Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR381966
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR381966/15
Subsidieregeling buurtfonds Noord-Brabant
Geldend van 11-12-2024 t/m heden
Intitulé
Subsidieregeling buurtfonds Noord-BrabantGedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 11 november 2014 de Subsidieregeling buurtcultuurfonds Noord-Brabant hebben vastgesteld, waarbij door het Prins Bernard Cultuurfonds in mandaat subsidie wordt verstrekt aan buurtcultuurprojecten, die de leefbaarheid in buurten versterken;
Overwegende dat met die regeling en met de uitvoering daarvan in mandaat door het Prins Bernard Cultuurfonds goede ervaringen zijn opgedaan en een reeks aansprekende voorbeeldprojecten mogelijk zijn gemaakt en dat dit heeft geleid tot het over de streep trekken van andere financiers en het Prins Bernard Cultuurfonds zelf om ook in buurtcultuur te investeren;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten de succesvolle aanpak bij de buurtcultuurprojecten ook wensen toe te passen op buurtprojecten gericht op waternatuur en het herbestemmen van kerken;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten van mening zijn dat het door middel van buurtparticipatie oppakken van natuur- en met name waterprojecten, zoals waterberging en infiltratie in de bebouwde omgeving, niet alleen positieve effecten heeft voor de klimaatbestendigheid, het waterbewustzijn, educatie en een duurzame leefomgeving, maar tevens de leefbaarheid van buurten versterkt;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 19 maart 2013 de Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant hebben vastgesteld, waarin onder andere subsidie wordt verstrekt voor de restauratie van her te bestemmen kerken;
Overwegende dat in het kader van die regeling aansprekende herbestemmingen voor kerken zijn gevonden en Gedeputeerde Staten die projecten nu willen koppelen aan buurtparticipatie, waarbij her te bestemmen kerken in woongebieden kansen bieden voor nieuwe culturele, welzijn- of zorgbestemmingen die de leefbaarheid van de buurt versterken;
Overwegende dat ook deze subsidieregeling door het Prins Bernard Cultuurfonds in mandaat zal worden uitgevoerd;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
§ 1 Buurtcultuur
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
- a.
buurt: buurtschap, dorp, wijk of gemeenschap;
- b.
cultureel ondernemer: eenmanszaak, maatschap of vennootschap onder firma die actief is in de culturele sector en is ingeschreven in het handelsregister.
- c.
professionele maker: natuurlijk persoon die maker is van kunst en cultuur en zich professioneel manifesteert, blijkend uit zijn curriculum vitae en een portfolio.
- d.
projectbuurt: buurt waarop het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd zich richt.
Artikel 1.2 Doelgroep
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door:
- a.
cultureel ondernemers;
- b.
rechtspersonen met een culturele of maatschappelijke doelstelling.
Artikel 1.3 Subsidievorm
Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die op een buurt zijn gericht en de sociale cohesie in die buurt versterken door middel van een creatieve impuls op een of meerdere van de aandachtsgebieden ontmoeting en verbinding, veranderkracht, verbeteren woonomgeving of cultuur voor iedereen.
Artikel 1.5 Weigeringsgronden
Subsidie wordt geweigerd indien:
- a.
de uitvoering van het project is gestart voor het indienen van de volledige subsidieaanvraag;
- b.
de aanvrager exploitatiesubsidie ontvangt;
- c.
voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale regeling;
- d.
het reguliere activiteiten betreft;
Artikel 1.6 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
- a.
het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;
- b.
het project is op een buurt gericht;
- c.
het project betreft een creatieve impuls, gericht op de versterking van de sociale cohesie in de projectbuurt op een of meerdere van de volgende aandachtsgebieden:
- 1°.
ontmoeting en verbinding;
- 2°.
veranderkracht;
- 3°.
verbeteren woonomgeving; of
- 4°.
cultuur voor iedereen.
- 1°.
- d.
het project heeft voldoende artistieke kwaliteit, blijkende uit:
- 1°.
betrokkenheid van een professionele maker of een cultureel ondernemer;
- 2°.
een uitgewerkte artistieke visie waaruit blijkt waarom en hoe de activiteiten bijdragen aan de beoogde creatieve impuls op de onder c bedoelde aandachtsgebieden;
- 3°.
bewoners, bedrijven, instellingen en overige actoren in de projectbuurt zijn actief bij het project betrokken.
- 1°.
- e.
aan het project ligt een projectplan en een realistische en sluitende projectbegroting ten grondslag.
Artikel 1.7 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten van het project voor subsidie in aanmerking.
Artikel 1.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 7 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
- a.
kosten in verband met de koop van fysieke middelen die niet zijn gemaakt voor eenmalig gebruik;
- b.
interne kosten van de aanvrager;
Artikel 1.9 Aanvraagtijdvakken
Subsidieaanvragen worden ingediend van;
- a.
7 januari 2025 tot en met 3 november 2025;
- b.
7 januari 2026 tot en met 2 november 2026;
- c.
7 januari 2027 tot en met 1 november 2027.
Artikel 1.10 Subsidieplafonds
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 1.4 vast op € 900.000, waarvan:
- a.
€ 300.000 voor de periode, genoemd in artikel 1.9, onder a;
- b.
€ 300.000 voor de periode, genoemd in artikel 1.9, onder b;
- c.
€ 300.000 voor de periode, genoemd in artikel 1.9, onder c.
Artikel 1.11 Subsidiehoogte
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 1.4, bedraagt 50% van de begrote subsidiabele kosten tot een maximum van € 10.000.
Artikel 1.12 Verdelingswijze
-
1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
-
2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
-
3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.
-
4. De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen van hoog naar laag worden gerangschikt in volgorde van trekking.
-
5. De subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen in de rangschikking die volledig gehonoreerd kunnen worden
Artikel 1.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger:
- a.
maakt bevindingen en resultaten van het project toegankelijk voor derden;
- b.
draagt op verzoek van Gedeputeerde Staten bij aan communciatie over buurtcultuurprojecten.
Artikel 1.14 Verantwoording
De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van foto- of videomateriaal van de activiteit.
Artikel 1.15 Bevoorschotting en betaling
-
1. Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag.
-
2. Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt in één keer betaald.
Artikel 1.16 Subsidievaststelling
De subsidie wordt op grond van artikel 20, eerste lid, onder b, van de Asv ambtshalve vastgesteld.
Artikel 1.17 Evaluatie
Gedeputeerde Staten zenden in 2025 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze paragraaf in de praktijk.
§ 2 Buurtnatuur en buurtwater
Artikel 2.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
- a.
buurt: buurt, buurtschap, dorp of wijk;
- b.
buurtorganisatie: organisatie die zich richt op activiteiten in de buurt;
- c.
groene daken: daken met een dakbedekking van levende planten;
- d.
zzp’er: zelfstandig ondernemend natuurlijk persoon zonder personeel met een inschrijvingsnummer van de Kamer van Koophandel.
Artikel 2.2 Doelgroep
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door stichtingen, verenigingen en zzp’ers.
Artikel 2.3 Subsidievorm
-
1 Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.
-
2 Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op versterking van de waternatuur in buurten door:
- a.
de aanleg van watergerelateerd groen;
- b.
het gezamenlijk aanleggen van groene daken met minimaal drie eigenaren;
- c.
het stimuleren van waterberging en infiltratie op een andere wijze dan door de aanleg van watergerelateerd groen of groene daken;
- d.
het aanleggen of toevoegen van groen dat de biodiversiteit bevordert.
Artikel 2.5 Weigeringsgronden
Subsidie wordt geweigerd indien:
- a.
de uitvoering van het project reeds is gestart voor het indienen van de volledige subsidieaanvraag;
- b.
het project behoort tot de reguliere projecten of werkzaamheden van de aanvrager;
- c.
de aanvrager een provinciale steunfunctie of landelijk kenniscentrum is;
- d.
voor het project reeds subsidie is vertrekt op grond van deze subsidieparagraaf;
- e.
het project is gericht op een schoolplein;
- f.
voor het project reeds subsidie is verleend door Waterschap de Dommel, Waterschap Aa en Maas of Waterschap Brabantse Delta.
Artikel 2.6 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
- a.
het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;
- b.
het project is een initiatief of idee van bewoners, hobbyisten of buurtorganisaties;
- c.
het project heeft een kleinschalig en buurtgericht karakter;
- d.
het project getuigt van vakmanschap;
- e.
het project is gericht op verbinding en participatie;
- f.
het project heeft een breed draagvlak in de samenleving;
- g.
het project wordt uitgevoerd door of in samenwerking met de initiatiefnemers, bedoeld onder b;
- h.
het project is gericht op duurzame borging;
- i.
het project levert een bijdrage aan klimaatbestendigheid, biodiversiteit, waterbewustzijn, educatie en een gezonde leefomgeving;
- j.
aan het project wordt financieel bijgedragen door de subsidieaanvrager, de initiatiefnemers, bedoeld onder b, of derden;
- k.
aan het project ligt ten grondslag:
- 1°.
een realistische en sluitende projectbegroting met onderbouwing en offertes van de te maken kosten;
- 2°.
een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf.
- 1°.
Artikel 2.7 Subsidiabele kosten
-
1. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten van het project voor subsidie in aanmerking.
-
2. Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren van de subsidieaanvrager past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, onder c, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant toe. Het forfaitaire vastgesteld uurtarief bedraagt € 50.
-
3. Onverminderd het uurtarief, bedoeld in het tweede lid, wordt, indien de in het kader van het project aan betrokkenen uit te betalen uurtarieven lager zijn dan € 50 per uur, het gehanteerde uurtarief toegepast.
Artikel 2.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 2.7 zijn structurele loonkosten van de subsidieaanvrager niet subsidiabel.
Artikel 2.9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend van:
- a.
13 maart 2018 tot en met 31 oktober 2018;
- b.
2 januari 2019 tot en met 31 oktober 2019;
- c.
15 januari 2020 tot en met 15 november 2023;
- d.
van 9 januari 2024 tot en met 4 november 2024;
- e.
van 7 januari 2025 tot en met 3 november 2025;
- f.
van 7 januari 2026 tot en met 2 november 2026;
- g.
van 7 januari 2027 tot en met 1 november 2027.
Artikel 2.10 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.4 vast op:
- a.
€180.000, voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder a;
- b.
€180.000, voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder b;
- c.
€ 1.225.000, voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder c;
- d.
€ 250.000 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder d;
- e.
€ 250.000 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder e;
- f.
€ 250.000 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder f;
- g.
€ 275.000 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder g.
Artikel 2.11 Subsidiehoogte
-
1. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2.4, onder a en d bedraagt 60% van de subsidiabele kosten tot een maximum van:
- a.
€ 5.000, indien het aan te leggen groen een oppervlakte van ten hoogste 0,5 hectare beslaat;
- b.
€ 10.000, indien het aan te leggen groen een oppervlakte van meer dan 0,5 hectare beslaat.
- a.
-
2. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2.4, onder b, bedraagt € 35 per m2 aangelegd groen dak, tot een maximum van € 10.000.
Artikel 2.12 Verdeelcriteria
-
1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
-
2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
-
3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
-
4. De loting vindt plaats middels trekking in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.
-
5. De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen worden gerangschikt in volgorde van trekking.
-
6. De subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen in de rangschikking die volledig gehonoreerd kunnen worden.
Artikel 2.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
- a.
de subsidieontvanger verschaft inzicht in de resultaten en opzet van het project aan derden;
- b.
de subsidieontvanger draagt bij aan communicatie over het project.
Artikel 2.14 Prestatieverantwoording
De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:
- a.
een activiteitenverslag; en
- b.
foto- of videomateriaal van de situatie voor en na het project.
Artikel 2.15 Bevoorschotting en betaling
-
1 Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag.
-
2 Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in een keer.
Artikel 2.16 Evaluatie
Gedeputeerde Staten zenden in 2019 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de werking van deze paragraaf in de praktijk.
§ 3 Schoolpleinen van de toekomst
Artikel 3.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
- a.
Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
- b.
kindcentrum: centrum voor kinderen van 0 tot 13 jaar, dat de gehele dag open is en een breed pakket van onderwijs en opvang aanbiedt;
- c.
school: basisschool, kindcentrum of middelbare school;
- d.
schoolplein: buitenruimte bij een school waarvan kinderen gebruik maken.
Artikel 3.2 Doelgroep
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door verenigingen en stichtingen met een doelstelling op het gebied van onderwijs.
Artikel 3.3 Subsidievorm
-
1. Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.
-
2. Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 3.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het stimuleren van de realisering van gezonde, klimaatbestendige en groene schoolpleinen.
Artikel 3.5 Weigeringsgronden
Subsidie wordt geweigerd indien:
- a.
reeds voor indiening van de aanvraag begonnen is met de uitvoering van het project;
- b.
de aangevraagde subsidie minder bedraagt dan € 5.000;
- c.
voor het schoolplein reeds subsidie is verstrekt op grond van deze paragraaf;
- d.
voor het schoolplein reeds subsidie is verleend op grond van paragraaf 2 van deze regeling.
Artikel 3.6 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
- a.
het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;
- b.
de subsidieontvanger heeft volgens haar statuten een doelstelling op het gebied van onderwijs;
- c.
het project is gericht op:
- 1°.
het ontwerpen van een gezond, klimaatbestendig en groen schoolplein of een deel van het schoolplein;
- 2°.
het inrichten van een gezond, klimaatbestendig en groen schoolplein of een deel van het schoolplein; en
- 3°.
het verbinden van een gezond, klimaatbestendig en groen schoolplein aan het onderwijsaanbod van de school of het bevorderen van het fysieke en mentale welzijn van de leerlingen;
- 1°.
- d.
het ontwerp, bedoeld in onderdeel c, onder 1°, is in samenspraak met leerlingen en leerkrachten tot stand gekomen;
- e.
het project vergroot de speelaanleiding met natuurlijke materialen of draagt bij aan de verblijfskwaliteit op het schoolplein;
- f.
het project vergroot de duurzame omgang met regenwater;
- g.
het project draagt bij aan de vergroting van de biodiversiteit;
- h.
het project draagt bij aan bewustwording van gezonde of duurzame voedselkeuzes of een gezonde levensstijl;
- i.
het project heeft de instemming van de grondeigenaar;
- j.
het project kan worden afgerond binnen 18 maanden na subsidieverlening;
- k.
aan het project ligt een projectplan ten grondslag waarin in ieder geval is opgenomen:
- 1°.
op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;
- 2°.
een sluitende en realistische begroting;
- 3°.
een onderhouds- en beheerplan waaruit blijkt dat het schoolplein minimaal vijf jaar na realisatie aan de criteria blijft voldoen.
- 1°.
Artikel 3.7 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten voor subsidie in aanmerking.
Artikel 3.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 3.7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
- a.
ontwerpkosten gemaakt voor 1 augustus 2017;
- b.
vrijwilligerskosten;
- c.
kosten ten behoeve van kunstgras;
- d.
interne loonkosten.
Artikel 3.9 Aanvraagtijdvak
Subsidieaanvragen worden ingediend:
- a.
van 10 april 2018 tot en met 13 december 2022;
- b.
van 1 april 2024 tot en met 4 november 2024;
- c.
van 1 april 2025 tot en met 3 november 2025;
- d.
van 1 april 2026 tot en met 2 november 2026;
[Op 26 november 2024 hebben gedeputeerde staten dit onderdeel gewijzigd. Per abuis is in het wijzigingsbesluit opgenomen dat onderdeel b gewijzigd wordt. Dit was een kennelijke verschrijving.]
- e.
van 1 april 2027 tot en met 1 november 2027.
[Op 26 november 2024 hebben gedeputeerde staten dit onderdeel gewijzigd. Per abuis is in het wijzigingsbesluit opgenomen dat onderdeel d gewijzigd wordt. Dit was een kennelijke verschrijving.]
Artikel 3.10 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 3.4 vast op:
- a.
€ 4.020.000 voor de periode genoemd in artikel 3.9, onder a;
- b.
€ 250.000 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder b;
- c.
€ 250.000 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder c;
- d.
€ 250.000 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder d;
- e.
€ 250.000 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder e.
Artikel 3.11 Subsidiehoogte
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 3.4, bedraagt 70 % van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 10.000 per project.
Artikel 3.12 Verdeelcriteria
-
1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
-
2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
-
3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
-
4. De loting vindt plaats middels trekking in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.
-
5. De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris.
-
6. De eerst getrokken aanvraag, wordt als hoogste gerangschikt.
-
7. De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst in aanmerking voor subsidie.
-
8. De subsidie wordt verdeeld over aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden.
Artikel 3.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
- a.
het project wordt binnen 18 maanden na verlening van de subsidie afgerond, met een verlengingsmogelijkheid van maximaal 6 maanden;
- b.
de subsidieontvanger draagt bij aan communicatie over het project;
- c.
subsidieontvanger overlegt minimaal 3 foto`s van het project, die rechten- vrij door de partners die financieel bijdragen aan deze paragraaf kunnen worden gebruikt;
- d.
een verzoek tot verlenging als bedoeld onder a, kan door de subsidieontvanger gemotiveerd worden ingediend bij Gedeputeerde Staten uiterlijk voor de datum van het verstrijken van de termijn.
Artikel 3.14 Prestatieverantwoording
Bij subsidies tot € 25.000, toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:
- a.
een activiteitenverslag;
- b.
foto- of videomateriaal van de situatie voor en na het project;
- c.
indien van toepassing een proces verbaal van oplevering.
Artikel 3.15 Bevoorschotting en betaling
-
1. Bij subsidies tot €25.000 verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag overeenkomstig artikel 23, tweede lid, van de Asv.
-
2. Gedeputeerde Staten betalen het voorschot, bedoeld in het eerste lid, in een keer, overeenkomstig artikel 23, derde lid, van de Asv.
Artikel 3.16 Evaluatie
Gedeputeerde Staten zenden in 2019 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de werking van deze paragraaf in de praktijk.
§ 4 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 4.1 Evaluatie
Gedeputeerde Staten zenden in 2017 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk
Artikel 4.2 Intrekking
De Subsidieregeling buurtcultuurfonds Noord-Brabant wordt ingetrokken.
Artikel 4.3 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 4.4 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling buurtfonds Noord-Brabant.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl