan gedeelte binnen kom;

b. Hoogte;

c. Schoolstraat; geen lichtmastreclame;

d. Hogendijk; geen lichtmastreclame;

2. De Heen

a. Dorpsweg; alleen binnen kom;

b. Heensedijk; alleen binnen kom;

3. Kruisland

a. Langeweg;

b. Roosendaalseweg; alleen binnen kom;

c. Molenstraat; alleen binnen kom;

4. Dinteloord

a. Steenbergseweg;

b. Havenweg; alleen binnen kom;

c. Zuideinde; alleen binnen kom;

d. Oostgroeneweg;

e. Molendijk; alleen binnen kom;

f. Bedrijventerrein Molenkreek;

5. Steenbergen-Welberg

a. Kapelaan Kockstraat;

b. Hoogstraat; alleen binnen kom;

6. Steenbergen-Stad

a. Molenweg;

b. Nassaulaan;

c. Watertorenweg;

d. Noorddonk;

e. Wipstraat;

f. Oudlandsestraat;

g. Fabrieksdijk;

h. Westdam;

i. Bedrijventerrein Reinierpolder I en II;

j. Kade;

k. Burgemeester van Loonstraat;;

l. Franseweg;

m. gedeeltes Zeelandweg-Oost; alleen binnen kom Heense Molen en Steenbergen (Reinierplder I/II)