Regeling vervallen per 26-01-2011

Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie

Geldend van 09-03-2001 t/m 25-01-2011

Het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven,

  • -

    gelet op het bepaalde in hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken;

  • -

    gelet op de Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie d.d. 6 maart 2001;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie.

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich mee dat voor één eigendom meerdere personen als belanghebbende kunnen worden aangemerkt. Er kunnen bijvoorbeeld verschillende soorten zakelijk gerechtigden zijn (eigenaar, erfpachter, vruchtgebruiker) en ook kunnen er meerdere zakelijk gerechtigden zijn van één soort (echtgenoten die beide eigenaar zijn van de echtelijke woning). In dergelijke gevallen mag de gemeente op grond van artikel 24 van de Wet waardering onroerende zaken de WOZ-beschikking toesturen aan één van de belanghebbenden.

De gemeente Bodegraven hanteert een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belanghebbende die de WOZ-beschikking op zijn of haar naam krijgt. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij beoogd is de ontvanger van de WOZ-beschikking gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige voor de onroerende-zaakbelastingen die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

Voorkeursvolgorde

1.In die gevallen dat er een keuzesituatie bestaat met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, zijn de Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, voor zover zij betrekking hebben op de onroerende-zaakbelastingen, van overeenkomstige toepassing.

2. Dit besluit treedt in werking de dag nadat het overeenkomstig afdeling 3.6 van de Algemene wet bestuursrecht is bekendgemaakt.

Aldus besloten in de vergadering van het college van

burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2001

de secretaris, de burgemeester,