Regeling vervallen per 01-01-2018

Tijdelijke subsidieregeling ‘volwasseneneducatie’

Geldend van 18-09-2015 t/m 31-12-2017

Intitulé

Tijdelijke subsidieregeling ‘volwasseneneducatie’

Burgemeester en wethouders van Gouda

Gelezen het advies d.d. 15 september 2015,

Gelet op artikel 7 Algemene Subsidieverordening Gouda 2003;

Tijdelijke subsidieregeling ‘volwasseneneducatie’

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

beleidskader:‘Regionaal Programma Educatie Midden-Holland’;

doelgroep:niet inburgeringsplichtige burgers van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas in de leeftijd vanaf 18 jaar die problemen ondervinden als gevolg van achterstand in de Nederlandse taal;

eindtermen WEB: zoals beschreven in de Regeling eindtermen educatie 2013 (conform bijlagen)

non-formele educatie: niet diplomagerichte taal- en rekeneducatie, gericht op deelaspecten van de eindtermen WEB. Aanbieders hebben geen diploma-erkenning nodig;

VE-subsidie: subsidie op grond van deze regeling;

WEB:Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel 2 Doelstelling

Deze subsidieregeling beoogt de zelfredzaamheid van de doelgroep te bevorderen door hen in staat te stellen laagdrempelige opleidingen gericht op de Nederlandse taal en rekenen, te volgen.

Artikel 3 Algemene toekenningscriteria

Organisaties zonder winstoogmerk met aantoonbare ervaring met de doelgroep komen voor subsidie in aanmerking komen voor zover:

  • a.

    zij aannemelijk kunnen maken in staat te zijn de doelgroep te kunnen bereiken;

  • b.

    zij personen uit de doelgroep kunnen motiveren scholing te volgen;

  • c.

    zij met het scholingsaanbod kunnen aansluiten bij de feitelijke achterstand van de doelgroep;

  • d.

    er voor het scholingsaanbod geen ander (toereikend) budget beschikbaar is;

  • e.

    er voor het scholingsaanbod geen andere instelling is, die al een dekkend aanbod verzorgt.

Artikel 4 Beoordelingscriteria

Voor de beoordeling van de VE-subsidieaanvraag worden de volgende criteria gehanteerd:

  • a.

    de mate waarin de aanvraag past binnen het beleidskader;

  • b.

    het te verwachten aantal deelnemers;

  • c.

    de mate waarin wordt samengewerkt met andere partijen in de regio;

  • d.

    in geval van bestaande taal- en rekeneducatie geldt naast bovenstaande voorwaarden ook de voorwaarde dat er sprake is van bewezen effect/succes;

  • e.

    de wijze waarop scholing van de vrijwilligers georganiseerd wordt;

  • f.

    de wijze waarop het effect van het gevolgde taal- of rekenaanbod getoetst wordt.

Artikel 5 Eisen aan de aanvraag

  • 1. De VE-subsidieaanvraag geschiedt door middel van een vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. De aanvraag bevat:

    • a.

      een inhoudelijk plan waarin aangegeven wordt in hoeverre de in artikel 3 en 4 genoemde criteria van toepassing zijn;

    • b.

      een omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd, zoveel mogelijk gespecificeerd naar aard, omvang, specifieke doelgroep, plaats, frequentie en duur, organisaties waarmee samengewerkt gaat worden, alsmede een beschrijving van de wijze waarop bepaald wordt of deelnemers hebben voldaan aan eventuele inburgeringsverplichtingen;

    • c.

      een gespecificeerde begroting van de verwachte inkomsten en uitgaven waaruit duidelijk blijkt hoeveel subsidie de aanvrager verwacht nodig te hebben voor het uitvoeren van de onder b bedoelde activiteiten;

    • d.

      indien voor de eerste maal subsidie wordt aangevraagd worden de geldige statuten overgelegd met het nummer van de Kamer van Koophandel.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie in ieder geval weigeren indien de aanvraag niet voldoet aan de in artikelen 2 tot en met 5 genoemde voorwaarden en criteria.

Artikel 7 Subsidiabele activiteiten

Een organisatie kan ten behoeve van de in artikel 2 genoemde doelstelling een subsidie aanvragen voor non-formele educatie.

Artikel 8 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1. Het subsidieplafond voor deze regeling wordt jaarlijks door het college vastgesteld en bekend gemaakt. Voor 2016 bedraagt het subsidieplafond € 290.162,00.

  • 2. De verdeling van de budgetten over de verschillende gemeenten vindt plaats overeenkomstig de verhouding van de door het rijk aan de individuele gemeenten toegekende budgetten.

  • 3. Zodra naar aanleiding van de begrotingsbehandeling vaststaat dat een aanpassing van dit subsidieplafond noodzakelijk is, wordt een aangepast subsidieplafond vastgesteld en bekend gemaakt. Dit kan gevolgen hebben voor de toekenning dan wel de hoogte van de aangevraagde subsidies.

  • 4. Op basis van de in artikel 4 genoemde criteria vindt prioritering van de aanvragen plaats, waarbij aanvragen met een hoge prioriteit als eerste in aanmerking komen voor subsidieverlening.

    Artikel 9 Wijze van toekenning

    De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een activiteitensubsidie en bedraagt maximaal €50.000,00.

Artikel Artikel 10 Indieningsdatum

  • 1.

    Volledige subsidieaanvragen dienen vóór 15 mei van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft ingediend te zijn.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid worden aanvragen met betrekking tot het jaar 2016: vóór 12 oktober 2015 ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Gouda.

  • 3.

    De aanvraag wordt ingediend bij het subsidieloket van het college van burgemeester en wethouders van Gouda.

Artikel 11 Subsidiecyclus

    • 1.

      In afwijking van artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit Algemene Subsidieverordening Gouda 2003, dient de vaststellingsaanvraag voor 31 december van het jaar waarop de subsidieverlening betrekking heeft gehad, te zijn ingediend.

    • 2.

      Voor de verantwoording wordt gebruik gemaakt van het vastgestelde verantwoordingsformulier.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt de dag na bekendmaking in werking en vervalt met ingang van 1 januari 2018.

Artikel 13 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als ‘Tijdelijke subsidieregeling ‘volwasseneneducatie’

Aldus besloten in de vergadering van 15 september 2015.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

, burgemeester

, secretaris

bijlage eindtermen educatie

Algemene toelichting

In het Regionaal Programma Educatie Midden-Holland 2016 - 2017 wordt het beleid geschetst voor de uitvoering van de Wet Educatie Beroepsonderwijs in de regio Midden-Holland ( Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas). In de regio Midden-Holland is er, vanuit de gedachte dat voor elke doelgroep een aanbod dient te zijn, voor gekozen met meerdere aanbieders zowel formeel (diplomagericht) onderwijs als non-formeel onderwijs aan te bieden. Deze subsidieregeling biedt aanbieders van non-formeel onderwijs de mogelijkheid subsidie daarvoor aan te vragen.

De te subsidiëren activiteiten kunnen bestaan uit het verbeteren van het taal- en rekenniveau van de deelnemers (uit de doelgroep) al dan niet via coachings- en maatjes projecten, gericht op de woon- en leefomgeving van de deelnemers.

Artikelsgewijs

Toelichting artikel 3

Lid a en b: Het organiseren van een scholingsaanbod alleen is niet voldoende. Het beschikbare scholingsaanbod dient zo goed mogelijk benut te worden door de doelgroep. De personen die baat hebben bij taal- en rekeneducatie zullen eerst bereikt en vervolgens gemotiveerd moeten worden om hun taal- en rekenvaardigheden te verbeteren. Organisaties dienen aan te tonen hoe zij de doelgroep willen informeren over het scholingsaanbod. Aanvragers die ervaring hebben op het terrein van Volwasseneneducatie of anderszins ondersteuning geven aan personen die tot de doelgroep behoren, kunnen bijvoorbeeld op grond van hun ervaringen aangeven dat zij daartoe in staat zullen zijn.

Lid c: De ondersteuningsvraag op het terrein van Volwasseneneducatie kan verschillen. Zo zal de recent ingeburgerde asielmigrant die vanwege zijn taalachterstand nog steeds een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft, een ander scholingsaanbod vragen dan de jonge moeder die graag met de leerkracht over de vorderingen van haar zoon of dochter wil overleggen.

Toelichting artikel 4

Lid a: De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd dienen te passen binnen het in de regio Midden-Holland vastgestelde beleidskader.

Lid c: De samenwerking met andere organisaties die Volwasseneneducatie aanbieden wordt van belang geacht omdat daarmee een voldoende breed aanbod voor de verschillende te onderscheiden doelgroepen gerealiseerd kan worden.

Lid d: Organisaties die reeds enige ervaring hebben opgedaan met het aanbieden van taal- en rekeneducatie zullen makkelijker aannemelijk kunnen maken dat het aanbod waarvoor zij in de regio Midden-Holland subsidie aanvragen succesvol kan zijn.

Lid f: Het effect van de scholing kan alleen gemeten worden door de deelnemers bij aanvang en na afloop te toetsen. De wijze waarop organisaties deze effectmeting hebben opgenomen in hun werkwijze is één van de criteria op grond waarvan de aanvraag beoordeeld zal worden.

Toelichting artikel 5

Van het subsidieloket van de gemeente Gouda (www.gouda.nl) zijn de formulieren voor de aanvraag te downloaden.

Toelichting artikel 7

Alle scholingstrajecten die worden gefinancierd uit de WEB-middelen, of het nu om formeel aanbod gaat of non-formeel aanbod gaat, moeten zijn gebaseerd op de wettelijk vastgestelde eindtermen (zie bijlage 1). De binnen het non-formele aanbod aangeboden scholing hoeft echter slechts te voldoen aan één of meerdere deelaspecten van deze eindtermen.

Toelichting artikel 8

lid 2: In het Educatiebudget voor de regio Midden-Holland kunnen de afzonderlijke budgetten per gemeente onderscheiden worden. Bij de verdeling van de lokaal aan non-formele taal- en rekeneducatie te verlenen subsidies wordt een evenwichtige spreiding over de verschillende gemeenten van belang geacht. Deze spreiding wordt gerealiseerd door de budgetverhouding die door het rijk voor de individuele gemeenten wordt aangehouden toe te passen op het voor subsidies beschikbare budget. Voor 2016 betekent dit bijvoorbeeld dat voor de aanvragen voor non-formele taal- en rekeneducatie binnen de gemeente Waddinxveen 12.4% van het met een subsidieplafond vastgesteld budget beschikbaar is. Er is voor gekozen de subsidieplafonds niet per gemeente vast te leggen omdat op deze wijze de onderlinge solidariteit gehandhaafd kan blijven en bij onderbesteding in de ene gemeente een goed initiatief in een andere gemeente toch gehonoreerd kan worden.

Lid 4: Aanvragen worden geselecteerd op grond van de artikelen 2 en 3 en vervolgens getoetst op grond van de beoordelingscriteria in artikel 4. Aan de hand van de uitkomst van deze toetsing wordt een rangschikking van de aanvragen gemaakt waarbij subsidie wordt toegekend tot het subsidieplafond is bereikt.

Toelichting artikel 10

Lid 1 en 2: Aanvraagformulieren zijn te downloaden van het subsidieloket op de website van de gemeente Gouda. Incomplete aanvragen en onvolledige aanvragen die na de genoemde data nog worden aangevuld, worden afgewezen.

Lid 3: De ingevulde (in gescande) aanvraagformulieren worden ingediend bij het subsidieloket (e-mail; subsidieloket@gouda.nl).

Toelichting artikel 11

Lid 1: In verband met de verantwoording over de besteding van het Educatiebudget aan het rijk wordt de verantwoording over de besteding van het subsidiebudget al voor 31 december van het jaar waarin de activiteiten zijn verricht, ingediend. Onderdeel van deze verantwoording zijn de gegevens waarmee kan worden aangetoond dat deelnemers tot de doelgroep behoren. Voor de controle op een eventuele inburgeringsplicht kan bijvoorbeeld een daarvoor beschikbare checklist worden gebruikt.

Lid 2: Het aanvraagformulier voor de vaststelling is aan het begin van het jaar waarin de te subsidiëren activiteiten worden uitgevoerd, te downloaden van het subsidieloket.