Subsidieverordening Gemeentelijke monumenten

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening Gemeentelijke monumenten

De raad van de gemeente Rozendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 oktober 2015, nr.wp15-22;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT

Vast te stellen de hierna volgende

Subsidieverordening Gemeentelijke monumenten

HOOFDSTUK 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1 Algemene subsidieverordening gemeente Rozendaal

Het bepaalde in de Algemene subsidieverordening gemeente Rozendaal is van toepassing, tenzij anders is voorzien.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:.

  • 1.

    De wet: De Algemene wet bestuursrecht;

  • 2.

    Monument: een object dat op grond van de Monumentenverordening 1991 is geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst;

  • 3.

    aanvrager: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, die in het kadaster ingeschreven staat als eigenaar van een monument waarvoor subsidie wordt aangevraagd, alsmede de toekomstige eigenaar van dat monument.

HOOFDSTUK 2. Grondslagen en reikwijdte

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor activiteiten gericht op het behoud en het herstel van bestaande monumentale waarde van monumenten, zulks met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4 Criteria

De subsidie wordt slechts toegekend indien:

  • ·

    a. het monument zich naar het oordeel van burgemeester en wethouders in een zodanige staat bevindt dat het uitvoeren van activiteiten zinvol is;

  • ·

    b. de karakteristiek van het monument naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet wordt aangetast;

  • ·

    c. een voor de werkzaamheden vereiste vergunning op grond van de Erfgoedverordening van de gemeente Rozendaal 2010 is verleend indien dat van toepassing is.

Artikel 5 Grondslag voor een subsidie

  • 1.

    De subsidie kan worden toegekend ter tegemoetkoming in de kosten voor het behoud en herstel van een monument.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen, gehoord de commissie cultuurhistorie, nader welke kosten aan een monument subsidiabel zijn.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie bedraagt gedurende een periode van 10 jaar, per monument, voor:

    • ·

      a. het treffen van voorzieningen aan een monument: 20% van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten, tot een maximum van € 5.000,-;

    • ·

      b. het treffen van voorzieningen aan interieurelementen die zijn opgenomen in de redengevende beschrijving: 40% van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten, tot een maximum van € 750,-;

  • 4.

    Indien de activiteiten als bedoeld in het derde lid, onder a. (mede) betrekking hebben op het herstel van de fundering, dragende binnenmuren, de kapconstructie respectievelijk het aanbrengen van een woningscheidende muur, wordt het maximum verhoogd met 20% van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten voor de in dit lid genoemde voorzieningen, met een maximum van € 2.500,-.

Artikel 6 Frequentie van verstrekking van subsidie

  • 1.

    In een periode van 10 jaar kan maximaal tweemaal subsidie worden verstrekt.

  • 2.

    De periode van 10 jaar vangt aan op de dag dat de eerste subsidie wordt verleend.

  • 3.

    Gedurende een periode van 5 jaar, die aanvangt op de dag van de ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling kan voor die activiteit geen subsidie meer worden toegekend.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in het eerste lid indien sprake is van een opvolgende eigenaar.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de verlening van subsidie uitvoeringsvoorschriften dan wel andere voorschriften verbinden.

Artikel 7 Niet subsidiabele kosten

Niet-subsidiabele kosten zijn:

  • ·

    a. de kosten van activiteiten die niet in een redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

  • ·

    b. de kosten van activiteiten die kunnen worden gedekt uit andere inkomsten of opbrengsten van bijvoorbeeld een brand- of stormverzekering;

  • ·

    c. de kosten voor een activiteit indien met de activiteit reeds is begonnen voordat aan de aanvrager de subsidie is verleend;

  • ·

    d. de kosten van activiteiten die minder dan € 750,- bedragen.

HOOFDSTUK 3. Subsidie-aanvraag

Artikel 8 Indienenaanvraag

De aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders.

Artikel 9 Aanvullendestukkenbijeenaanvraag

In aanvulling op artikel 6 van de Algemene subsidieverordening gemeente Rozendaal overlegt de aanvrager tevens:

  • ·

    a. indien van toepassing tekeningen, aangevende zowel de bestaande als de nieuwe toestand (schaal 1:100);

  • ·

    b. de naam en het adres van het bedrijf dat de activiteiten uitvoert.

Artikel 10 Niet-volledigeaanvraag

Indien de aanvraag naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan artikel 9, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen acht weken aan te vullen.

Artikel 11 Indieningstermijn en volgorde van behandeling

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie kan gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen in overleg met de commissie cultuurhistorie een meerjarenprogramma op wanneer het aantal aanvragen daartoe aanleiding geeft. Aanvragen om subsidie worden in dat geval afgehandeld in de in het meerjarenprogramma opgenomen volgorde.

  • 3.

    Indien een aanvraag als bedoeld in lid 1, juncto artikel 15 het daarop volgende jaar wordt ingediend, handelen burgemeester en wethouders deze aanvraag met voorrang af.

HOOFDSTUK 4, Subsidieverlening

Artikel 12 Verplichtingenbijsubsidieverlening

  • 1.

    Aan de subsidieverlening zijn de verplichtingen opgenomen dat:

    • ·

      a. binnen 12 weken na een bij de subsidieverlening te bepalen tijdstip met de activiteit een aanvang wordt gemaakt;

    • ·

      b. de activiteiten zijn afgerond binnen twee jaar na de subsidieverlening;

    • ·

      c. aan door burgemeester en wethouders met de controle aangewezen personen, als bedoeld in artikel 5:11 van de wet, op door die personen te bepalen tijdstippen:

      • -

        toegang wordt verleend tot de bouwplaats, de woning of het bouwwerk waarvoor subsidie is verleend;

      • -

        inzage wordt verleend in de op die activiteit betreffende tekeningen en bescheiden;

      • -

        gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op de activiteit betrekking hebbende gegevens;

    • ·

      d. de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening worden verstrekt;

    • ·

      e. het bedrijf dat de activiteiten uitvoert is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • ·

      f. indien van toepassing alle werktekeningen, detailleringen, kleuren en toe te passen materialen twee weken voor de uitvoering respectievelijk verwerking ter goedkeuring worden overlegd.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek, wegens bijzondere omstandigheden, afwijken van de in het eerste lid, sub a en b genoemde termijnen.

HOOFDSTUK 5. Subsidievaststelling

Artikel 13 Aanvraagsubsidievaststelling

Indien de aanvraag tot subsidievaststelling naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan artikel 6 van de Algemene subsidieverordening gemeente Rozendaal wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen acht weken aan te vullen.

Artikel 14 Subsidievaststelling

Burgemeester en wethouders stellen de subsidie vast op basis van de werkelijk gemaakte kosten van de activiteit, overeenkomstig het in de subsidieverordening aangegeven bedrag of subsidiepercentage.

HOOFDSTUK 6. Bijzonderebepalingen

Artikel 15 Subsidieplafond

  • 1.

    De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het vaststellen van een subsidieplafond.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders maken de hoogte van het subsidieplafond bekend.

Artikel 16 Bevoorschotting

Indien 50% of meer van de subsidiabele activiteit is verricht kunnen burgemeester en wethouders op verzoek van de subsidieontvanger een voorschot verlenen van maximaal 45% van de verleende subsidie.

HOOFDSTUK 7. Slotbepalingen

Artikel 17

  • 1.

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, in het belang van de monumentenzorg, afwijken van het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders van de in het eerste lid genoemde bevoegdheid gebruik willen maken, horen zij de commissie cultuurhistorie.

Artikel 18

Deze verordening kan worden aangehaald als: Subsidieverordening gemeentelijke monumenten.

Artikel 19

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2.

    Op deze datum wordt ingetrokken de subsidieverordening gemeentelijke monumenten, vastgesteld d.d. 21 september 1999.

Aldus besloten in de openbare vergadering van

de gemeenteraad van Rozendaal d.d. 20 oktober 2015,

de griffier,

K.M.Schaap

de voorzitter

drs J.H.Klein Molekamp