Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting Den Haag 2016)

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting Den Haag 2016)

Artikel 1 Begripsomschrijving

recreatiewoning: permanent aanwezige recreatieve woning op voor recreatieve doeleinden bestemde terreinen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisadministratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het houden van verblijf met overnachten:

  • a.

    door degene, die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • b.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g en h van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • c.

    door degene die op de dag waarop de eerste overnachting plaatsvindt, nog niet de leeftijd van dertien jaren heeft bereikt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het kalenderkwartaal.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1. Het tarief bedraagt per persoon per overnachting: € 3,30

  • 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief, indien overnacht wordt op:

    • a.

      Een camping, behoudens een recreatiewoning per persoon per overnachting: € 2,00

    • b.

      In een haven per persoon per overnachting: € 2,00

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 9 Ontstaan en omvang van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd uiterlijk één maand volgende op het belastingtijdvak waarin de belastingplicht is aangevangen.

Artikel 10 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Intrekking, inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1. De verordening toeristenbelasting 2008, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit 147, 2014 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2016, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting Den Haag 2016.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 5 november 2015.

De griffier, mr. H.L.G. Seuren en de voorzitter, J.J. van Aartsen.