Geluidsverordening evenementen en horeca 2015 gemeente Aalten

Geldend van 15-07-2015 t/m heden

Intitulé

Geluidsverordening evenementen en horeca 2015 gemeente Aalten

De raad van de gemeente Aalten;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 juni 2015;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Geluidsverordening evenementen en horeca 2015 gemeente Aalten.

Afdeling 1 Begrippen

Artikel 1

In deze verordening wordt onder de verschillende begrippen het volgende verstaan:

Activiteitenbesluit

Het Activiteitenbesluit milieubeheer is een Algemene maatregel van bestuur op grond van de Wet milieubeheer, en bevat algemene milieuregels voor bedrijven.

Collectieve festiviteiten

Collectieve festiviteiten zijn festiviteiten gehouden op de collectieve feestdagen (of dagdelen van collectieve feestdagen) die het college van burgemeester en wethouders op basis van artikel 2.21 lid 1 sub a van het Activiteitenbesluit bij of krachtens een verordening per plaats of gebied heeft aangewezen.

dB(A)

Eenheid voor geluid waarbij op het signaal een weging volgens het zogeheten A-filter wordt toegepast - analoog aan de gevoeligheid van het menselijk oor. Zie ook de algemene toelichting.

dB(C)

Eenheid voor geluid waarbij op het signaal het zogeheten C-filter wordt toegepast, waardoor met name bij luide muziek - in tegenstelling tot bij het A-filter - de lage tonen (basgeluiden) tot uiting komen. Zie ook de algemene toelichting.

Equivalent geluidsniveau(LAeq)

Het energetisch gemiddelde geluidsdrukniveau gedurende een bepaalde tijd.

Evenement

Een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak als bedoeld in afdeling 2.7 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Aalten 2015.

Gevoelige gebouwen

Woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als andere geluidsgevoelige gebouwen, met uitzondering van die gebouwen behorende bij de betreffende inrichting.

Houder van een inrichting

Degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft.

Incidentele festiviteit

Festiviteit die gebonden is aan één inrichting, als bedoeld in artikel 2.21 lid 1 sub b van het Activiteitenbesluit.

Inrichting (in de zin van de Wet milieubeheer)

Een inrichting (bedrijf) type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Een inrichting valt onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit, tenzij deze expliciet als vergunningplichtige inrichting wordt aangewezen.

Muziek

Onversterkte en versterkte muziek, zowel zogenoemd akoestisch als elektrisch versterkte muziek (uitgezonderd kerkklokken en carillons). In het Activiteitenbesluit (artikel 2.18 lid 1 onder f) blijft onversterkte muziek buiten beschouwing bij het toetsen aan de maximaal toelaatbare geluidsniveaus. Deze verordening geldt echter voor alle vormen van muziek, tenzij dit expliciet anders wordt vermeld.

Onversterkte of akoestische muziek

Muziek die niet elektrisch is versterkt.

Afdeling 2 Regels voor collectieve festiviteiten

Artikel 2

Het college van burgemeester en wethouders wijst voor meerdere woonplaatsen en buurtschappen binnen de gemeente collectieve feestdagen aan voor de daarbij behorende dagen of dagdelen. Voor de tijdens deze dagen of dagdelen te houden festiviteiten gelden op grond van artikel 2.21 van het Activiteitenbesluit de maximaal toelaatbare geluidsniveaus van artikel 2.17 en 2.20 van dit besluit niet. Deze aan te wijzen collectieve feestdagen worden ten minste twee weken voor het begin van een nieuw kalenderjaar bekendgemaakt. Vindt die aanwijzing niet plaats, dan gelden voor dat jaar dezelfde collectieve feestdagen als die voor het jaar daaraan voorafgaand aangewezen zijn.

Artikel 3

Op de voor het kalenderjaar aangewezen collectieve feestdagen kan het bevoegd gezag toestaan dat tijdens festiviteiten en/of evenementen het equivalente geluidsniveau (LAeq) op de in tabel 1 genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedraagt dan de in die tabel vermelde waarden.

Tabel 1: overzicht van maximaal toelaatbare geluidsniveaus en eindtijden die gelden bij festiviteiten en evenementen op collectieve feestdagen

1 2 .00 – 24 .00 uur

00 .00 – 02.00 uur

LAeq op 1 meter vóór de gevel van gevoelige gebouwen op 1,5 m hoogte

90 dB(A)

103 dB(C)

85 dB(A)

98 dB(C)

Artikel 4

Op de collectieve feestdagen Koningsdag en op de zaterdagse volksfeestdag in Aalten kan het bevoegd gezag festiviteiten en/of evenementen toestaan waarbij het equivalente geluidsniveau (LAeq) op de in tabel 2 genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedraagt dan de in deze tabel vermelde waarden.

Tabel 2: overzicht van maximaal toelaatbare geluidsniveaus en eindtijden die gelden bij festiviteiten en evenementen op Koningsdag en op de zaterdag van het Volksfeest in Aalten

1 2 .00 – 20 .00 uur

2 0.00 – 24 .00 uur

00 .00 – 02.00 uur

LAeq op 1 meter vóór de gevel van gevoelige gebouwen op 1,5 m hoogte

95

dB(A)

108 dB(C)

90

dB(A)

103 dB(C)

85 dB(A)

98

dB(C)

Artikel 5

De in artikel 3 en 4 vermelde maximaal toelaatbare geluidsniveaus hebben betrekking op het gemeten equivalente geluidsniveau. Op de gemeten waarden worden geen bedrijfsduur-, gevel-, muziek-, tonaal-, inpuls-, of meteocorrectie(s) toegepast.

Artikel 6

Het college van burgemeester en wethouders kan, wanneer een festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, direct een dag of een deel daarvan als collectieve feestdag aanwijzen.

Artikel 7

Bij een aanvraag voor een evenementenvergunning verstrekt de initiatiefnemer ten minste de volgende gegevens:

  • ·

    de aard van het evenement;

  • ·

    de duur van het evenement;

  • ·

    de soort muziek die ten gehore gebracht wordt;

  • ·

    het te verwachten geluidsniveau gemeten 1 meter voor de geluidsbox;

  • ·

    de begin- en eindtijd van het evenement;

  • ·

    de exacte locatie en de opstelling van de geluidsboxen.

Schematisch resumé van geluidsniveaus en eindtijden voor festiviteiten en evenementen op collectieve feestdagen.

Activiteit

Soort

Binnen/buiten

een inrichting

Maximaal

toelaatbaar

geluidsniveau*

in dB(A)

Maximaal

toelaatbaar

geluidsniveau*

in dB(C)

Uiterste

eindtijd

Feestdag (Afdeling 2)

Collectief

Binnen en buiten een inrichting

12u - 24u -->90

12u - 24u -->103

02.00 uur

00u - 02u -->85

00u - 02u -->98

Koningsdag en volksfeestzaterdag in Aalten (Afdeling 2)

Collectief

Binnen en buiten een inrichting

12u - 20u -->95

12u - 20u -->108

02.00 uur

20u - 24u -->90

20u - 24u -->103

00u - 02u -->85

00u - 02u -->98

*gemeten op ca. 1 m vóór de gevel van een gevoelig gebouw, op een hoogte van ten minste 1,5 m.

Afdeling 3 Regels voor incidentele festiviteiten in horecabedrijven

Artikel 8

Binnen een inrichting mag maximaal 12 keer per kalenderjaar op een zelf te bepalen dag een incidentele festiviteit gehouden worden waarbij de maximaal toelaatbare geluidsniveaus als bedoeld in de artikelen 2.17 en 2.20 van het Activiteitenbesluit niet van toepassing zijn.

Artikel 9

Tijdens een incidentele festiviteit zoals bedoeld in het artikel 8, bedraagt het equivalente geluidsniveau (LAeq) veroorzaakt door de inrichting niet meer dan 70 dB(A) en niet meer dan 90 dB(C), gemeten op ca. 1 meter vóór de gevel van geluidsgevoelige gebouwen op ten minste 1,5 m hoogte.

Artikel 10

De in artikel 9 vermelde maximaal toelaatbare geluidsniveaus hebben betrekking op het gemeten equivalente geluidsniveau. Op de gemeten waarden worden geen bedrijfsduur-, gevel-, muziek-, tonaal-, inpuls-, of meteocorrectie(s) toegepast.

Artikel 11

Het equivalente geluidsniveau als vermeld in artikel 9 geldt voor alle muziekgeluid, ongeacht de wijze waarop dit wordt voortgebracht.

Artikel 12

Het niet van toepassing zijn van de maximaal toelaatbare geluidsniveaus uit de artikelen 2.1.7 en 2.20 van het Activiteitenbesluit zoals vermeld in artikel 9 van deze verordening, geldt tot uiterlijk 02.00 uur. Na dat tijdstip gelden onverkort de geluidsregels uit het Activiteitenbesluit.

Artikel 13

De in artikel 8 bedoelde incidentele festiviteiten worden ten minste 14 dagen van tevoren gemeld bij de gemeente Aalten op het daarvoor digitaal beschikbaar gestelde meldingsformulier. De gemeente maakt het voornemen bekend op de gemeentelijke website en in een huis-aan-huisblad.

Artikel 14

Het is verboden een incidentele festiviteit te organiseren, toe te laten, feitelijk te leiden of daaraan deel te nemen als het bevoegd gezag het organiseren van een incidentele festiviteit verboden heeft.

Artikel 15

Overige bepalingen uit het Activiteitenbesluit die hierboven niet genoemd zijn, blijven onverkort van toepassing op de inrichting.

Schematisch resumé van geluidsniveaus en eindtijden voor incidentele festiviteiten.

Activiteit

Soort

Binnen/buiten

een inrichting

Maximaal

toelaatbaar

geluidsniveau*

in dB(A)

Maximaal

toelaatbaar

geluidsniveau*

in dB(C)

Uiterste

eindtijd

Festiviteit

(Afdeling 3)

Incidenteel

Binnen een

inrichting

70

90

02.00

uur

*gemeten op ca. 1 m vóór de gevel van een gevoelig gebouw, op een hoogte van ten minste 1,5 m.

Afdeling 4 Regels voor evenementen buiten horecabedrijven

Artikel 16

Voor een grootschalig evenement geldt een maximaal toelaatbaar geluidsniveau van 85 dB(A) en 98 dB(C) gemeten op ca. 1 meter en ten minste 1,5 m hoogte vóór de gevel van gevoelige gebouwen.

Artikel 17

Voor een meldingsplichtig evenement geldt een maximaal toelaatbaar geluidsniveau van 70 dB(A) en 90 dB(C) gemeten op ca. 1 meter en ten minste 1,5 m hoogte vóór de gevel van gevoelige gebouwen.

Artikel 18

Voor overige evenementen geldt een maximaal toelaatbaar geluidsniveau van 80 dB(A) en 93 dB(C) gemeten op ca. 1 meter en ten minste 1,5 m hoogte vóór de gevel van gevoelige gebouwen.

Artikel 19

De maximaal toelaatbare geluidsniveaus die in de artikelen 16, 17 en 18 vermeld worden, hebben betrekking op het gemeten equivalente geluidsniveau. Op de gemeten waarden worden geen bedrijfsduur-, gevel-, muziek-, tonaal-, inpuls-, of meteocorrectie(s) toegepast.

Schematisch resumé van geluidsniveaus en eindtijden voor evenementen.

Activiteit

Soort

Binnen/buiten

een inrichting

Maximaal

toelaatbaar

geluidsniveau*

in dB(A)

Maximaal

toelaatbaar

geluidsniveau*

in dB(C)

Uiterste

eindtijd

Evenement

(Afd. 4)

Groot-

schalig

Buiten een

inrichting

85

98

24.00 uur

zondag

t/m

donderdag

01.00 uur

vrijdag en zaterdag

Middel-

groot

Buiten een

inrichting

80

93

Meldings

plichtig

Buiten een inrichting

70

90

*gemeten op ca. 1 m vóór de gevel van een gevoelig gebouw, op een hoogte van ten minste 1,5 m.

Afdeling 5 Slotbepalingen

Artikel 20

Het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester, ieder voor zover zijn bevoegdheid strekt, beslist in alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

Artikel 21

Met het toezicht op de naleving van de regels in deze verordening zijn belast de opsporingsambtenaren genoemd in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, de buitengewone opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142 van de Wetboek van Strafvordering en het Besluit buitengewone opsporingsambtenaren alsmede de door het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester aangewezen toezichthouders.

Artikel 22

De Geluidsverordening evenementen en horeca gemeente Aalten 2014 wordt gelijktijdig met de vaststelling van deze verordening ingetrokken.

Artikel 23

Besluiten die zijn genomen op basis van de verordening bedoeld in artikel 22, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

Artikel 24

Deze verordening wordt aangehaald als: Geluidsverordening evenementen en horeca 2015 gemeente Aalten.

Artikel 25

Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aalten d.d. 7 juli 2015.
De voorzitter, G. Berghoef
De griffier, M.A.J.B. Fiering

Bijlage 1 Toezicht, handhaving, klachten, preventie, openbare orde

De onderwerpen in deze bijlage hebben uitsluitend betrekking op het aspect geluid en wat daarmee samenhangt.

Openbare orde

De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is het instrument waarin regels staan om te voorkomen dat de openbare orde en veiligheid verstoord wordt. Het is de basis om op te treden tegen bijvoorbeeld overlast op straat die door komende en gaande bezoekers van horecagelegenheden wordt veroorzaakt. Ook is in de APV het toezicht op openbare inrichtingen geregeld. Daarbij komen zaken als exploitatie, sluitingstijden, verboden gedragingen, en maatregelen tegen overlast, baldadigheid en drugsoverlast aan de orde. Ten slotte is er in de APV specifiek een paragraaf opgenomen over evenementen.

Omdat in de APV voldoende geregeld op het gebied van openbare orde en veiligheid, regelt deze verordening daar verder niets over.

Preventie

Waar dat mogelijk is wordt zoveel mogelijk voorkomen dat er overlast optreedt. Dit kan door bijvoorbeeld:

  • -

    de organisatie van een te houden evenement gedetailleerde informatie te vragen om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de invloed op de omgeving (zie artikel 8);

  • -

    in de afgegeven vergunning duidelijke regels te stellen en

  • -

    de organisatoren persoonlijk te wijzen op belangrijke maatregelen.

Klachten

Klachten kunnen worden gemeld bij de politie. Tijdens kantooruren kunnen klachten ook worden gemeld bij de gemeente (team Beheer Openbare Ruimte). Daar wordt de klacht geregistreerd en afgehandeld. Zo nodig en zo mogelijk worden er geluidsmetingen verricht, en wordt er naar de melder teruggekoppeld.

Toezicht

Steekproefsgewijs of als daar bijvoorbeeld op basis van aanvraaggegevens en ervaringsgegevens aanleiding toe is, wordt er bij festiviteiten en evenementen toegezien op naleving van de regels.

Handhaving

De politie is tijdens festiviteiten en evenementen het aanspreekpunt voor mensen die klachten hebben over onder andere geluidsoverlast. De politie bepaalt dan of er werkelijk een overtreding plaatsvindt, eventueel door deskundig onderzoek in te stellen. Er kan een strafrechtelijke en een bestuursrechtelijke sanctie volgen. Deze kunnen zowel gezamenlijk als elk afzonderlijk plaatsvinden.

Strafrechtelijke aanpak

De politie of een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) kan aanwijzingen en bevelen geven om (geluids)overlast ongedaan te maken. Daarnaast kan de politie een proces-verbaal opmaken tegen de organisator van de activiteit of het evenement. Dit is de strafrechtelijke aanpak. Wanneer de veiligheid van de bezoekers in het geding komt en dit niet snel opgelost kan worden, wordt het evenement stilgelegd. Ook zien gemeentelijke toezichthouders toe op het naleven van de milieu- en horecaregels.

Als wordt vastgesteld dat het maximaal toelaatbare geluidsniveau wordt overschreden, volgt een waarschuwing. Uiteraard moet de overtreding ook direct beëindigd worden. De politie kan wanneer daar aanleiding toe is, direct een proces-verbaal opmaken. Gaat de ondernemer of organisator vervolgens opnieuw in de fout, dan zal de overtreding opnieuw direct beëindigd moeten worden, en kan het gemeentebestuur het Openbaar Ministerie (OM) verzoeken om proces-verbaal op te maken. Het OM bepaalt of er bij de eerste of de tweede keer dat de overtreding wordt vastgesteld proces-verbaal wordt opgemaakt.

Bestuursrechtelijke aanpak

Bij de tweede overtreding wordt een (last onder) dwangsom aangekondigd (de bestuursrechtelijke aanpak). De dwangsom kan erop gericht zijn om afdoende maatregelen te treffen om een volgende keer een overtreding te voorkomen. Daartegen kan een zienswijze naar voren gebracht worden. Vervolgens wordt er een besluit genomen tot het (al dan niet) opleggen van de (last onder) dwangsom. Dit betekent in de praktijk dat er bij elke volgende overtreding een bepaald geldbedrag wordt verbeurd, tot een bepaald maximum. De hoogte van de dwangsom staat in verhouding met de zwaarte van de overtreding en het genoten voordeel ervan (bijvoorbeeld de kostenbesparing door het niet aanbrengen van geluidsisolatie). Daarmee wordt ten minste het economisch voordeel weggenomen dat de overtreding opgeleverd heeft. Een uiterste middel is het sluiten van een bedrijf (bestuursdwang).

Bijlage 2 Stroomschema

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3 Evenemententerreinen

Kern Aalten

afbeelding binnen de regeling

Kern Bredevoort

afbeelding binnen de regeling

Kern Dinxperlo

afbeelding binnen de regeling

Toelichting

Algemeen

In de gemeente Aalten is de horeca over het algemeen erg actief met het organiseren van feesten en evenementen. Ook buiten de horeca om worden steeds vaker evenementen georganiseerd. Dit geeft de gemeente een levendig karakter, en het voorziet gezien de belangstelling ervoor ook zeker in een behoefte.

Festiviteiten en evenementen kunnen echter ook overlast veroorzaken. Omwonenden kunnen dit als aantasting van hun woon- en leefklimaat ervaren. Deze verordening beoogt een goede balans te vinden tussen die levendigheid enerzijds, en de bescherming van het woon- en leefklimaat van omwonenden anderzijds.

Het doel van deze verordening

Het centrale doel van deze verordening is het geluid bij evenementen en (incidentele) festiviteiten op collectieve en niet-collectieve feestdagen daar waar nodig en mogelijk te beheersen tot een voor alle partijen zo aanvaardbaar mogelijk niveau en de beheersbaarheid te verbeteren.

Activiteitenbesluit

Bedrijven die onder het Activiteitenbesluit vallen hebben vaak geen vergunning voor het oprichten of veranderen nodig. Het Activiteitenbesluit vervangt voor bijna alle bedrijven de verplichte omgevingsvergunning. In het Activiteitenbesluit staan algemeen geldende milieuregels en -voorschriften. Een deel van die regels en voorschriften gaat over geluid en bevat maximaal toelaatbare geluidsniveaus.

Horecabedrijven vielen in het verre verleden ook onder de vergunningplicht. Daarna zijn ze onder algemene regels (Algemene Maatregel van Bestuur; AMvB) komen te vallen. Uitgezonderd de incidentele festiviteiten, zijn op alle feesten en activiteiten die binnen de terreingrens van een horecabedrijf plaatsvinden, de milieuregels uit het Activiteitenbesluit van toepassing. Als bij deze feesten en activiteiten buiten de grenzen van het horecabedrijf zaken meespelen in de sfeer van de openbare orde, het gebruik van de openbare weg of grond enzovoort, kan er ook een evenementenvergunning nodig zijn.

Reikwijdte

De regels in deze verordening zijn van toepassing op alle festiviteiten en evenementen binnen de gemeente Aalten. Hieronder verstaan wij elke voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak, waarbij geluid voor een publiek ten gehore wordt gebracht. Hiervan uitgezonderd zijn de reguliere horeca-activiteiten waarop de algemeen geldende milieuregels van het Activiteitenbesluit van toepassing zijn.

Deze notitie is voor wat betreft (horeca)inrichtingen van toepassing op geluid bij:

  • a.

    festiviteiten op collectieve feestdagen;

  • b.

    incidentele festiviteiten;

  • c.

    evenementen als bedoeld in afdeling 2.7 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Aalten 2015.

Festiviteiten op collectieve feestdagen en incidentele festiviteiten (die onder de zogenoemde twaalfdagenregeling vallen) zijn activiteiten die onder artikel 2.21 van het Activiteitenbesluit vallen. Hierop zijn de maximaal toelaatbare geluidsniveaus uit het Activiteitenbesluit niet van toepassing. Op basis van artikel 2.21 van het Activiteitenbesluit gelden in dat geval de maximaal toelaatbare geluidsniveaus uit deze verordening. Hieronder vallen ook buitenactiviteiten die op het terrein van een horecabedrijf, en daarmee binnen de grenzen van die inrichting plaatsvinden.

Beoogde effecten

De effecten die deze verordening beoogt zijn:

  • -

    eenduidige en samenhangende regels voor geluid bij festiviteiten op collectieve feestdagen, bij incidentele festiviteiten en bij evenementen;

  • -

    organisatoren van evenementen en horecaondernemers bewuster doen omgaan met geluid;

  • -

    duidelijkheid voor alle betrokkenen.

Toelichting per soort activiteit

Om duidelijk te maken wat de verschillende activiteiten waar de regels uit deze verordening op van toepassing zijn inhouden, volgt hieronder een uitgebreide beschrijving.

1. Collectieve festiviteiten

Collectieve feestdagen zijn feestdagen die het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 2.21 lid 1 sub a van het Activiteitenbesluit jaarlijks per woonplaats of buurtschap aanwijst. Op deze dagen of dagdelen vinden festiviteiten (‘collectieve festiviteiten’) plaats die in het kader van deze feestdag of feestdagen worden georganiseerd. Voorbeelden van collectieve feestdagen zijn Koningsdag, volksfeesten enzovoort.

Tijdens collectieve festiviteiten gelden voor bedrijven en andere organisatoren specifieke, bij deze verordening voor deze dagen vast te stellen geluidsregels, en niet de geluidsregels van het Activiteitenbesluit. Voor evenementen in de zin van afdeling 2.7 van de Algemeen plaatselijke verordening - ook als die op een collectieve feestdag gehouden worden - is op grond van die Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Aalten een melding of vergunning vereist. In bijlage 1 is ter verduidelijking een stroomschema opgenomen.

De geluidsregels die tijdens festiviteiten op collectieve feestdagen gelden staan in afdeling 2 van deze verordening.

2.1. Reguliere activiteiten van horecabedrijven

Horecabedrijven zijn bedrijven waarbinnen activiteiten vaak gepaard gaan met geluid.

Op alle feesten en activiteiten die binnen de grenzen van een horecabedrijf plaatsvinden zijn de milieuregels uit het Activiteitenbesluit van toepassing. Als bij deze feesten en activiteiten buiten de grenzen van het horecabedrijf zaken meespelen in de sfeer van de openbare orde, het gebruik van de openbare weg of grond, kan er ook een evenementenvergunning nodig zijn.

Een aantal van de regels in het Activiteitenbesluit gaat over geluid. Die geluidsregels gelden in beginsel voor alle activiteiten die binnen de grenzen van het terrein van een horecabedrijf plaatsvinden.

2.2. Incidentele festiviteiten bij horecabedrijven (twaalfdagenregeling)

Incidentele festiviteiten zijn - naast de collectieve festiviteiten - festiviteiten en activiteiten bij individuele bedrijven. Het gaat hierbij uitsluitend om festiviteiten die plaatsvinden binnen het terrein van een (horeca)bedrijf, zoals een optreden met livemuziek, waarbij het vaak niet mogelijk om binnen de maximaal toelaatbare geluidsniveaus op grond van het Activiteitenbesluit te blijven. Op basis van het Activiteitenbesluit kan het college van burgemeester en wethouders bij verordening per kalenderjaar maximaal twaalf dagen/dagdelen toestaan waarop individuele horecabedrijven zelf festiviteiten mogen houden waarbij de geluidsregels uit het Activiteitenbesluit niet gelden.

Voor deze incidentele festiviteiten kan het bevoegd gezag andere (hogere) maximaal toelaatbare geluidsniveaus vaststellen dan die op grond van het Activiteitenbesluit gelden. Ondernemers die een incidentele festiviteit houden, moeten dit van tevoren melden.

De geluidsregels voor deze incidentele festiviteiten staan onder afdeling 3.

3. Evenementen

Evenementen kunnen worden georganiseerd door horecabedrijven of andere organisatoren. In afdeling 2.7 van de Algemene Plaatselijke Verordening is een definitie van “evenement” gegeven en is onder meer een categorie-indeling van evenementen (grootschalige, meldingsplichtige en overige (of middelgrote) evenementen opgenomen.

Voor evenementen gelden de volgende eindtijden:

  • a.

    zondag van 13.00 tot 24.00 uur;

  • b.

    maandag t/m donderdag van 08.00 tot 24.00 uur;

  • c.

    vrijdag en zaterdag van 08.00 tot 01.00 uur.

De geluidsregels voor evenementen staan onder afdeling 4.

Eindtijden

De in deze verordening genoemde eindtijden zijn de uiterste tijden. Tot de eindtijd gelden de maximaal toelaatbare geluidsniveaus. Als een festiviteit of evenement plaatsvindt binnen de grenzen van een inrichting, gelden na de in deze verordening gestelde eindtijden de geluidsregels die in het Activiteitenbesluit staan.

Gezondheid

Bij het opstellen van de hoogte van de geluidsregels die in deze geluidsverordening staan, is rekening gehouden met de invloed op de gezondheid van omwonenden. De maximaal toelaatbare geluidsniveaus, die gelden op de gevel van verblijfsobjecten, leiden binnenin deze verblijfsobjecten niet tot zodanige geluidsniveaus dat er risico op gehoorschade is. Doordat de maximaal toelaatbare geluidsniveaus gelden op de gevel van een woning of ander gevoelig object, zijn bewoners van een woning in gelijke mate beschermd tegen bovenmatige geluidshinder. Afhankelijk van de omstandigheden (bijvoorbeeld: duurt het evenement maar een dagdeel of duurt het meerdere, aaneensluitende dagen) kan de burgemeester in de vorm van nadere voorschriften in de evenementenvergunning (bijvoorbeeld door een verlaging van het volgens de Geluidsverordening toegestane maximale geluidsniveau) maatwerk leveren.

Decibellen

De eenheid waarin de sterkte van geluid weergegeven wordt is decibel (afgekort: dB). De sterkte van geluid heeft te maken met de energie en de frequentie van de geluidsgolven.

De dB(A)-waarde

De eenheid dB(A) is de gebruikelijke eenheid waarin we het gemeten geluidsniveau uitdrukken. Omdat het oor niet voor alle frequenties even gevoelig is, zijn meetinstrumenten voorzien van een zogeheten A-filter, dat de karakteristiek van ons gehoorzintuig benadert. De gevoeligheid van ons gehoorzintuig is namelijk niet voor alle frequenties gelijk. Lage en hoge tonen nemen wij minder goed waar. De met het A-filter gemeten geluidsniveaus worden A-gewogen geluidsniveaus genoemd. Er is op het signaal een frequentieafhankelijke weging toegepast.

In de Nederlandse wetten, zoals de Wet geluidhinder en de Arbeidsomstandighedenwet, worden de maximaal toelaatbare geluidsniveaus in dB(A) weergegeven. Met de A-weging wordt het geluid in één getal uitgedrukt.

De dB(C)-waarde

In de buitenlucht dempen de midden- en hoge tonen sneller/beter dan lage tonen. Daardoor veroorzaakt house- en dancemuziek vanwege die lage tonen, in de omgeving vaak meer hinder dan popmuziek. Deze hinder kenmerkt zich door sterk doorklinkende basgeluiden, vooral op wat grotere afstand. Dit effect treedt met name op bij hogere geluidsvolumes (luide dreunende muziek). De hinderbeleving door basgeluiden komt vooral voort uit het feit dat deze geluiden niet alleen hoorbaar, maar ook voelbaar zijn. Daarom geeft het A-gewogen geluidsniveau niet altijd een goede indicatie van de ondervonden hinder. Om de invloed van lage tonen bij geluidsmetingen beter tot uitdrukking te laten komen, is de normeenheid dB(C) ingevoerd.

Gevoelige gebouwen

Het begrip woning is gedefinieerd in artikel 1 van de Wet geluidhinder. Een bewoond gebouw waar op grond van het bestemmingsplan (of een op de Wro gebaseerde verordening of besluit) geen bewoning is toegestaan, valt hier niet onder. In het Besluit geluidhinder (artikel 1.2) staat welke gebouwen als ander gevoelig gebouw zijn aangewezen. Dit zijn ondermeer als zodanig bestemde onderwijsgebouwen, verpleeg- en verzorgingshuizen en kinderdagverblijven.

Toelichting artikelsgewijs

Afdeling 1 Begrippen

Artikel 1

Geen toelichting.

Afdeling 2 Regels voor collectieve festiviteiten

Artikel 2

In artikel 2.21 van het Activiteitenbesluit staat dat de waarden die in (onder andere) de artikelen 2.17 en 2.20 van dat Besluit staan, niet van toepassing zijn op dagen of dagdelen in verband met de viering van festiviteiten die bij of krachtens een gemeentelijke verordening zijn aangewezen, in de gebieden in de gemeente waarvoor de verordening geldt. Artikel 2 van deze verordening regelt deze aanwijzing.

Artikel 3

Maximaal toelaatbare geluidsniveaus

Voorheen waren voor collectieve festiviteiten geen maximaal toelaatbare (equivalente) geluidsniveaus vastgesteld. Daarvoor was bewust gekozen vanwege het collectieve karakter. Op collectieve feestdagen worden festiviteiten gehouden voor een brede laag van de bevolking. Daarom kan het bevoegd gezag, als de omstandigheden dat toelaten, op deze dagen hogere geluidsniveaus toestaan dan die die het Activiteitenbesluit toelaat.

Uiterste eindtijd voor toegelaten hogere geluidsniveaus.

De eindtijd geldend voor de bij collectieve festiviteiten toelaatbare hogere geluidsniveaus correspondeert niet met de eindtijd die volgens afdeling 2.7 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) geldt voor evenementen. Volgens de APV mogen evenementen (in het weekend) immers uiterlijk tot 01.00 uur duren. Er is echter één evenement dat al enkele decennia wordt vergund tot 02.00 uur, te weten het Sjoksfestival. De dag waarop het Sjoksfestival wordt gehouden wordt door het college van burgemeester en wethouders traditiegetrouw jaarlijks ook aangewezen als collectieve feestdag.

De sinds jaar en dag voor het Sjoksfestival gehanteerde eindtijd van 02.00 uur wordt aangemerkt als een verworven recht. Omdat het om een jaarlijks evenement gaat dat gedurende slechts één dagdeel wordt gehouden en het bovendien nooit tot klachten heeft geleid is ervoor gekozen dit verworven recht te respecteren. In verband daarmee is in deze verordening gehandhaafd dat de ruimere geluidsniveaus voor collectieve dagen gelden tot maximaal 02.00 uur.

Gezien de specifieke aard en de geschiedenis van het Sjoksfestival hoeft niet te worden gevreesd voor precedentwerking. In de APV is wat betreft de eindtijd voor evenementen voor het Sjoksfestival ook een uitzondering gemaakt. Voor overige al dan niet tijdens collectieve feestdagen gehouden evenementen blijft gelden dat een evenementenvergunning wordt verleend tot uiterlijk 01.00 uur en dat het bevoegd gezag de op grond van artikel 3 van deze verordening geldende ruimere geluidsniveaus ook uiterlijk tot dat tijdstip toestaat.

Plaats van beoordeling en meetduur

Omdat invallend geluid in de praktijk moeilijk te meten is, en om te voorkomen dat gemeten waarden gecorrigeerd moeten worden voor reflecterend geluid, vindt de beoordeling plaats op ca. 1 m vóór de te beoordelen gevel waar het geluid zo min mogelijk afgeschermd wordt, en waarachter zich – voor zover dit bekend is – een verblijfsruimte (woon- of slaapruimte) bevindt. Het geluid dat door de gevel gereflecteerd wordt, is in de maximaal toelaatbare waarde verwerkt. Bij het toetsen aan de maximaal toelaatbare geluidsniveaus wordt het equivalente geluidsniveau beoordeeld dat ten minste 1 minuut is gemeten zonder nadelige invloed van stoorgeluid.

Meethoogte

De meethoogte (beoordelingshoogte) ligt in beginsel op een hoogte waar de mogelijke geluidshinder wordt ondervonden. Op leefniveau in de dagperiode is dat vaak 1,5 m en in de late avond- en nachtperiode meestal hoger. Omdat metingen in dit kader meestal in de bebouwde kom plaatsvinden op relatief geringe afstand van de bron, heeft de meethoogte hooguit een marginale invloed op het resultaat van de meting. Om praktische redenen is daarom gekozen voor een meethoogte van ca. 1,5 m boven het maaiveld. Meten op een hoogte waar de mogelijke geluidshinder wordt ondervonden is uiteraard ook toegestaan.

dB(A)- en dB(C)-waarde

De gestelde maximaal toelaatbare waarden voor het equivalente geluidsniveau in dB(A) kunnen niet voorkomen dat lage tonen (de bassen) overmatig aanwezig kunnen zijn. Daarom is naast de maximaal toelaatbare dB(A)-waarde een maximaal toelaatbare dB(C)-waarde opgenomen. Als het verschil in getalswaarde tussen dB(A) en dB(C) groter is dan 13, én de dB(C)-waarde 90 of hoger is, kan de bijdrage aan lage tonen als erg hinderlijk worden ervaren.

Teruggebracht tot een verschil van 13 tussen de dB(A)- en de dB(C)-waarde, wordt het overgrote deel van de muziekevenementen niet ingeperkt. Als een kleiner verschil dan 13 geëist wordt tussen de dB(A)- en dB(C)-waarde, of een dB(C)-waarde lager dan 90, wordt ook het geluid van een doorsnee popband ernstig aangetast. Vandaar dat - vanaf een waarde van 90 - gekozen is voor een dB(C)-waarde met een getalswaarde van maximaal 13 boven de dB(A)-waarde.

voorbeeld:

maximaal toelaatbare dB(A)-waarde

70

75

80

85

90

maximaal toelaatbare dB(C)-waarde

90

90

93

98

103

Artikel 4

In de praktijk blijkt dat Koningsdag en de zaterdagse volksfeestdag in Aalten feestdagen zijn die het intensiefst gevierd worden. Op die twee collectieve feestdagen worden evenementen georganiseerd waarbij op de gevels van woningen soms hogere geluidsniveaus dan 90 dB(A) optreden. Om deze evenementen niet te frustreren kan het bevoegd gezag, de specifieke omstandigheden in aanmerking nemend, op deze twee collectieve feestdagen tot 20.00 uur evenementen toestaan met geluidsniveaus tot maximaal 95 dB(A) en 108 dB(C).

Artikel 5

Het equivalente geluidsniveau is het energetisch gemiddelde van (de fluctuerende geluidsdrukniveaus van) het ter plaatse, gedurende een bepaalde periode optredende geluid. Om een zo representatief mogelijk resultaat te krijgen, dient er minimaal 1 minuut te worden gemeten. Het gaat bij de beoordeling om de beleving van het geluid op het moment dat het evenement of de festiviteit plaatsvindt. Daarom worden er geen correcties voor bedrijfsduur-, tonaal- of impulsgeluid toegepast.

Correcties voor de hinderlijkheid van muziekgeluid zijn in de gestelde maximaal toelaatbare geluidsniveaus verwerkt. Er is voor gekozen om het geluid vóór de gevel te meten, en niet het invallend geluid op de gevel. In theorie weerkaatst een gevel het geluid, maar hoe groot die weerkaatsing werkelijk is, hangt van veel factoren af. Om interpretatieverschil te voorkomen is er daarom voor gekozen te meten op een plaats ca. 1 meter vóór de gevel. Door het beoordelingspunt vóór de gevel te leggen, is het geluidsniveau dat op de gevel toegestaan wordt, in theorie (bij maximale reflectie van de gevel) 3 dB lager.

Artikel 6

In uitzonderlijke situaties kan er een extra collectieve feestdag of een collectief dagdeel worden aangewezen.

Artikel 7

Dit artikel is opgenomen om preventieve maatregelen te kunnen (laten) treffen wanneer bij de beoordeling van de aanvraag blijkt dat dit nodig is.

Afdeling 3 Regels voor incidentele festiviteiten bij horecabedrijven

Artikel 8

De wettelijke basis hiervoor is te vinden in artikel 2.21 lid 1 sub b van het Activiteitenbesluit.

Artikel 9

Geen toelichting.

Artikel 10

Zie toelichting bij artikel 5.

Artikel 11

Er wordt bij incidentele festiviteiten met muziek geen uitzondering gemaakt voor zogenoemde akoestische muziek. De houder van de inrichting is verantwoordelijk voor het naleven van de maximaal toelaatbare geluidsniveaus en zal moeten inschatten wat het te verwachten geluidsniveau is.

Artikel 12

Geen toelichting.

Artikel 13

De termijn van 14 dagen is nodig om de voorgenomen incidentele festiviteit tijdig te kunnen publiceren. Wanneer publicatie niet mogelijk is voordat de festiviteit plaatsvindt wordt kan de burgemeester de festiviteit verbieden. Als de festiviteit tevens als een evenement moet worden aangemerkt gelden de meldings- of aanvraagtermijnen van afdeling 2.7 van de APV.

Artikel 14

Geen toelichting.

Artikel 15

Geen toelichting.

Afdeling 4 Regels voor evenementen buiten horecabedrijven

Evenementen die niet op een aangewezen collectieve feestdag plaatsvinden

Artikel 16

De maximaal toelaatbare geluidsniveaus voor een grootschalig evenement zijn uiterste waarden. Het streven is de geluidsemissie zo laag mogelijk te houden. Als uit de beoordeling van de vergunningsaanvraag blijkt dat, de omstandigheden van het geval in aanmerking nemend, er in redelijkheid lagere geluidsniveaus wenselijk en haalbaar zijn dan de maximaal toelaatbare geluidsniveaus, dan kunnen die lagere geluidsniveaus als maximaal toelaatbaar in de evenementenvergunning worden opgenomen.

Artikel 17

Geen toelichting.

Artikel 18

De maximaal toelaatbare geluidsniveaus voor overige evenementen zijn uiterste waarden. Het streven is de geluidsemissie zo laag mogelijk te houden. Als uit de beoordeling van de vergunningsaanvraag blijkt dat, de omstandigheden van het geval in aanmerking nemend, er in redelijkheid lagere geluidsniveaus wenselijk en haalbaar zijn dan de maximaal toelaatbare geluidsniveaus, dan kunnen die lagere geluidsniveaus als maximaal toelaatbaar worden vergund.

Artikel 19

Zie toelichting bij artikel 5.

Afdeling 5 Slotbepalingen

Artikel 20

Geen toelichting.

Artikel 21

Geen toelichting.

Artikel 22

Op grond van artikel 142 van de Gemeentewet.

Artikel 23

Geen toelichting.

Artikel 24

Geen toelichting.

Artikel 25

Geen toelichting.