Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR38076
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR38076/1
Inspraakverordening Overijssel
Geldend van 29-06-2005 t/m heden
Intitulé
Inspraakverordening Overijsselinhoud
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
-
De verordening verstaat onder:
-
a. inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van provinciaal beleid; 1
-
b. inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven; 2
-
c. beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid. 3
Artikel 2. Onderwerp van inspraak
Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van provinciaal beleid.
Artikel 3. Inspraakprocedure
-
1. Op inspraak is de procedure van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
-
2. Het bestuursorgaan kan voor een beleidsvoornemen een andere inspraakprocedure vaststellen.
-
2. Het bestuursorgaan kan voor een beleidsvoornemen een andere inspraakprocedure vaststellen.
Artikel 4. Eindverslag
Een afschrift van het in artikel 3:17 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde verslag wordt toegezonden aan degene die hierom vraagt en die tevens een zienswijze naar voren heeft gebracht.
Artikel 5. Intrekking oude verordening
De Inspraakverordening Overijssel, vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 21 december 1994, nr. 42 - I, wordt ingetrokken.
Artikel 6. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking.
Artikel 7. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Inspraakverordening Overijssel.
Noot
1[Toelichting: Inspraak: bij de in dit artikel opgenomen formulering is aangesloten bij de tekst van artikel 147 van de Provinciewet. Inspraak is een onderdeel van de voorbereiding en uitvoering van het provinciaal beleid en heeft een tweeledig doel. Enerzijds wordt aan belanghebbenden de mogelijkheid geboden om hun mening over beleidsvoornemens kenbaar te maken. Anderzijds biedt inspraak aan bestuursorganen een belangrijk hulpmiddel in het kader van de voor de beleidsvoorbereiding noodzakelijke belangenafweging. ]
Noot
2[Toelichting: Inspraakprocedure: de verantwoordelijkheid voor het maken van een regeling over inspraak ligt als gevolg van artikel 147 van de Provinciewet bij Provinciale Staten. Zoals in de algemene toelichting is vermeld, is in deze verordening Afdeling 3.4 Awb van toepassing verklaard. Artikel 4, tweede lid, geeft het bestuursorgaan ruimte om een andere procedure te volgen. Het bestuursorgaan is immers verantwoordelijk voor uitvoering, de nadere regeling en organisatie van de inspraak.]
Noot
3[Toelichting: Beleidsvoornemen: het begrip beleidsvoornemen is gedefinieerd als het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid. Het zal duidelijk zijn dat het hierbij niet gaat om de vaststelling van concrete besluiten of maatregelen, maar om de totstandkoming van het beleid waarop deze kunnen worden gebaseerd.]
Noot
4[Toelichting: In het eerste lid is bepaald dat elk bestuursorgaan ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden besluit of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van provinciaal beleid. Het begrip bestuursorgaan is gedefinieerd in artikel 1:1, eerste lid van de Awb. Het omvat in elk geval Provinciale Staten, College van Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koningin. Elk bestuursorgaan van de provincie kan zijn eigen beleidsvoornemens aan inspraak onderwerpen. In de Memorie van Toelichting (TK 1999-2000, 27 023, nummer 3, blz. 20) is vermeld dat het ter volledige beoordeling van Provinciale Staten blijft ten aanzien van welke beleidsvoornemens inspraak wordt verleend. Omdat het in bepaalde gevallen doelmatiger zal kunnen zijn als inspraak geschiedt door middel van bijvoorbeeld spreekrecht bij vergaderingen van Provinciale Staten, blijft door de formulering van het eerste lid de mogelijkheid bestaan dat voor bepaalde beleidsvoornemens een andere wijze van inspraak wordt geregeld.]
Noot
5[Toelichting: Ter uniformering en deregulering is in het eerste lid Afdeling 3.4 van de Awb van toepassing verklaard op de inspraak. In artikel 3:11 tot en met 3:17 Awb is de inspraakprocedure te vinden. Na terinzagelegging en bekendmaking van het beleidsvoornemen kunnen belanghebbenden gedurende zes weken schriftelijk of mondeling hun zienswijze naar voren brengen. In de meeste gevallen zal deze procedure passend zijn voor de inspraak. Zo niet, dan kan op grond van het tweede lid de inspraakprocedure worden aangepast en op die manier maatwerk worden geleverd. ]
Noot
6[Toelichting: In dit geval is gekozen voor verwijzing naar Afdeling 3.4 Awb. In artikel 3:17 Awb wordt namelijk slechts bepaald dat een verslag wordt gemaakt van hetgeen tijdens de inspraakprocedure mondeling naar voren is gebracht. Alleen aan degene die om een exemplaar van het verslag vraagt wordt een afschrift van het verslag toegezonden. In de Memorie van Toelichting bij de Awb wordt opgemerkt dat in het verslag kan worden volstaan met een korte zakelijke weergave van de naar voren gebrachte opvattingen en vermelding van de personen die hun opvatting naar voren hebben gebracht. Daarnaast kan het eindverslag algemeen worden gepubliceerd op de provinciale website. Het is aan te bevelen om tijdens de inspraakavond al duidelijkheid omtrent de communicatie te verschaffen.]
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl