Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Zoeterwoude 2009

Geldend van 02-07-2009 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Zoeterwoude 2009

Registernummer: kv/09-31

De raad der gemeente Zoeterwoude;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 april 2009;

gelet op artikel 149 van de gemeentewet, de Monumentenwet 1988, de Monumentenverordening Zoeterwoude 1990 en de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t:

de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Zoeterwoude 2009 vast te stellen:

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Zoeterwoude 2009

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • Deze verordening verstaat onder:

  • a. beschermd gemeentelijk monument: onroerend monument, dat overeenkomstig de bepalingen van de gemeentelijke monumentenverordening als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen;

  • b. eigenaar: natuurlijke- of rechtspersoon die het recht van eigendom heeft, overeenkomstig Burgerlijk Wetboek 5;

    hieronder wordt mede verstaan:

    • -

      degene die het recht van erfpacht heeft;

    • -

      de houder van een recht van opstal;

    • -

      de eigenaar van een appartementsrecht;

    • -

      een toekomstig eigenaar die in het bezit is van een voorlopig koopcontract.

  • c. gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig de gemeentelijke monumentenverordening als beschermd gemeentelijk monument

    aangewezen zaken;

  • d. kosten van voorzieningen: de geraamde en door burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

    • 1.

      de aanneemsom;

    • 2.

      de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;

    • 3.

      de kosten van de architect en van de constructeur, voor zover inschakeling hiervan noodzakelijk is;

    • 4.

      de aanvraag om monumentenvergunning (leges);

    • 5.

      de verschuldigde BTW, voor zover deze niet kan worden verrekend;

    • 6.

      een reservering voor noodzakelijk meerwerk, dat ten tijde van de raming van de hierboven genoemde kosten redelijkerwijs niet voorzienbaar was, tot maximaal 5% van de aanneemsom.

  • e. vaststellen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders, nadat de voorzieningen zijn uitgevoerd, waarbij de hoogte van de verleende subsidie wordt vastgesteld.

  • f. verlenen van subsidie: het besluit van burgemeester en wethouders dat aan de eigenaar van een monument een opschortend voorwaardelijke aanspraak verschaft op een subsidie in de kosten van voorzieningen.

  • g. voorzieningen: onderhoudswerkzaamheden, die het normale onderhoud te boven gaan, die aan het beschermd gemeentelijk monument verricht moeten worden om het in constructief goede en bruikbare staat te houden.

Hoofdstuk 2 Algemene subsidiebepalingen

Artikel 2 De beschermde gemeentelijke monumenten waarvoor subsidie kan worden vertsrekt

  • 1. Op grond van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders aan de eigenaar van een beschermd gemeentelijk monument subsidie verlenen voor het sober en doelmatig treffen van:

    • a.

      voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken, het normale onderhoud te boven gaand, die van belang zijn voor de instandhouding van het monument;

    • b.

      overige voorzieningen, het normale onderhoud te boven gaand, die voor de instandhouding van het monument noodzakelijk zijn.

  • 2. De subsidie wordt berekend over de kosten van voorzieningen, met uitzondering van de kosten waarvoor op grond van enige andere, door burgemeester en wethouders aan te wijzen regeling subsidie in de kosten van de voorzieningen kan worden verkregen.

  • 3. Ingeval van brandschade worden de kosten berekend aan de hand van de kosten van de te treffen voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van het monument, minus de verzekeringuitkering.

  • 4. De subsidie wordt verleend en vastgesteld aan de eigenaar van het monument waaraan de voorzieningen worden getroffen.

Artikel 3 De vereisten van indiening voor het verlenen van subsidie

  • 1. De aanvraag zoals bedoeld in artikel 2 wordt ingediend bij burgemeester en wethouders en dient door de eigenaar ondertekend te worden op een daartoe bestemd formulier. De aanvraag dient in ieder geval vergezeld te gaan van alle benodigde gegevens.

  • 2. Burgemeester en wethouders geven een beschikking binnen twaalf weken nadat de aanvraag is ontvangen. Zij kunnen, indien daartoe naar hun oordeel gegronde redenen bestaan, deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen, mits zij de aanvrager daarvan kennisgeven binnen de termijn van twaalf weken.

  • 3. Die aanvragen die, gelet op het beschikbare budget, niet kunnen worden gehonoreerd, kunnen met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar wederom worden ingediend, indien de weigering uitsluitend is gebaseerd op een onvoldoende budget.

Artikel 4 De verlening van de subsidie

  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen slechts subsidie, zoals bedoeld in artikel 2, indien het eigendommen betreft van natuurlijke personen, stichtingen of andere privaatrechtelijke rechtspersonen zonder winstoogmerk, die zich het behoud van monument(en) ten doel stellen.

  • 2. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

    • a.

      voor een vergunningplichtige activiteit eerst een monumentenvergunning moet zijn verleend, of de gemeente geeft aan dat de activiteit niet vergunningplichtig is;

    • b.

      de aanvang van het werk tenminste twee weken van tevoren wordt gemeld bij burgemeester en wethouders;

    • c.

      met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen binnen 26 weken na de datum van het besluit tot verlening van subsidie of, indien er een monumenten-vergunning vereist is, binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de monumentenvergunning;

    • d.

      binnen 130 weken na de verlening van subsidie de werkzaamheden zijn voltooid en de gereedmelding als bedoeld in artikel 5 is ingediend;

    • e.

      aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen:

    • 1.

      toegang wordt verleend tot het monument;

    • 2.

      inzage wordt verleend in de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens.

  • 3. Burgemeester en wethouders verlenen geen subsidie indien:

    • a.

      met het treffen van de voorzieningen het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

    • b.

      de kosten van de voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;

    • c.

      met de werkzaamheden is begonnen voordat de aanvrager een subsidiebeschikking heeft ontvangen;

    • d.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden niet schriftelijk zijn gereed gemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende nota’s en betaalbewijzen;

    • e.

      de onder sub d van dit lid bedoelde werkzaamheden niet door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in het tweede lid en derde lid, onder c, en in het belang van het monument aanvullende voorwaarden verbinden aan het verlenen van subsidie.

Artikel 5 De vaststelling van de subsidie

  • 1. De definitieve vaststelling van de subsidie vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden bij burgemeester en wethouders zijn gereed gemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • b.

      een overzicht is overgelegd van de getroffen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde voorzieningen en de daarop betrekking hebbende kosten;

    • c.

      een overzicht is overgelegd van het uitgevoerde meer- en minderwerk alsmede over de invulling van de reservering als bedoeld in artikel 1, sub d, onder 6.

  • 2. De subsidie, zoals bedoeld in artikel 2, bedraagt 50% van de voorzieningen, doch ten hoogste 50% van € 22.690,--.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen per eigenaar van een beschermd gemeentelijk monument eenmaal per jaar een subsidieaanvraag in behandeling nemen; de subsidie mag maar eenmaal per vijf jaar hetzelfde onderdeel betreffen, tenzij de aanvraag is afgewezen in verband met het bereiken van het subsidieplafond.

  • 4. Bij zelfwerkzaamheid worden alleen de materiaalkosten vergoed.

  • 5. De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid bevat:

    • a.

      een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier;

    • b.

      een kostenoverzicht;

    • c.

      alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden.

  • 6. De subsidie wordt uitbetaald binnen vier weken na vaststelling.

Artikel 6 Subsidieplafond

Burgemeester en wethouders verlenen slechts subsidie zoals bedoeld in artikel 2 voor zover

het voor dat jaar door de raad vastgestelde subsidiebudget toereikend is.

Artikel 7 Intrekken van de subsidie

  • 1. Ingeval van niet naleving van één of meer van de voorwaarden als bedoeld in deze verordening zullen burgemeester en wethouders al naar gelang de ernst van de overtreding:

    • a.

      een besluit tot verlening en/of vaststelling van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken (en niet of niet geheel tot betaling van de subsidie overgaan);

    • b.

      reeds betaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen;

  • 2. In het geval de overtreding van de voorwaarden als bedoeld in deze verordening de eigenaar niet verwijtbaar is, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de in het eerste lid genoemde sancties geheel of gedeeltelijk niet te treffen.

Hoofdstuk 3 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 8 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen in het belang van de monumentenzorg afwijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

  • 2. Bij de inwerkingtreding van deze verordening wordt de ‘Subsidieverordening als bedoeld in de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing’, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 25 april 1985, zoals nadien gewijzigd, gelijktijdig ingetrokken.

  • 3. Aanvragen die op grond van hoofdstuk 3 van de subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing zijn ingediend en waarop nog niet is beslist op de datum waarop deze verordening in werking treedt, worden geacht te zijn ingediend op grond van deze verordening.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Zoeterwoude 2009’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Zoeterwoude, gehouden op 11 juni 2009
de griffier,
A.J. Niesthoven
de voorzitter,
E.G.E.M. Bloemen