Verordening op de heffing en de invordering van staan- en marktgeld 2010

De raad van de gemeente Bodegraven;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2009, nummer 82;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van staan- en marktgeld 2010.

Artikel 1. Belastbaar feit

Onder de naam staangeld wordt, overeenkomstig hetgeen in de volgende artikelen is bepaald, een recht geheven voor het hebben van een standplaats op openbare gemeentegrond voor de verkoop/uitstalling van waren of het aanbieden van diensten.

Artikel 2. Belastingplicht

Het in artikel 1 bedoelde recht is verschuldigd door degene, die de vereiste vergunning heeft verkregen, of door degene, door wie openbare gemeentegrond is ingenomen.

Artikel 3. Maatstaf van heffing

Het staangeld wordt geheven naar het aantal eenheden van tijd en afmeting zoals genoemd in artikel 4, waarbij gedeelten van de standplaatsoppervlakte naar verhouding worden gerekend.

Artikel 4. Belastingtarieven en belastingtijdvak

Het staangeld bedraagt voor het hebben van een standplaats op openbare gemeentegrond, zoals genoemd in artikel 1:

a.

voor de weekmarkt:

-per m2 per dagdeel op jaarbasis bij betaling per jaar

(met een minimum van 10 m2)

€

29,59

-per m2 per dagdeel op jaarbasis bij betaling per kwartaal

(met een minimum van 10 m2)

€

32,55

-per m2 per dagdeel op jaarbasis bij betaling per dag

(met een minimum van 10 m2)

€

34,03

-voor standwerkers per m2 per dagdeel

(met een minimum van 10 m2)

€

1,41

b.

voor losse standplaatsen, per m2 per dagdeel per jaar

(met een minimum van 10 m2) voor de locatie:

-A: Raadhuisplein en het plein voor de Lutherse Kerk

€

29,59

-B: Vrije Nesse, Vromade en parkeerplaats Doortocht

€

25,21

-C: Nieuwerbrug en alle overige locaties

€

20,81

c.

voor standplaatsen voor de verkoop van ijs per seizoen per locatie

€

104,07

d.

voor standwerkers per m2 per dagdeel (met een minimum

van 10m2) voor de onder b genoemde locaties

€

1,41

Artikel 5. Wijze van heffing

1.

Het recht wordt met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, geheven bij wege van schriftelijke kennisgeving.

2.

Het staangeld voor het in gebruik nemen van een losse standplaats op de wekelijkse goederenmarkt wordt geheven door middel van doorlopend genummerde betalingsbewijzen.

Artikel 6. Termijnen van betaling

1.

Het recht genoemd in artikel 5, eerste lid is invorderbaar in 1 termijn, welke vervalt een maand na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

2.

Het recht, genoemd in artikel 5, tweede lid moet op eerste aanzegging worden voldaan op de dag waarop van de goederenmarkt gebruik wordt gemaakt.

Artikel 7. Kwijtschelding

Bij de invordering van staan- en marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van staan- en marktgeld.

Artikel 9. Overgangsrecht

De "Verordening staan- en marktgeld 2009" van 18 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10. Inwerkingtreding

1.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2.

In afwijking in zoverre van het in artikel 9 en het voorgaande lid bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

3.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

Artikel 11. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening staan- en marktgeld 2010".