Legesverordening provincie Flevoland 2016

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Legesverordening provincie Flevoland 2016

Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig het bepaalde in artikel 36 van de Provinciewet bekend dat Provinciale Staten in hun vergadering van 11 november 2015 onder nummer 1794315 het volgende besluit hebben genomen:

De Legesverordening provincie Flevoland 2016 vast te stellen, waarbij met ingang van 1 januari 2016 de Tarieventabel 2015 wordt ingetrokken en de Tarieventabel 2016 in werking treedt.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “leges” worden rechten geheven ter zake van het door of vanwege de provincie verlenen van diensten, genoemd in de bij deze verordening behorende, daarvan deel uitmakende, tarieventabel.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is aangevraagd.

Artikel 3 Vrij stellingen

  • 1. Leges worden niet geheven voor diensten welke zijn aangevraagd:

    • a.

      en op grond van een wettelijk voorschrift kosteloos moeten worden verstrekt;

    • b.

      door of ten behoeve van politieke groeperingen, die hebben deelgenomen aan de laatstgehouden verkiezingen voor Provinciale Staten in de provincie Flevoland, voorzover het betreft de afgifte van stukken als bedoeld in titel 1.2 van de tarieventabel, tot ten hoogste drie exemplaren van die stukken ten behoeve van dezelfde groepering;

    • c.

      door of ten behoeve van landelijke dagbladen en weekbladen, alsmede door of ten behoeve van dagbladen en huis-aan-huis-bladen die in de provincie Flevoland worden verspreid, voor zover het betreft afgifte van stukken als bedoeld in titel 1.2 van de tarieventabel, tot ten hoogste een exemplaar per blad;

    • d.

      door of ten behoeve van het rijk, gemeenten, waterschappen en andere openbare lichamen indien en voorzover deze vrijstelling op basis van wederkerigheid wordt verleend.

  • 2. Verordening van Provinciale Staten van de provincie Flevoland houdende belastingregels voor leges Legesverordening 2016 provincie Flevoland

Artikel 4 Tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de tarieven en de heffingsmaatstaven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Bij de vaststelling van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieven tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1.

    De leges worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke of digitale kennisgeving.

  • 2.

    Na het ontstaan van de belastingplicht kunnen aan de belastingplichtige één of meer voorlopig gevorderde bedragen worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de leges vermoedelijk zullen worden vastgesteld.

Artikel 6 Tijdstip van betaling

De leges moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving als bedoeld in artikel 5, eerste lid.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Teruggaaf

  • 1.

    Indien een aanvraag voor een beschikking waarvoor als gevolg van deze verordening leges worden geheven, wordt ingetrokken voordat op de aanvraag is beschikt, of indien de aanvraagde beschikking wordt geweigerd, wordt teruggaaf van 50% van het gevorderde bedrag verleend.

  • 2.

    In afwijking van het voorgaande lid is teruggaaf niet van toepassing op verhogingen welke in de tarieventabel als zodanig zijn omschreven.

  • 3.

    Leges als bedoeld in artikel 5.1 van de tarieventabel worden per 1 januari 2019 ambtshalve volledig gerestitueerd als de aanvraag om een tegemoetkoming in faunaschade als bedoeld in artikel 6, eerste lid van de Wet natuurbescherming wordt gehonoreerd door het verlenen van een tegemoetkoming.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, welke zich bij toepassing van deze verordening mochten voordoen.

Artikel 10 Nadere regels door het college van gedeputeerde staten

Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.

Artikel 11 Nakoming van verplichtingen

De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) , dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 230 van de Provinciewet, gelden mede jegens de door Gedeputeerde Staten aangewezen provinciale ambtenaren.

Artikel 12 Rente

  • 1.

    Het bepaalde in hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake de invorderingsrente vindt toepassing op de invordering van de leges.

  • 2.

    De ministeriële regeling genoemd in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 vindt daarbij overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    De Legesverordening provincie Flevoland 2015, vastgesteld bij besluit van 26 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde Ingangsdatum van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de dag van bekendmaking. Dit is tevens de Ingangsdatum van de heffing.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening provincie Flevoland 2016".

Ondertekening

Lelystad, 16 november 2015
Gedeputeerde Staten van Flevoland, T. van der Wal, secretaris L. Verbeek, voorzitter

Toelichting De Legesverordening provincie Flevoland 2016 betreft het aanpassen van de legestarieven aan loon- en prijsontwikkelingen.

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij artikel 4, lid 1 van de Legesverordening provincie Flevoland 2016

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Diversen

Artikel 1.1 Gedoogbeschikkingen

 

Tarief 2024

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het – vooruitlopend op een omgevingsvergunning als bedoeld in de volgende bepalingen - verstrekken van een gedoogbeschikking:

860,00

Artikel 1.2 Advies met instemming

 

Tarief 2024

Het tarief bedraagt voor het afgeven/verlenen van advies met instemming op een aanvraag van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet en het Omgevingsbesluit, welke niet specifiek in de tarieventabel is opgenomen:

 
 

Artikel 1.3 Verzoek tot machtiging

 

Tarief 2024

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot een machtiging – om vooruitlopend op een (onherroepelijke) omgevingsvergunning– te verstrekken:

860,00

HOOFDSTUK 2. DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

  • 1.

    Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bedoeld in artikel 1.1 van de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit en de Omgevingsregeling en in de -bijlagen- bij het Omgevingsprogramma en de Omgevingsverordening provincie Flevoland, zijn ook van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 
  • 2.

    In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 
  • a.

    een omgevingstafeloverleg;

Nihil

  • b.

    een intaketafel;

Nihil

  • c.

    een omgevingsvergunning;

 
  • d.

    advies met instemming

 
  • e.

    een besluit inzake verkeer en vervoer;

 
  • f.

    een maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 
  • g.

    toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 
  • h.

    een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 
  • i.

    een wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen c, d en e;

 
  • j.

    een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen c tot en met g.

 
  • k.

    een machtiging.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

Tarief 2024

  • 1.

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk (paragraaf 2.6, 2.8) en hoofdstuk 3 als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, bedraagt het tarief:

  • Categorie 1. Eén tot vijf milieubelastende activiteiten;

5.764,00

  • Categorie 2. Vijf tot tien milieubelastende activiteiten;

15.170,00

  • Categorie 3. Tien tot vijftien milieubelastende activiteiten;

30.966,00

  • Categorie 4. Vijftien of meer milieubelastende activiteiten.

32.219,00

  • 2.

    Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 
 
  • 3.

    Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

2.590,00

  • 4.

    Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift in te trekken bedraagt:

835,00

  • 5.

    Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift in te trekken bedraagt:

1.136,00

  • 6.

    Er wordt een tariefdifferentiatie toegepast indien:

 

  • a. een vergunningsaanvraag wordt ingetrokken;

50% van totale legesbedrag

  • b. een vergunningsaanvraag wordt afgewezen (weigering);

50% van totale legesbedrag

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg en concept aanvragen

 
 
  • 1.

    Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van vooroverleg (omgevingstafel) voor het verkrijgen van een indicatie of een of meer activiteiten passen in het overheidsbeleid over de fysieke leefomgeving, waaronder de omgevingsvisie van de provincie en andere overheidsinstanties, en kansrijk is om verder te ontwikkelen (intaketafel), bedraagt het tarief:

Nihil

  • 2.

    Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van vooroverleg (omgevingstafel) voor het verkrijgen van een integraal advies over een of meer activiteiten, waarmee de initiatiefnemer de vergunningaanvraag kan opstellen en indienen (omgevingstafel), bedraagt het tarief:

Nihil

  • 3.

    Als de aanvraag betrekking heeft op het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

 
 

Paragraaf 2.2 Wateronttrekkingsactiviteiten en open bodemenergiesystemen

Artikel 2.5 Openbare drinkwatervoorziening

 

Tarief 2024

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor het onttrekken van grondwater voor de openbare drinkwatervoorziening, als bedoeld in artikel 16.4 van het Besluit activiteiten leefomgeving:

  • a.

    tot 500.000 m3 netto per jaar

10.379,00

  • b.

    vanaf 500.000 m3 tot 1.000.000 m3 netto per jaar

12.529,00

  • c.

    vanaf 1.000.000 m3 tot 3.000.000 m3 netto per jaar

13.605,00

  • d.

    vanaf 3.000.000 m3 netto per jaar

14.680,00

Artikel 2.6 Industriële onttrekkingen meer dan 150.000 m3/jaar

 

Tarief 2024

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor het onttrekken van grondwater voor industriële doeleinden, als bedoeld in artikel 16.4 van het Besluit activiteiten leefomgeving:

  • a.

    vanaf 150.000 m3 tot 500.000 m3 netto per jaar

10.379,00

  • b.

    vanaf 500.000 m3 tot 1.000.000 m3 netto per jaar

12.529,00

  • c.

    vanaf 1.000.000 m3 tot 3.000.000 m3 netto per jaar

13.605,00

  • d.

    vanaf 3.000.000 m3 netto per jaar

14.680,00

Artikel 2.7 Open bodemenergiesysteem

 

Tarief 2024

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor het aanleggen of gebruiken van een open bodemenergiesysteem, als bedoeld in artikel 3.19 van het Besluit activiteiten leefomgeving:

a. met een pompcapaciteit die meer bedraagt dan 10 m3 per uur

  • i.

    tot 100.000 m3 per jaar

6.077,00

  • ii.

    vanaf 100.000 m3 tot 500.000 m3 per jaar

6.615,00

  • iii.

    vanaf 500.000 m3 tot 1.000.000 m3 per jaar

7.152,00

  • iv.

    vanaf 1.000.000 m3 per jaar

8.228,00

b. met een pompcapaciteit die niet meer bedraagt dan 10 m3 per uur in een bij omgevingsplan of omgevingsverordening aangewezen interferentiegebied.

Nihil

Paragraaf 2.3 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.8 Seveso-inrichting

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.1 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Variant (tariefdifferentiatie)

  • a.

    bij een hogedrempelinrichting, als bedoeld in artikel 4.14 van het Besluit activiteiten leefomgeving

  • b.

    bij een lage drempel-inrichting, als bedoeld in artikel 4.14 van het Besluit activiteiten leefomgeving

Artikel 2.9 Grootschalige energieopwekking

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Variant (tariefdifferentiatie)

  • a.

    bij een nominaal thermisch vermogen van minder dan 100MW

  • b.

    bij een nominaal thermisch vermogen van 100MW of meer

Artikel 2.10 Raffinaderij

 
 

Als de aanvraag om een vergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.3 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Variant (tariefdifferentiatie)

  • a.

    bij een verwerkingscapaciteit van minder dan 2 miljoen tot per jaar

  • b.

    bij een verwerkingscapaciteit van 2 miljoen tot per jaar of meer

Artikel 2.11 Maken van cokes

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Variant (tariefdifferentiatie)

  • a.

    bij een verwerkingscapaciteit van minder dan 100.000 ton per jaar

  • b.

    bij een verwerkingscapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer

Artikel 2.12 Vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit [als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet] bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Variant 1 (tariefdifferentiatie)

  • a.

    bij een verwerkingscapaciteit van minder dan 100.000 ton per jaar

  • b.

    bij een verwerkingscapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer

Variant 2 (tariefdifferentiatie)

  • a.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen, bedoeld in categorie 1.4 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • b.

    het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen;

  • c.

    het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het briketteren of walsen van steenkool of bruinkool;

  • d.

    het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het maken van steenkoolproducten of vaste rookvrije brandstof.

Artikel 2.13 Basismateriaal

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Variant 1 (tariefdifferentiatie)

  • a.

    bij een productiecapaciteit van minder dan 100.000 ton per jaar

  • b.

    bij een productiecapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer

Variant 2 (tariefdifferentiatie)

  • a.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het roosten of sinteren van ertsen, bedoeld in categorie 2.1 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • b.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van ijzer of staal, bedoeld in categorie 2.2 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • c.

    het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het maken van ijzer of staal;

  • d.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het verwerken van ferrometalen door warmwalsen, smeden met hamers of het aanbrengen van deklagen van gesmolten metaal, bedoeld in categorie 2.3 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • e.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het smelten of gieten van ferrometalen, bedoeld in categorie 2.4 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • f.

    het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het smelten of gieten van ferrometalen; en

  • g.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het winnen van ruwe non-ferrometalen uit erts, concentraat of secundaire grondstoffen, het smelten, met inbegrip van het legeren, en het gieten van non-ferrometalen, bedoeld in categorie 2.5 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies.

Artikel 2.14 Complexe minerale industrie

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Variant 1 (tariefdifferentiatie)

  • a.

    bij een productiecapaciteit van minder dan 1.000.000 ton per jaar

  • b.

    bij een productiecapaciteit van 1.000.000 ton per jaar of meer

Variant 2 (tariefdifferentiatie)

  • a.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van cement, cementklinkers, ongebluste kalk en magnesiumoxide, bedoeld in categorie 3.1 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • b.

    het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het maken van cement, cementklinkers, ongebluste kalk en magnesiumoxide;

  • c.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het winnen van asbest of het maken van asbestproducten, bedoeld in categorie 3.2 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • d.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van glas, met inbegrip van het maken van glasvezels, bedoeld in categorie 3.3 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • e.

    het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het maken van glas, met inbegrip van het maken van glasvezels;

  • f.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het smelten van minerale stoffen, en het maken van mineraalvezels, glazuren of emailles, bedoeld in categorie 3.4 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • g.

    het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het smelten van minerale stoffen, en het maken van mineraalvezels, glazuren of emailles; en

  • h.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van koolstof of elektrografiet door verbranding of grafitisering, bedoeld in categorie 6.8 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies.

Artikel 2.15 Basischemie

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Variant 1 (tariefdifferentiatie)

  • a.

    bij een productiecapaciteit van minder dan 100.000 ton per jaar

  • b.

    bij een productiecapaciteit van minder dan 300.000 ton per jaar

Variant 2 (tariefdifferentiatie)

  • a.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van organisch-chemische producten, bedoeld in categorie 4.1 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • b.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van anorganisch-chemische producten, bedoeld in categorie 4.2 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • c.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van fosfaathoudende, stikstofhoudende of kaliumhoudende meststoffen, bedoeld in categorie 4.3 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • d.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van producten voor gewasbescherming of van biociden, bedoeld in categorie 4.4 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • e.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van farmaceutische producten, bedoeld in categorie 4.5 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies; en

  • f.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van explosieven, bedoeld in categorie 4.6 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies.

Artikel 2.16 Complexe papierindustrie, houtindustrie en textielindustrie

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Variant 1 (tariefdifferentiatie)

  • a.

    bij een productiecapaciteit van minder dan 300.000 ton per jaar

  • b.

    bij een productiecapaciteit van 300.000 ton per jaar of meer

Variant 2 (tariefdifferentiatie)

  • a.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van papierstof, papierpulp, papier, karton, of oriented strand board, spaanplaat of vezelplaat van hout, bedoeld in categorie 6.1 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • b.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het voorbehandelen of het verven van textielvezels of textiel, bedoeld in categorie 6.2 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies.

Artikel 2.17 Afvalbeheer ippc-installaties

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.10 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Variant 1 (tariefdifferentiatie)

  • a.

    bij een verwerkingscapaciteit van minder dan 100.000 ton per jaar

  • b.

    bij een verwerkingscapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer

Variant 2 (tariefdifferentiatie)

  • c.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het verwijderen of nuttig toepassen van gevaarlijke afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.1 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • a.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het verwijderen of nuttig toepassen van ongevaarlijke afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.3 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

  • b.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het tijdelijk opslaan van gevaarlijke afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.5 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies; en

  • c.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het ondergronds opslaan van gevaarlijke afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.6 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies.

Artikel 2.18 Kadavers of dierlijk afval

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.11 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Variant (tariefdifferentiatie)

  • a.

    bij een verwerkingscapaciteit van minder dan 100.000 ton per jaar;

  • b.

    bij een verwerkingscapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer.

 

Artikel 2.19 Stortplaats of winningafvalvoorziening

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.12 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Variant (tariefdifferentiatie)

  • a.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het storten van afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.4 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies, bij een capaciteit van de stortplaats van minder dan 10.000.000 m3 baggerspecie of 250.000 m3 andere ongevaarlijke afvalstoffen

  • b.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het storten van afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.4 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies bij een capaciteit van de stortplaats van 10.000.000 m3 baggerspecie of 250.000 m3 andere ongevaarlijke afvalstoffen of meer

  • c.

    het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het storten van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen op een stortplaats;

  • d.

    het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het storten of verzamelen van winningsafvalstoffen in een winningsafvalvoorziening.

  • e.

    het exploiteren van een ippc-installatie voor het storten van afvalstoffen, bedoeld in categorie 5.4 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies;

Artikel 2.20 Verbranden van afvalstoffen in een ippc-installatie

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.13 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Variant (tariefdifferentiatie)

  • a.

    bij een verbrandingscapaciteit van minder dan 100.000 ton per jaar

  • b.

    bij een verbrandingscapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer

  • c.

    onverminderd paragraaf 4.4 van het Besluit activiteiten leefomgeving bedraagt het tarief bij (mee)verbranden van gevaarlijk afval

Artikel 2.21 Grootschalige mestverwerking

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit activiteiten in de categorie complexe bedrijven als bedoeld in de paragraaf 3.3.14 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

Variant (tariefdifferentiatie)

  • a.

    bij een verwerkingscapaciteit van minder dan 100.000 ton per jaar

  • b.

    bij een verwerkingscapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer

Paragraaf 2.3 Ontgrondingsactiviteiten

Artikel 2.22 Ontgrondingen op land en in regionale wateren

 

Tarief 2024

1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor ontgrondingsactiviteiten, als bedoeld in artikel 5.1, lid 1, onder c, van de Omgevingswet, ten behoeve van de doeleinden natuurontwikkeling en archeologie:

Nihil

2. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor ontgrondingsactiviteiten, als bedoeld in artikel 5.1, lid 1, onder c, van de Omgevingswet:

  • a.

    waarbij tot 100.000 m3 in situ wordt ontgraven

6.717,00

  • b.

    waarbij vanaf 100.000 m3 in situ wordt ontgraven

7.720,00

Paragraaf 2.4 Natuur activiteiten

Artikel 2.23 Natura 2000-activiteit

 

Tarief 2024

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 4.6, lid 1 en artikel 4.12, lid 2 van het Omgevingsbesluit bedraagt het tarief:

Nihil

Artikel 2.24 Flora- en fauna-activiteit

 

Tarief 2024

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 4.6, lid 1, onder e en artikel 4.12, lid 2 en lid 3 van het Omgevingsbesluit bedraagt het tarief:

Nihil

Artikel 2.25 Overig

 

Tarief 2024

  • 1.

    Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een beoordeling van een natuuractiviteiten of projecten bedraagt het tarief:

Nihil

  • 2.

    Het tarief bedraagt voor het melden van kappen/vellen van houtopstanden:

Nihil

  • 3.

    Het tarief bedraagt voor het afgeven van een besluit over een herplantplicht en/of opleggen van een compensatieplicht:

Nihil

Paragraaf 2.5 Omgevingsverordeningsactiviteiten

Artikel 2.26 Activiteiten op gesloten stortplaatsen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor activiteiten op gesloten stortplaatsen, als bedoeld in artikel 2.3 van de Omgevingsverordening provincie Flevoland:

 
 

Artikel 2.27 Plaatsen borden in het buitengebied

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor plaatsen van borden in het buitengebied, als bedoeld in artikel 8.3 van de Omgevingsverordening provincie Flevoland:

 
 

Artikel 2.28 Verstoring van ervaring natuurlijke geluiden in een stiltegebied

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning tot het verstoren van een ervaring van natuurlijke geluiden in een stiltegebied, als bedoeld in artikel 3.4 van de Omgevingsverordening provincie Flevoland:

 
 

Artikel 2.29 Activiteiten in beschermingsgebied voor grondwater

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor activiteiten in het beschermingsgebied voor grondwater, als bedoeld in artikel 4.4 van de Omgevingsverordening provincie Flevoland:

 
 

Artikel 2.30 Activiteiten in waterwingebied

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor activiteiten in een waterwingebied, als bedoeld in artikel 4.6 van de Omgevingsverordening provincie Flevoland:

 
 

Artikel 2.31 Bodemverstoring in de boringsvrije zone

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor bodemverstoring in de boringsvrije zone, als bedoeld in artikel 4.8 van de Omgevingsverordening provincie Flevoland:

 

Artikel 2.32 Grondwatersaneringsactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor een grondwatersaneringsactiviteit, als bedoeld in artikel 6.10, lid 1 van de Omgevingsverordening provincie Flevoland:

 

Artikel 2.33 Vanaf een binnenschip ontgassen van een ladingtank met restladingdampen

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning om vanaf een binnenschip te ontgassen van een ladingtank met restladingsdampen, als bedoeld in artikel 18.3 van de Omgevingsverordening provincie Flevoland:

Artikel 2.34 Activiteiten provinciale wegen en vaarwegen

 

Tarief 2024

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in hoofdstukken 9 en 11 van de Omgevingsverordening provincie Flevoland:

 

  • a.

    voor tijdelijke verkeersmaatregelen

46,00

  • b.

    voor werken langs provinciale wegen en vaarwegen

46,00

  • c.

    voor uitwegen

46,00

  • d.

    voor kabels en leidingen langs provinciale wegen en vaarwegen

244,00

  • e.

    voor voorwerpen en objecten langs provinciale wegen en vaarwegen

46,00

  • f.

    voor borden

46,00

  • g.

    voor standplaatsen/verkooppunten

46,00

  • h.

    voor evenementen

46,00

  • i.

    voor vaarwegactiviteiten

46,00

  • j.

    voor ligplaatsen

244,00

Paragraaf 2.6 Schade door in het wild levende dieren

Artikel 2.35 Tegemoetkoming schade

 

Tarief 2024

Het tarief bedraagt voor de behandeling van een aanvraag tot het nemen van een besluit over de verlening van een tegemoetkoming in schade als bedoeld in artikel 15.53, lid 1, van de Omgevingswet:

300,00

Paragraaf 2.7 Omgevingsvergunningplichtige activiteiten

Artikel 2.36 Omgevingsvergunningplichtige activiteiten

 

Tarief 2024

1.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project bedraagt de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen, waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft.

 
 

2.

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op:

  • -

    een omgevingsactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

  • -

    een omgevingsactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b van de Omgevingswet;

  • -

    een omgevingsactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1 lid 2 en artikel 5.2 lid 1 sub a van de Omgevingswet;

  • -

    een activiteit, als bedoeld onder artikel 5.1 lid 2 sub b van de Omgevingswet;

  • -

    een activiteit waarvoor als gevolg van een bepaling in een verordening van de betreffende gemeente een omgevingsvergunning is vereist, als bedoeld in artikel 5.2 van de Omgevingswet;

worden de leges, die op grond van de onderhavige verordening voor andere activiteiten verschuldigd zijn, verhoogd met het bedrag dat voor de bovengenoemde activiteiten door de betreffende gemeente aan leges zouden worden geheven, wanneer voor die activiteiten door die gemeente een (omgevings-)vergunning zou worden verleend. Deze verhoging wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag door of vanwege Gedeputeerde Staten aan de aanvrager meegedeeld, blijkende uit een begroting die ter zake door of vanwege de betreffende gemeente is opgesteld.

p.m.: voor berekening van de hoogte zie omschrijving eerste lid.

3.

Voor de toepassing van deze tabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten (bijv. van de gemeente) aan de aanvrager ter kennis is gebracht. Bedragen de werkelijke kosten minder dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, dan wordt voor het verschil restitutie verleend.

 
 

HOOFDSTUK 3. Milieueffectrapportage

Artikel 3.1 Milieueffectrapportage

 

Tarief 2024

1.

Indien voor de te behandelen aanvraag als bedoeld in de bepalingen 11.11 lid 2 van het Omgevingsbesluit een MER-beoordelingsplicht noodzakelijk is zoals volgt uit bijlage V van het Omgevingsbesluit (artikelen 11.6, 11.7 en 11.8 van het Omgevingsbesluit), wordt het op grond van de genoemde bepalingen geldende tarief verhoogd met:

  • a.

    MER-beoordelingsbesluit

2.006,00

2.

Indien voor de te behandelen aanvraag als bedoeld in artikel 11.6 van het Omgevingsbesluit (kolom 1), een MER-procedure moet worden gevolgd, wordt het op grond van de genoemde bepalingen geldende tarief verhoogd met:

 
 
 
  • a.

    Beperkte MER-procedure

2.506,00

  • b.

    Uitgebreide MER-procedure

6.017,00

3.

Het bepaalde in het eerste en tweede lid is niet van toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning, het wijzigen, aanvullen of intrekken van voorschriften van een vergunning als bedoeld in de bepalingen:

  • -

    2.7, onder a;

  • -

    2.7, onder b;

  • -

    2.22, lid 1, en

  • -

    2.22, lid 2.

 
 

Hoofdstuk 4 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN INZAKE VERKEER EN VERVOER

Paragraaf 4.1 Wegenverkeerswet 1994, Reglement verkeersregels en verkeerstekens, regeling voertuigen en Binnenvaartpolitiereglement

Artikel 4.1 Besluiten verkeer en vervoer

 

Tarief 2024

1.

Het tarief bedraagt voor het afgeven van een besluit als bedoeld in:

  • a)

    de Wegenverkeerswet 1994

191,00

  • b)

    het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

46,00

  • c)

    het Binnenvaartpolitiereglement

46,00

2.

Het tarief bedraagt voor de behandeling van een aanvraag tot het nemen van een besluit voor een motorvoertuig, als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

142,00

3.

Het tarief bedraagt voor de behandeling van een aanvraag tot het nemen van een langlopend besluit voor een motorvoertuig met een breedte tussen de 3 en 3,5 meter, als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen, voor zover deze bevoegdheid is gemandateerd aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer:

30,00

4.

Het tarief bedraagt voor de behandeling van een aanvraag tot het nemen van een incidenteel besluit voor een motorvoertuig met een breedte tussen de 3 en 3,5 meter, als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen, voor zover deze bevoegdheid is gemandateerd aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer:

144,00

HOOFDSTUK 5. OVERIGE DIENSTVERLENING

5.1 Elektriciteitswet 1998 c.a.

 

Tarief 2024

 

Projectbesluit

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het vaststellen van een projectbesluit, zoals bedoeld in 5.44 van de Omgevingswet

  • -

    voor zover het projectbesluit betrekking heeft op het wijzigen van een omgevingsplan of omgevingsplannen van de desbetreffende gemeenten: het tarief dat zou voortvloeien uit het samenstel van de tarieven voor planologische medewerking indien sprake zou zijn van een aanvraag bij de desbetreffende gemeenten tot verkrijgen van planologische medewerking voor het project. Dit betreft de tarieven voor het wijzigen van een omgevingsplan of het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit.

  • -

    voor zover het projectbesluit betrekking heeft op het verlenen van vergunningen: het tarief dat zou voortvloeien uit het samenstel van de tarieven voor de desbetreffende vergunningen indien sprake zou zijn van een aanvraag bij de oorspronkelijk bevoegde gezagen.